De Standaard

‘Weten jullie wel wat ze vraagt? Dat is moord, hoor!’

Hoewel de oma van Thaila Stoffelen de toestemmin­g had om te mogen sterven door euthanasie, verhinderd­e het ethisch comité van haar woonzorgce­ntrum dat. ‘Plots was haar dossier “niet sterk genoeg”, het waren “maar ouderdomsk­walen”.’

- VAN ONZE CORRESPOND­ENTE RUSTHUIS/STERFHUIS? VEERLE BEEL

BRUSSEL I De oma van Thaila Stoffelen is op 8 april overleden. Ze was net 92 geworden. Bijna drie jaar geleden vroeg ze haar kleindocht­er hulp bij haar aanvraag om te mogen sterven. Na een lange procedure, zoals de wet die voorschrij­ft, kreeg ze een ja te horen. De familie had op aanraden van de huisarts al een begrafenis­ondernemer gecontac teerd. T oen zei het woonzorgce­ntrum toch nog nee.

Nu haar oma een natuurlijk­e dood is gestorven, wil Thaila het pijnlijke verhaal ver tellen. ‘ We hebben geen klacht ingediend toen mijn oma nog leefde, omdat ze vreesde voor repercussi­es. Per slot was zi j afhankelij­k van het zorgperson­eel, en ze uite dat vaak tegen ons. “Zeg maar niets”, zei ze dan. “Want de meisjes zijn hier toch de baas.” Nu ze er niet meer is, hoeven we nergens meer bang voor te zijn.’

Thaila’s oma was nog niet zo lang in he t woonzorgce­ntrum, toen ze Thaila ver telde dat ze dood wilde. ‘Het was geen verrassing . M oeke heeft in haar leven veel meegemaakt. Ze was de oudste uit een groot gezin en k on pas na de oorlog trouwen. Maar toen werd haar man ziek: longkanker. Ze bleef met drie kleine kin deren achter. Mijn moeder was nog geen jaar oud. Ze heeft hard moeten knokken en hulp moeten vragen aan haar zussen, wat ze lastig vond. Een optimist is ze nooit ge weest. Bovendien was ze thuis al fel verzwakt. Ze viel dikwijls – de reden waarom ze naar een woonzorgce­ntrum was verhuisd. Ze heeft ook fijne dingen meegemaakt in haar leven en ze had vier kinderen en drie achterklei­nkinderen. Maar dat woog niet meer op tegen haar wens om te mogen sterven.’

‘Het gaat niet door’

‘Via de huisarts werd een Leifarts gecontacte­erd, die in de zomer van 2015 meermaals me t Moeke is gaan praten. “Die mens verstond mij echt”, zei ze na afloop. Vervolgens moesten we met haar naar een psychiater, die zou oordelen of ze wilsbekwaa­m was. We kregen pas in oktober een afspraak in he t ziekenhuis. We moesten lang wachten op plastic stoeltjes – niet evident voor een hoogbejaar­de dame met een verzwakte fysieke conditie. Mijn moeder en ik bleven op de gang. Aan he t eind van he t gesprek riep de dokter ons toch binnen. H ij zei: “Weten jullie wel wat ze vraagt? Dat is wel moord, hoor!” Uiteindeli­jk schreef hij toch dat ze wilsbekwaa­m was.’

‘De huisarts liet ons weten dat de zaak rond was. Ze zei dat we praktische schikkinge­n konden treffen. Ze heeft ook aan M oeke verteld dat de euthanasie kon doorgaan. Ik was erbij. Het was oké voor Moeke, ze was niet van het wisselvall­ige type. De directeur van he t woonzorgce­ntrum condoleerd­e ons me t ons nak ende verlies.’

‘Tot onze verbazing k wamen ze toen af me t een briefje dat M oeke moest onderteken­en. Daarop stond: “Ik wil euthanasie”. Ze zeiden dat de wachttijd van t wee maanden toen pas inging. Oké, als dat de wettelijke vereiste is, maar we waren al vier maanden bezig!’

Het bleek een ver tragingsma­noeuvre te zijn. ‘ Ze zeiden dat de zaak nog voork wam bij de e thische commissie’, zegt Thaila. ‘ We dachten dat die zich over de praktische kant zou buigen. W e waren die dag bi j Moeke. Ineens kwamen ze haar kamer binnen: “H et gaat nie t door ”. Haar dossier was “toch niet sterk genoeg” – het waren “maar ouderdomsk­walen”. W e over wogen e ven om Moeke mee te nemen naar huis en daar te laten ster ven, maar ook de huisarts trok zich prompt terug .’

‘De weigering was een mokerslag. Moeke klapte helemaal dicht. W e konden haar niet opnieuw door zo’n uitputtend­e procedure meenemen. En dan nog zonder haar huisar ts … Ze bleef meer en meer in bed liggen. Ze ging almaar minder e ten. “Zie je wel,” zei het personeel, “ze vraagt er niet meer om.” Op het laatst woog ze nog 40 kilo en schreeuwde ze het uit van de pi jn bij elke verzorging , ondanks de pijnpomp. We vroegen om haar nie t meer elk e dag volledig te wassen, maar dat was de regel zeiden ze. Ze zeiden ook: “Ze zal wel sterven als ze eraan toe is.” Het was in mijn ogen meer een foltering dan wat anders.’

Wie zal haar wassen?

Thaila en haar moeder vinden dat het woonzorgce­ntrum helemaal in de fout is gegaan. ‘Ze hadden meteen duidelijkh­eid moeten scheppen. Als je weet dat er maar een waterkansj­e is, begin je niet aan zo’n lange procedure. Feit is dat ze niet wisten hoe ze ermee om moesten gaan. V oor he t veto van het ethisch comité zeiden ze ons: houd he t stil, want we willen niet de “naam” krijgen dat we onze bewoners doodmaken.’

‘Ze zeiden ook: wie zal haar de laatste keer wassen? Wat zal ze eten? Alsof daar nooit mensen doodgaan. En ze lie ten weleens de beschuldig­ing vallen dat wij haar dood wilden – omdat wi j er misschien voordeel bij hadden. Dat was cru en on waar. Ik heb persoonli jk nie t geër fd. Dat doet ook niet ter zake. Het enige wat telde, was de wens van mi jn grootmoede­r, die nie t gerespecte­erd is.’

Uiteindeli­jk stier f T haila’s oma door uitputting. ‘We hebben tot het laatst haar hand vastgehoud­en. Z e kwamen achteraf nog zeggen dat we dat heel goed gedaan hebben. We hadden er geen enk ele boodschap meer aan.’

 ?? © Kristof Vadino ?? Thaila Stoffelen: ‘Ze wisten niet hoe ze ermee om moesten gaan.’
© Kristof Vadino Thaila Stoffelen: ‘Ze wisten niet hoe ze ermee om moesten gaan.’
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium