Akkoord over Europese energiedoelen
Tegen 2030 moet de Europese Unie 32 procent van haar energie halen uit hernieuwbare bronnen, zoals wind of zon. De Europese lidstaten hebben daarover woensdagnacht een voorlopig akkoord bereikt met de Commissie en het Parlement. Tot nog toe was 27 procent groene energie de ambitie, maar de lat moest hoger om de klimaatbeloftes van Parijs te halen.
De nieuwe doelstelling is wettelijk bindend. Bovendien maakt de Europese Commissie in 2023 een evaluatie van de progressie, hetzelfde jaar waarin ze de voortgang van de Parijse klimaatbeloftes onder de loep neemt. De Commissie kan de doelstellingen dan bijsturen, maar alleen naar boven toe. In het akkoord staat ook dat palmolie tegen 2030 niet meer mag worden gebruikt voor biobrandstof in de transportsector . Niet alle lidstaten wilden die energieambitie aanscherpen. België lag dwars, omdat de Vlaamse regering op de rem stond. Daarmee zat ons land tijdens de onderhandelingen in het kamp van klimaatsceptische landen als Polen en Hongarije.
‘De nieuwe doelstelling is een mooie tussenstap’, zegt Bram Claeys, directeur van de Organisatie voor Duurzame Energie. ‘Volgens berekeningen van de Commissie en het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie is ze zeker haalbaar voor Europa.’
Dat er nog geen akkoord is om ook de ambitie voor energieefficiëntie op te krikken, werpt ‘een schaduw over het akkoord’, zegt Claeys. Het Europees Parlement wil dat we tegen 2030 minstens 32,5 procent minder energie gebruiken, tegenover 30 procent nu. (kde)