Zedenfeiten sneller gemeld aan jeugdbewegingen
Parketten kunnen jeugdbewegingen of jeugdhuizen voortaan sneller informeren over begeleiders die verdacht worden van kindermisbruik of in het bezit zijn van kinderporno. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) maakte daarover afspraken met het college van procureursgeneraal. In het onderwijs werden de afspraken eerder al gemaakt.
De regeling tussen minister Geens en het gerecht is vooral nodig omdat scholen en jeugdorganisaties nu pas te weten komen dat er problemen zijn met een leerkracht of begeleider wanneer die al voor de rechtbank veroordeeld is. Aangezien er tussen onderzoek en veroordeling vaak een hele tijd zit, kunnen de betrokkenen nog wel even ongestoord hun gang gaan en kunnen er geen maatregelen worden genomen om slachtoffers te beschermen.
Het was Vlaams minister van Jeugd Sven Gatz (Open VLD) die Geens vroeg ook voor de jeugdorganisaties en sector een gelijkaardige regeling uit te werken.
Het is niet zo dat de informatie altijd zal worden doorgespeeld. Parketten moeten daar telkens over oordelen en afwegen of de feiten wel zwaarwichtig genoeg zijn of het onderzoek niet in gevaar brengen. Zij worden daarin bijgestaan door gespecialiseerde magistraten. ‘Dit mag niet leiden tot een heksenjacht, maar we moeten ook niet bang zijn van informatiedoorstroming bij ernstige zedenfeiten’, zegt Geens. Voor sportclubs zijn er nog geen afspraken gemaakt.
‘Dit mag niet leiden tot een heksenjacht, maar we moeten ook niet bang zijn van informatiedoorstroming bij ernstige feiten’
KOEN GEENS Minister van Justitie