HOE DE AFVINKCULTUUR DOKTERS VAN ECHTE ZORG AFHOUDT
De Vlaamse ziekenhuizen geven miljoenen uit om zich te laten keuren door internationale organisaties. Of de patiënt beter af is in een ziekenhuis met keurmerk, blijft onduidelijk. ‘Om aan de eisen van de kwaliteitslabels te voldoen, worden verpleegkundigen en artsen opgezadeld met administratie.’
Jaarlijks lopen duizenden patienten in ons land een gevaarlijke bloedvergiftiging op doordat verpleegkundigen of artsen bij de plaatsing van een katheter niet hygiënisch werken. Ook de endoscopen voor onderzoeken en ingrepen in de long, maag, darm of blaas worden niet in alle Vlaamse ziekenhuizen perfect gereinigd. Het zijn twee berichten uit de ziekenhuizen die ons vorig jaar bereikten.
Het zou eigenlijk niet mogen. Op enkele revalidatieziekenhuizen na onderwerpen alle algemene Vlaamse ziekenhuizen zich vrijwillig aan normen en procedures die zelfs nog strikter zijn dan wat de overheid oplegt. De klinieken gaan mee in de trend om zich te laten keuren door internationaal erkende private organisaties die strenge eisen opstellen, gebaseerd op wetenschappelijke inzichten.
Die organisaties zien toe op zowat alle aspecten van de ziekenhuiszorg: van de kledij in de operatiekamer en het dubbelchecken van de medicatie tot de bijscholing van het personeel en de bespreking van complicaties. Daarbij ligt de klemtoon op procedures die steeds correct gevolgd moeten worden, in de hoop dat de patiënt beter af is.
Een dertigtal Vlaamse ziekenhuizen heeft na een buitenlandse doorlichting van de gevolgde procedures al een kwaliteitskeurmerk (‘accreditatie’) behaald. Andere klinieken zitten in een traject om zo’n keurmerk dit of volgend jaar te behalen.
In het buitenland, waaronder Nederland, groeit onder artsen het verzet tegen het private auditsysteem. Eerder dit jaar riepen artsen van Nederlandse academische ziekenhuizen op om niet meer mee te doen aan de accreditaties. Volgens hen zeggen ze niets over de kwaliteit van de zorg. Integendeel, de artsen hekelen de ‘zinloze’ en ‘tijdrovende’ administratie die erbij komt kijken. Ze zouden liever meer tijd aan patiënten besteden.
Ook in eigen land worden de kritische stemmen luider. ‘Terwijl patiënten op een spoeddienst smeken om snel geholpen te worden, zitten artsen en verpleegkundigen wegens de accreditatie achter een computerscherm om verplicht vakjes af te vinken’, zegt Jan Stroobants, voorzitter van de Belgische vereniging van spoedartsen.
Robotisering van hulpverleners
Stroobants spreekt van een ‘robotisering’ van hulpverleners. Hij haalt zijn smartphone boven en toont een filmpje dat hij heeft opgenomen tijdens een gezinsvakantie in Amerika. Badgasten drijven rustig op het ondiepe water van een ‘lazy river’attractie. Een aantal mannen en vrouwen loopt langs het bad. ‘Ze scannen de bodem. Ze worden ook gefilmd zodat iemand anders hun bewegingen kon controleren. Maar garandeert het onophoudelijk knikkebollen dat ze de aandacht erbij houden? Ik ben niet tegen verregaande veiligheidsmaatregelen. Maar overdrijf niet als het onnodig is.’
De accreditaties van ziekenhuizen waaiden over van de VS naar Europa. Het eisenpakket van de Amerikaanse Joint Commission International (JCI) en het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ), de twee accreditatieorganisaties die in Vlaanderen actief zijn, omvat meer dan duizend normen waaraan de ziekenhuizen en hun personeel moeten voldoen.
‘Het zijn normen die private organisaties bepalen, waarbij de overheid dus niet de afweging maakt of ze in verhouding staan tot wat ze opbrengen voor de patiënt’, aldus Stroobants. ‘Het wordt niet bekeken of we met onze beperkte bezetting en middelen misschien de kwaliteit van de zorg schaden door veel energie te steken in relatief onbelangrijke administratieve taken.’
Zijn collega’s hebben het er volgens hem moeilijk mee dat ze steeds moeten kunnen bewijzen dat ze zich aan alle eisen houden. ‘Je hebt een bloedanalyse bij het lab aangevraagd, check; de resultaten zijn toegekomen, check; je hebt ze bekeken, check. Het is ook niet meer voldoende om aan patiënten te vragen of ze medicatie nodig hebben tegen de pijn en daarna of het beter gaat. Nee, we moeten hun pijn op bepaalde tijdstippen een score geven op een schaal van nul tot tien.’
Agressieve patiënten
Niet alleen artsen, ook verpleegkundigen verliezen veel tijd aan de papierwinkel. Bij een re cente peiling van Het Laatste Nieuws zei 70 procent van de ondervraagde verpleegkundigen dat de werkdruk door de accreditaties gestegen is. De administratieve last die verpleegkundigen ondervinden, kan leiden tot conflicten met patiënten die een dringende vraag hebben of zelfs uitmonden in incidenten met agressieve patienten (DS 15 februari).
De Vlaamse Zorginspectie beaamt dat in de ziekenhuizen die zich laten accrediteren, de lat extra hoog ligt. ‘In de normenkaders van de accreditatieorganisaties is opgenomen dat de ziekenhuizen sowieso moeten voldoen aan de regels van de overheid’, klinkt het. ‘Een ziekenhuis dat kiest voor een accreditatietraject, legt zichzelf dus bijkomende eisen op.’
Jo Vandeurzen (CD&V), die als Vlaams minister van Welzijn bevoegd is voor de inspecties in ziekenhuizen, heeft steeds benadrukt dat de ziekenhuizen vrijwillig voor accreditaties kiezen en ze niet verplicht worden om buitenlandse auditorganisaties aan te spreken.
Al verdedigen de ziekenhuisdirecties de keuze voor een accreditatie (zie inzet), ze erkennen wel dat de druk groter geworden is. ‘De eisen van de accreditatieorganisaties zijn stuk voor stuk gerechtvaardigd’, zegt Maarten Walravens, adjunct van de hoofdarts en het medisch departement van het AZ SintMaarten, een middelgroot ziekenhuis in Mechelen dat een NIAZaccreditatie heeft behaald. ‘Maar de enorme hoeveelheid van de vereisten veroorzaakt een overload. Artsen vragen me regelmatig: “Mag ik me ook nog bezighouden met mijn patienten?” Ik vraag me af hoe het allemaal behapbaar blijft voor de ziekenhuizen.’
Geld voor tolken
De accreditaties kosten naast tijd ook veel geld. Een recente masterproef uit de kring van Dominique Vandijck, professor zorginnovatie, gezondheidseconomie en patiëntveiligheid (UGent en UHasselt), heeft becijferd dat de Vlaamse ziekenhuizen naar schatting samen zo’n 90 miljoen euro uitgeven om hun accreditaties te behalen. Intussen draaien heel wat ziekenhuizen met verlies of blijven ze maar net uit de rode cijfers.
Een deel van de kosten zijn investeringen die de ziekenhuizen in elk geval hadden moeten maken, bijvoorbeeld voor apparatuur. Maar ze moeten voor een audit door JCI, bijvoorbeeld, ook gemiddeld rond de 43.000 euro aan vertalers en tolken spenderen. Daarbij komen rond de 20.000 euro reiskosten om de buitenlandse auditoren over te laten vliegen.
Harde bewijzen dat de inspanningen en uitgaven iets meetbaars
‘Patiënten vragen of ze medicatie nodig hebben tegen de pijn en daarna of het beter gaat, is niet meer voldoende. Nee, we moeten hun pijn een score geven’
JAN STROOBANTS
Voorzitter van de Belgische vereniging van spoedartsen
Vervolg van blz. 23 •
Bij onaangekondigde inspecties blijkt dat sommige geaccrediteerde ziekenhuizen niet volledig in orde zijn met de basics om veilige zorg te garanderen
opleveren voor de patiënten – bijvoorbeeld minder overlijdens of infecties – zijn er niet. Bij onaangekondigde inspecties door de Zorginspectie blijkt ook dat sommige geaccrediteerde ziekenhuizen niet volledig in orde zijn met de basics om veilige zorg te garanderen. Denk aan patiënten die in de operatiekamer geen armbandje met hun naam dragen. Zulke armbandjes moeten ze beschermen voor verwisselingen.
Keurmerk is onbekend
‘Dat er geen wetenschappelijke bewijzen voor zijn wat de accreditaties opleveren voor de patiënt, is een terecht punt van kritiek en dat zou moeten veranderen’, erkent Kees van Dun, directeur van accreditatieorganisatie NIAZ. ‘Maar met cijfers de kwaliteit van ziekenhuizen monitoren, lijkt ons niet haalbaar.’
Het ís ook niet makkelijk om het effect van accreditatie te meten, zegt professor Vandijck, die tevens directeur patiëntveiligheid is bij ziekenhuiskoepel ZorgnetIcuro. ‘Ik begrijp wel dat er vragen komen over wat het ons oplevert. De ziekenhuizen zijn indertijd, vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel, enthousiast op de kar gesprongen en hebben er fors in geïnvesteerd. Zonder zich op voorhand af te vragen wat het financieel zou opbrengen. Er was en is ook een grote peer pressure om mee te doen, om niet onder te doen voor andere ziekenhuizen met een accreditatie.’
Over de uitstraling van de accreditaties lijkt de sector zich te hebben misrekend. De gemiddelde Vlaamse patiënt weet niet wat ‘accreditaties’ zijn. ‘Anders dan in het buitenland spelen de keurmerken hier geen rol bij de keuze voor een ziekenhuis’, geeft Vandijck toe.
‘Ik ben er wel van overtuigd dat een accreditatie het werken naar kwaliteitsvolle zorg in een stroomversnelling brengt. Maar het label mag geen doel op zich zijn. Een accreditatie met alle bijbehorende procedures is als de ruwbouw van een huis, een voorwaarde voor kwaliteit. Maar daarmee is de binnenhuisarchitectuur nog niet op orde.’
Mierenneuken
Bij onze noorderburen heeft de regering intussen aangekondigd dat het terugdringen van de administratielast voor zorgpersoneel een ‘topprioriteit’ is. Ook de Nederlandse accreditatieorganisatie NIAZ lijkt zich het protest van de artsen aan te trekken. Directeur Van Dun meldt dat NIAZ de komende jaren de focus wil verleggen van hoe de zorgprofessional werkt naar hoe de patiënt de zorg ervaart.
Zo groot als in Nederland is het verzet tegen de accreditaties hier niet. Het debat ligt ook zeer gevoelig, zegt spoedarts Stroobants. ‘Je krijgt bij kritiek snel te horen: “Vindt u kwaliteit misschien niet belangrijk?” Terwijl wij, artsen, gewoon willen dat de patiënt beter af is en meer tevreden is over de zorg. Er moet aan de accreditaties gesleuteld worden door experts die de Vlaamse ziekenhuizen beter kunnen inschatten dan buitenlanders.’
Er beweegt in Vlaanderen het een en ander in die richting. Zo pleiten gezaghebbende figuren uit de sector voor accreditaties die meer op maat van onze ziekenhuizen zijn. Onder hen is professor Vandijck. ‘We gaan de discussie aan met de accreditatieorganisaties. Laten we de zaken schrappen die minder zinvol zijn en die neigen naar mierenneuken. En laten we de essentiële eisen behouden en die streng opvolgen.’