Het leven en hoe het uitdooft
Er zitten drie mensen aan een tafel. Eentje is gehavend. Ze heet Suzy en heeft pleisters in haar hals. Een tweede vult papieren in en stelt vragen. ‘Gaan we beginnen?’ Of: ‘Dus, gij wilt euthanasie als ge in coma ligt en die toestand onomkeerbaar is?’ De derde staat op en loopt weg. Dit lukt hem niet. ‘Ik ga mijn Suske kwijt zijn’, zegt hij, het zal hem worst wezen dat zijn Suske het einde van haar leven zelf in de hand wil hebben. Híj moet straks het zijne weer op de sporen krijgen. En dat zonder haar. De dood is een bitch en we manken naar het einde, bedenken we als we naar die scène uit Afscheid kijken.
Eerder in de aflevering: in Topaz, het dagcentrum voor ongeneeslijk zieken, spelen enkele mensen Rummi kub. Zich niet aan elkaar hechten, is het belangrijkste dat ze hier geleerd hebben, zeggen ze. Anders is er alleen nog maar verdriet. ‘We voelen allemaal de nood om bij een groep te horen, maar ja, wat maakt het uit als we elkaar niet echt kennen?’, stelt er eentje vast. Hij heeft MS. Het leven gaat voort, zegt hij, het zijne alleen met steeds minder betekenis. Het leven is een klootzak, bedenken we, soms dooft het te vroeg uit. Beetje bij beetje verdwijnt het. Aan het eind is er alleen nog Rummikub.
Reportagemaakster Karine Claassen volgt enkele terminaal zieke mensen bij hun afscheid. Indrukwekkende ver halen heeft ze bijeengezocht om iets over dat ultieme einde te vertellen. Dat van een moeder, bijvoorbeeld, die haar negen en elfjarige kinderen achterlaat en nog snel fotoalbums vol plakt terwijl ze zich afvraagt wat een kind van negen zich later nog zal herinneren. Het zijn verhalen die geen mediakritiek verdragen. Dat het wat rommelig gemonteerd is, of een tikje te abrupt eindigt: geen hond die ervan wakker ligt.
Toch is er één aspect waar we ons moeilijk over konden zetten. Claassen onderbreekt haar interview en reportagesequenties een keer of drie voor … zichzelf. Gezeten voor een wit scherm en met een van verdriet doordrongen gelaatsuitdrukking vat ze gesprekken en feiten samen of maakt ze bedenkingen. Ze fronst ferm, slaat haar ogen neer en laat dramatische stiltes vallen. Ze declameert, ze actéért bijna. Het is het soort tvkitsch dat ons de laatste tijd wel vaker ongemakkelijk op onze stoel heeft doen schuifelen. Wat is dat toch met die reportagemakers die almaar luider brullen dat we het verdriet moeten vóélen dat zij daar zo gretig aan het aftappen zijn? Waarom willen talentvolle televisiemakers hun talent toch zo nadrukkelijk in ons gezicht duwen? Alsof we zonder die pathetische intermezzo’s niet gezien zouden hebben hoe treffend de verhalen zijn die ze verzameld heeft.
Soms dooft het te vroeg uit. Dan verdwijnt het beetje bij beetje. Aan het eind is er alleen nog Rummikub
Afscheid.