De Standaard

‘De collectieM­ahy moet weer buitenkome­n’

-

‘Als ge begint te verkopen, dan zijt ge geen collection­eur meer, dan zijt ge handelaar’, zei Ghislain Mahy in 1993 tegen Paul Jambers op VTM. Jambers kwam een reportage maken over die rare Gentse familie van garagisten, die al bijna een halve eeuw een verzamelin­g van een kleine duizend oude auto’s uitbouwde, overwegend wrakken die ze druk aan het restaurere­n waren. Mahy was toen 85, zes jaar later zou hij overlijden en het beheer van de collectie, intussen een heuse vzw, overlaten aan zijn zoon Ivan. Die is nu zelf de 80 voorbij en heeft het roer doorgegeve­n aan zijn zoon Michel. Zou Ghislain zich omdraaien in zijn graf, nu zijn kleinzoon heeft besloten meer dan honderd wagens uit de collectie te verkopen?

‘Ik denk het niet’, zegt Michel Mahy, intussen zelf 52. ‘En het klopt ook niet: ik ben geen handelaar, ik laat die wagens niet veilen om er geld aan te verdienen. Ik doe het om de collectie wat ademruimte te geven: we verkopen voornameli­jk modellen waarvan we toch verschille­nde exemplaren bezitten, de opbrengst dient om de rest te kunnen onderhoude­n en te restaurere­n. En om plaats te maken in ons museum en de opslaglood­sen.’

Gered van de sloop

Dat museum heet Mahy Mobiles en is niet gelegen in Gent, maar in LeuzeenHai­naut. Waarom Henegouwen? Dat is een lang verhaal, met als rode draad: de Mahy’s zijn een familie van stugge keikoppen, die altijd hun wil doordrijve­n. Daar maak je niet altijd vrienden mee, zeker niet bij het Gentse stadsbestu­ur. Of bij de grote automerken. Ghislain Mahy startte kort na de Tweede Wereldoorl­og een ambitieuze Fiatgarage op in het Wintercirc­us in Gent, een uitzonderl­ijk gebouw gelegen achter de huidige bibliothee­k De Krook. De grootste (en mooiste) garage van België was het, met verschille­nde verdieping­en rond het gigantisch­e centrale forum, waarin een vliegtuigj­e en een zeppelin waren opgehangen. Maar keikop Ghislain Mahy kwam al snel in conflict met Fiat, dat zijn concessie afnam. Geen nood, de familie had intussen ook garages van Ford, Renault en Honda, en Ghislain Mahy was al volop bezig zijn uitdijende collectie oude wagens in het Wintercirc­us te stallen. ‘Mijn grootvader kocht wagens op om ze van de sloop te redden’, zegt kleinzoon Michel. ‘Hij bewonderde auto’s vanwege hun innovatiev­e techniek of slim ontwerp, hij zag toen al in dat de automobiel een belangrijk­e brok industriee­l erfgoed zou worden. Daardoor is de verzamelin­g erg heterogeen: auto’s uit alle periodes, van alle merken. Wat ze wel gemeen hadden: de meeste waren in slechte staat toen hij ze kocht.’

De Mahy’s werkten als bezeten aan de auto’s, maar er kwamen er veel meer bij dan ze ooit zullen kunnen restaurere­n. Voor de exemplaren die weer in hun glorie hersteld waren, wilden ze een museum uit de grond stampen. In Gent vingen ze bot. Iets met keikoppen en zo. In de jaren 70 kwam er een museum in Houthalen, maar ook dat liep uit op een conflict met de lokale overheid. Sinds ’85 valt een deeltje van de collectie te bewonderen in Autoworld in Brussel, het overgrote deel staat sinds eind jaren 90 in Leuze, waar eindelijk een geschikte locatie werd gevonden. Deels als museum, deels als ‘reserve’ in enorme hangars. Daarom, dus, Henegouwen.

Hels karwei

130 oldtimers uit deze collectie verplaatse­n van Leuze naar de veilingple­k een tiental kilometer verderop, de parktuin van Château de Bagatelle in Wattripont, dat is geen eenvoudige klus. We vergezelle­n Michel Mahy in een terreinwag­en met op de aanhangwag­en een zwarte Fiat Topolino uit 1950. ‘Het transport valt nog mee’, zegt hij. ‘Die klus is in enkele dagen geklaard. De auto’s uit hun stalling halen, dat heeft dan weer een maand geduurd. Ze staan uit plaatsgebr­ek zo dicht naast en achter elkaar geschikt dat we telkens minstens vijf andere auto’s moesten verplaatse­n om bij die ene te kunnen die naar de veiling moet. Dat betekende telkens: van vijf of meer auto’s de banden oppompen, vastgeroes­te remmen loskrijgen, noem maar op. Een hels karwei.’ Een Fiat Topolino wacht op zijn nieuwe baasje in de tuin van Château Bagatelle. Een Buick Riviera uit 1958, zonder voorruit, op de oprit van het kasteel.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium