Het belang van handen schudden
Hoe zouden we als samenleving reageren wanneer een persoon uit religieuze overtuiging of uit persoonlijke overwegingen weigert om een homoman de hand te schudden omdat hij dat ‘vies’ vindt? Of wanneer iemand weigert een persoon met een andere huidskleur de hand te schudden omdat hij denkt dat die minderwaardig is?
Handen schudden is in België de meest gebruikelijke en algemeen aanvaarde begroetingsvorm en een vorm van respect. De weigering om iemands uitgestoken hand te schudden, houdt een inherente afwijzing van contact met die persoon in en wordt precies vanwege de associatie met ‘onreinheid’ als kwetsend en beledigend ervaren.
Wie weigert iemands hand te schudden op basis van diens geslacht en de vermeende ‘onreinheid’ of ‘minderwaardigheid’ van personen van dat geslacht, pleegt naar onze mening een inbreuk op de seksismewet. Deze wet definieert strafbaar seksisme als elk gebaar of elke handeling die bedoeld is om een persoon als minderwaardig te beschouwen vanwege zijn geslacht en die een ernstige aantasting van de waardigheid van deze persoon tot gevolg heeft. De handeling zelf moet een uiting zijn van minderwaardigheid vanwege het geslacht. Het is dus niet de individuele overtuiging van de dader op zich die het seksistische karakter ervan bepaalt.
Wanneer iemand bij handen schudden een onderscheid maakt tussen vrouwen en mannen, vormt dit in sommige gevallen bovendien een discriminatie op grond van geslacht. In onze samenleving moeten vrouwen en mannen door hun principiële gelijkwaardigheid gelijk behandeld worden. Wanneer dit niet het geval is, is er in principe sprake van discriminatie.
Bestaan er gegronde redenen om al dan niet de hand te schudden, of om een onderscheid te maken tussen personen vanwege hun geslacht, afkomst of geloof? Het is in ieder geval begrijpelijk dat personen die geconfronteerd worden met deze weigering zich beledigd en gediscrimineerd voelen. In de publieke ruimte – in het bijzonder op de werkvloer – kunnen spanningen ontstaan als iemand deze begroetingsvorm weigert op basis van het geslacht van een persoon, zijn afkomst, seksuele oriëntatie of religie. Die ongelijke behandeling schaadt het welzijn van werknemers. Daarom is een werkgever genoodzaakt om daartegen op te treden.