Bordeaux toont dat het kan
De samenleving moderniseren is niet gemakkelijk. Wie zich afvraagt of dat in deze barre tijden nog mogelijk is, moet eens naar Bordeaux, tipt Bart Sturtewagen.
Voor de velen die met treurnis vrezen dat we in Vlaanderen, België en Europa veroordeeld zijn tot een politiek klimaat waarin discussies slechts leiden tot hakken in het zand, ergernis, verbittering en stilstand kwam er afgelopen week goed nieuws over – of all places – Antwerpen. Onder de kundige en, toegegeven, onontbeerlijke leiding van een intendant, is er na decennia gebakkelei een algeheel akkoord over een nieuwe Scheldeverbinding en de overkapping van grote delen van de Antwerpse Ring (DS 26 juni). Dat zoiets in onze barre tijden nog mogelijk is, verwarmt de ziel.
Wie op dat vlak nog meer inspiratie en bevestiging kan gebruiken, wende deze zomer de steven naar de ZuidwestFranse wijnstad Bordeaux. Zelfs een toevallig passerende fietstoerist kan er vaststellen dat het in moeilijke omstandigheden mogelijk is de verzuring onder het alarmpeil te houden en op het terrein resultaten te boeken die de samenleving deugd doen.
Vrolijke chaos
Al na een dag peddelen en kuieren valt het op: hier hangt iets interessants in de lucht, en het zijn niet alleen alcoholdampen. Zelfs in een weekend waarin het tweejaarlijkse Bordeaux Fête le vin samenviel met de intocht van de majestueuze zeilschepen van de Tall Ships Parade en de stad dus honderdduizenden extra bezoekers te verwerken kreeg, bleken al die mobiliteitszoekers in staat om de openbare ruimte hoffelijk met elkaar te delen.
Dat talrijke voetgangers zich op het brede fietspad langs de kaaien van de Garonne begaven, waardoor fietsers uit beide richtingen elkaar zowel links als rechts gingen passeren, terwijl autobestuurders lijdzaam hun beurt afwachtten en de blinkende trams onophoudelijk meer volk aanbrachten, leidde op geen enkel moment tot publiek geuite frustratie of bitse woordenwisselingen.
Ook verder van de drukte en in de daaropvolgende dagen hield dat beeld wonderwel stand. Geen zucht of vloek te horen, zelfs geen geërgerde lichaamstaal, ook niet als fietsers in smalle eenrichtingsstraten waar dat niet als toegelaten is aangegeven, toch in de tegenrichting rijden en het tegemoetkomende autoverkeer vastzetten. En als twee fietsers of een fietser en een voetganger toch even moeten in houden, omdat ze dreigen te botsen, zeggen ze allebei spontaan ‘excusezmoi’, zonder dat moet worden uitgemaakt wiens fout het eigenlijk was. Daarmee is de spanning uit de lucht en kan de vrolijke chaos weer doorgaan.
Amsterdamse scheldpartijen
Natuurlijk bestaat de mogelijkheid dat het toeristenoog tijdens een zuiderse zomer dingen ziet die er niet, of niet altijd zijn. Een eerste indruk is soms bedrieglijk. Maar daar staat tegenover dat een eerste indruk bij een bezoek aan, pakweg Amsterdam, doorgaans heel anders is. Een wandeling met de rolkoffer van het Centraal Station naar de omgeving van het Vlaamse cultuurcentrum Brakke Grond levert onvermijdelijk een verbale ontmoeting op met een of meer haastige, barse fietsers die op hoge toon hun mening geven over de falende terreinkennis en de ontbrekende onderdanigheid van de indringer. Zo’n scheldpartij komt wel de taalverwerving, maar niet het welbevinden ten goede. De nieuwe Amsterdamse burgemeester, Femke Halsema, moet daarover maar eens in de leer bij haar collega in Bordeaux, expremier Alain Juppé.
Ook in Gent bleek bij de invoering van het circulatieplan snel dat de ongeduldige autobestuurders van vroeger op de fiets hadden plaatsgenomen met medeneming van hun superioriteitsgevoel. En dat de voetgangers de opinie waren toegedaan dat ze voortaan op de bonnefooi de rijweg konden oversteken zonder zich van enig gevaar te vergewissen. Dat verschil in visie wordt nog steeds niet altijd in der minne geregeld.
Tramways
Bordeaux loopt in Frankrijk voorop in de promotie van de fiets als vervoermiddel en prijkt op de zesde plaats op de lijst van fietsvriendelijke steden, net voor Antwerpen. In eigen land moet het alleen Straatsburg nog laten voorgaan. Het zou verkeerd zijn het als een mobiliteitsparadijs voor te stellen. Noch voor auto’s noch voor fietsen zijn er voldoende parkeerplaatsen. Overal zijn tweewielers vastgeklonken aan lantaarnpalen en ander straatmeubilair. ’s Avonds zijn de trottoirs in vele straten onbegaanbaar omdat auto’s er met twee wielen op staan, en dat ondanks de draconische boetes. Vierenhalf uur parkeren in de rode zone, de maximaal toegelaten tijd, kost 35 euro.
Nog dramatischer zijn de gevolgen van de radicale keuze van het stadsbestuur om in te zetten op het openbaar vervoer. De glinsterende ‘tramways’ bieden een futuristische aanblik in het oude stadscentrum, maar nu de lijnen verlengd worden naar de rand, is de miserie niet te overzien. De regionale krant Sud Ouest meldde vorige maand dat er niet minder dan 1.400 werven zijn. In een metropool met de schaal van Antwerpen is dat nogal wat. Bordeaux is na een kwarteeuw inves teren nog steeds de op drie na meest door files geteisterde Franse stad.
Belangrijke centrumpleinen, zoals de Place Gambetta en de Place Tourny, liggen erbij als bomkraters. Een invalsweg en winkelstraat als de Rue Fondaudège is al twee jaar over honderden meters opengebroken met veel stof en alleen nog een smal oneffen voetpad aan beide zijden. Dat leidt tot sluipverkeer in de belendende straatjes, maar, zo op het oog, niet tot groot onheil bij de neringdoeners. In haar wijnboetiek Entre deux vins laat de prettig gestoorde commerçante Sandrine Jacotot er zich alleszins haar goede luim niet door ontnemen. Het laatste artikel erover in Sud Ouest, in februari, maakt geen gewag van grote problemen. Nog tot 2019 moeten de winkeliers zien te overleven. Maar dat zijn ze ook vast van plan.
Stadsvernieuwing
De inspiratie is deze: de samenleving moderniseren is niet gemakkelijk. Er moeten harde keuzes worden gemaakt en de gevolgen van die keuzes kunnen, in het begin, vervelend zijn. Maar daarover steriel ruzie maken, helpt niets of niemand vooruit. In Bordeaux is burgemeester Juppé, na 25 jaar stadsvernieuwing, gestart met een grote bevraging van de bevolking over hoe haar stad er in 2050 moet uitzien. Dat doet hij natuurlijk met het oog op de lokale verkiezingen van volgend jaar, maar dat de horizon ver voorbij zijn politieke leven ligt en de burgers er massaal aan deelnemen, is veelzeggend.
Het staat niet in steen gebeiteld dat het politieke debat en de invloed ervan op het dagelijkse samenleven alleen scherper en vijandiger kunnen worden. Het vereist visionaire politici om het wiel in de andere richting te doen draaien. Maar het is een leugen dat het onmogelijk is een draagvlak te bouwen voor een visie die het algemene belang dient. En het is al helemaal een leugen dat het onmogelijk is om daarna nog verkozen te worden.
BART STURTEWAGEN is hoofdcommentator van deze krant. In 'Boeiende tijden' reflecteert hij over de actualiteit van de voorbije week. Illustratie R.L. Oppenheimer
Het is een leugen dat het onmogelijk is een draagvlak te bouwen voor een visie die het algemene belang dient