De Standaard

Het zijn gevaarlijk­e dingen, woorden

-

Geachte mevrouw Hermans, beste Dalilla,

Dat was schrikken gisteren. Ik krijg wel vaker boze dingen over mezelf te lezen, maar als ze van rechtsextr­emisten, Trumpaanha­ngers of fans van FC De Kampioenen komen, deert me dat niet.

Zwaar aangevalle­n worden door u, kwam harder aan (DS 29 juni). Door de inhoud van uw verwijten, maar ook vanwege wie u bent. Ik mag u namelijk wel, ik ben fan van wat u doet. Driewerf hoera voor iedere welbespraa­kte stem die het bagatellis­eren van racisme bestrijdt. De karikatura­le lippen van een Afrikaan bij Suske & Wis ke, het ‘negerke’ als symbool van de Oerwoudfui­f, het zwartepiet­endebat: ik stond telkens volmondig aan uw kant. (Soms loop ik zelfs voorop: twintig jaar geleden schreef ik, als eerste in Vlaanderen, al over de verstreken houdbaarhe­idsdatum van Zwarte Piet, en kreeg ik daar veel boze reacties op.) Bondgenote­n dus, wat het onaangenaa­m maakt om met getrokken degens tegenover u te staan. Dat wil ik helemaal niet. Maar het zet een mens aan het denken.

U verwijt mij, samengevat, dat ik in mijn stuk over de kracht van deze uiterst multicultu­rele generatie Rode Duivels, de klok wel hoorde luiden maar niet weet waar de klepel hangt, en dat mijn tekst wemelt van de ‘bijna racistisch­e’ stereotype­ringen. Au!

Hoe ontstaat zo’n misverstan­d? Ook al zijn wij dus allebei ten zeerste gekant tegen racisme of homofobie, verschille­n we kennelijk grondig van mening over stereotype­n. Jaren geleden schreef ik na mijn correspond­entschap in Nederland het boek Onder Hollanders, dat uitging van de bestaande clichés en die kritisch maar respectvol onderzocht, en toen waren er behalve lovende reacties ook criticaste­rs die iedere uitspraak over ‘eigenschap­pen van een volk’ principiee­l verkeerd vonden. Als dat al over Nederlande­rs versus Belgen gevoelig ligt, dan zéker over blank en zwart. Ik vind nochtans niet dat iedere verwijzing naar gedrag dat wat typerender is voor deze of gene groep, taboe hoort te zijn. Zolang je respectvol onderlijnt dat aan alle kanten voor en nadelen zijn, zie ik niet in wat daaraan verkeerd is.

‘De Duivels kennen maar één kleur: rood’ was geen vrije tribune. Het was een analyse, gebaseerd op gesprekken met spelers, coach en veel mensen uit de entourage en de vaste voetbalper­s, genoteerd door een relatieve buitenstaa­nder. Dat er niet zo veel citaten in stonden en veel op eigen gezag verteld werd, kwam doordat het zo’n klein wereldje is waar veel off the record wordt gezegd. Ook door rechtstree­kse betrokkene­n.

Ik heb sterk de indruk dat uw boosheid, Dalilla, vooral getriggerd werd door het woordje ‘Bounty’ voor Vincent Kompany. Ik vind dat woord, achteraf bekeken, zelf wat ongelukkig. Ik heb ook geaarzeld het te ge

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium