Met de pc in de hoofdrol
Verhalen Chili, zijn aardbevingen, zijn ontwrichte families, zijn voetbal en zijn Pinochet: Alejandro Zambra brengt het in zijn ‘map documenten’ weergaloos in beeld.
‘Ik overweeg dit bestand te sluiten en he t voor alti jd in de map “Mijn documenten” te laten staan. Maar ik ga dit publiceren, ik wil he t doen,’ schrijft de verteller van Mijn documenten. En dat is een wi js besluit, want deze verhalen behoren tot he t beste wat Alejandro Zambra tot nog toe heef t voortgebracht. De C hileense auteur werd met Bonsai, Het verborgen leven van bomen en Manieren om
naar huis terug te ker en de meest gelezen LatijnsAmerikaan van zijn generatie, maar vergeleken bij die flinterdunne romans, die samen amper ruim driehonderd bladzi jden tellen, is zi jn allereerste verhalenbundel een tur f. De schrijver berijdt daarin al zi jn stokpaardjes: het wel en wee van de C hileense middenklasse, liefde, huwelijk en echtscheiding in dic tatoriale tijden en, last but not least, he t bewind van Pinochet. Dat heef t een onuitwisbare stempel gedrukt op zi jn generatie, die geboren is onder de dictatuur en opgegroeid in de democratie, en daar een groot ge voel van onzekerheid aan heef t overgehouden. Het leven van Zambra’s personages wordt stee vast gelinkt aan gebeurtenissen op he t politieke vlak en dat is deze k eer niet anders. Zelfs wanneer ze in M exico Stad worden beroofd, polsen de overvallers bezorgd naar de politieke situatie in hun land. En dat de boeven hen ver volgens heelhuids laten gaan, is dan weer een hommage aan de C hileense middenvelder Chupete Suazo, want voe tbal is evengoed een beproefd middel om een verhalenbundel bij elkaar te houden. En dus k omen de helden daden van he t populaire elf tal ColoColo, Zamorano en Ale xis Sánchez ook een paar k eer voorbij.
Zambra’s hoofdpersonages zijn verlegen, nogal slome jongelui, die niet in staat zi jn langdurige relaties te onderhouden. V aak zijn het schrijvers in wording , die de boeken schrijven die de lezer in handen heeft, want de auteur is nie t vies van me tafictionele spelletjes. De titel, Mijn documenten, klinkt alsof deze ver tellingen zo uit zi jn computerbestanden geplukt zijn. ‘Mijn vader was een computer en mijn moeder was een schri jfmachine. Ik was een leeg schrif t en nu ben ik een boek’, noteert de ver teller van he t titelverhaal, die ne t als zijn geestelijke vader halver wege de jaren 70 in C hili is geboren. De jongen heeft het over zijn onopmerkelijke kinder en jeugdjaren, over zijn grootmoeder, die sprookjes vertelde die alti jd slecht afliepen omdat haar personages stee vast omkwamen bij een aardbe ving, over zijn langzame politieke bewustwording en over de k omst, ‘op hetzelfde moment, van de democratie en de puber teit. De puberteit was echt. De democratie niet.’
Een verdomd goede roker
Computers staan centraal, ne t als in he t echte le ven. In ‘Herinneringen van een pc ’ vertolkt het apparaat zelfs de hoofdrol. M ax en Claudia hebben er een heuse driehoeksverhouding mee, die wordt gemarkeerd door spelle tjes mijnenveger en PacMan, de komst van het internet, email, Messenger en internetporno. Zeldzame diepte
punten in hun relatie zi jn ‘ de periode dat ze de a en de t k wijtraakten’, en een computercrash, die wordt vergeleken met een amputatie. Max is een van die personages waar Zambra het patent op li jkt te hebben: een literatuurlief hebber met schrijfambities, die ‘ veel rookte wanneer hij schreef, of lie ver gezegd hij schreef weinig wanneer hi j veel rookte, want zi jn snelheid als roker lag veel hoger dan zi jn snelheid als schri jver’. De hoofdpersoon van he t vermakelijke ‘ Ik was een verdomd goeie rok er’ probeert met die ongezonde ge woonte te breken en wordt daar veel gezonder en veel minder gelukkig van, want ‘ sigaretten vormen de interpunctie van he t leven’. Zijn relaas is doorspekt me t toepasselijke citaten uit de wereldliteratuur . Tussen tabak en schrijven bestaat nu eenmaal een onverbrekelijke band.
Het leven van Zambra’s personages wordt stee vast gelinkt aan gebeurtenissen op he t politieke vlak en dat is deze k eer niet anders. Zelfs wanneer ze in M exico Stad worden beroofd, polsen de over vallers bezorgd naar de politiek e situatie in hun land. En dat de boe ven hen vervolgens heelhuids laten gaan, is dan weer een hommage aan de C hileense middenvelder Chupete Suazo, want voe tbal is evengoed een beproefd middel om een verhalenbundel bij elkaar te houden. En dus k omen de heldendaden van he t populaire elf tal ColoColo, Zamorano en Ale xis Sánchez ook een paar k eer voorbij.
Zelfportret als jongeman
Of zijn personages nog lang en gelukkig leven, laat de auteur wi jselijk in he t midden, want me t de computer heeft een nieuw soor t eenzaamheid zijn intrede gedaan. Er komt een onafzienbare stoe t sympathieke losers voorbi j, die lanterfanten, rondhangen en chillen in Chili, en af en toe een stapje in de wereld ze tten. Voor ‘De meest Chileense man ter wereld ’ is Zambra zelfs helemaal naar L euven afgereisd, ‘ een prachtige stad vol met prachtige mensen’, die jammer genoeg te klein is om er ‘ doelloos rond te wandelen ’. Allemaal willen ze graag in ie ts geloven, ergens bij horen, een echte, hechte familie hebben, maar er wordt hen geen greintje geborgenheid gegund.
Alejandro Zambra is allicht nie t de eerste die schri jft over C hili, zijn aardbevingen, zijn ontwrichte families, zijn voetbal en zijn Pinochet, maar hij doet het wel op zi jn eigen onnavolgbare minimalistische manier. Mijn documenten gaat over een generatie die opgroeide met het geratel van t ypemachines, haar gedichten schreef op papier en vervolgens overbracht naar de harde schijf van een computer, met ingrijpende gevolgen voor he t schrijfproces. De Nederlandse vertaling is nie t helemaal vlekkeloos, maar dat doe t nauwelijks afbreuk aan de sfeer van deze melancholische verhalen me t ironische onder toon, waarin de grenzen tussen literatuur en werkelijkheid, fictie en autobiografie systematisch worden overschreden. Want eigenlijk schetsen deze elf teksten samen he t zelfportret van Alejandro Zambra als jongeman.
‘De puberteit was echt, de democratie niet’