Congo wil olie zoeken in natuurparken
Het plan van de Congolese regering om ongeveer een vijfde van het Virungapark niet langer als beschermd gebied te erkennen, doet natuurorganisaties steigeren.
Er leven savanneolifanten, berggorilla's en bonobo’s, stuk voor stuk bedreigde diersoorten. De Verenigde Naties erkennen de natuurparken Virunga en Salonga als werelderfgoed om hun unieke ecosystemen. Toch heeft de Congolese regering besloten olieboringen toe te laten in beide parken. Het besluit werd al begin juni genomen, maar raakte pas afgelopen weekend bekend.
Uit documenten die het Franse persbureau AFP kon inkijken, blijkt dat de regering van president Joseph
Kabila erop rekent dat in Virunga, het oudste nationale park van Afrika, miljarden vaten olie uit de grond te halen zijn. Om te weten waar die voorraden zich bevinden, zouden er eerst proefboringen gehouden worden. Daarvoor werkt de Congolese regering al een plan uit om zo’n 1.700 vierkante kilometer van het Virungapark, ruwweg een vijfde van het totale oppervlak, niet langer te erkennen als beschermd natuurgebied.
‘Catastrofale gevolgen’
Het Virungapark wordt sinds 2008 geleid door de Belgische prins Emmanuel de Merode. Hij was gisteren niet bereikbaar voor commentaar.
‘Ik ben zelf geboren in het park. Ik kan het besluit van onze regering alleen maar betreurenswaardig noemen’, reageert Thierry Lusenge, directeur van natuurorganisatie WWF in Goma. ‘Uit eerdere olieboringen hebben we bovendien geleerd dat die helemaal geen economische welvaart brengen. Na een aantal jaren zal alle olie op zijn en blijven we achter met een zwaar vervuild Albertmeer waarin vissers niks meer kunnen vangen. Als de regering duurzame welvaart wil brengen, dan moet ze net investeren in biodiversiteit en de ontwikkeling van het toerisme.’
Lusenge hoopt dat de regering nog op andere gedachten te brengen is. Via dialoog, maar desnoods door protest. ‘Omdat het Virungapark erkend is als werelderfgoed, is de Congolese regering gebonden aan internationale afspraken. We hopen dat ze dat willen inzien.’
Het was de Britse ngo Global Witness die het voornemen van Congo om Virunga en Salonga open te stellen voor olieboringen, wereldkundig maakte. Volgens Global Witness zullen de olieboringen catastrofale gevolgen hebben. ‘Terwijl Virunga de laatste berggorilla's ter wereld huisvest.’
Maar de Congolese regering vindt dat ze de bevoegdheid heeft om ‘waar dan ook in het land’ olieboringen toe te laten. Ze belooft rekening te houden met de fauna en flora van beide werelderfgoedsites. Wat ze daaronder verstaat en welke concrete stappen ze zal treffen, is onduidelijk. Het is evenmin duidelijk of er al contacten zijn met oliebedrijven die de eventueel gevonden olie zullen mogen opboren.
Parkwachters vermoord
In 2014 was de Britse oliemaatschappij Soco International in de running om aan olieboringen in Virunga te beginnen. Dat kwam het bedrijf op heel wat internationale kritiek te staan. In een interview met De Standaard in 2014 beschuldigde parkdirecteur De Merode de oliemaatschappij ervan dat ze zich illegaal toegang tot het park had verschaft, onder meer door parkwachters om te kopen. De internationale kritiek was ook voer voor de documentaire Virunga, die voor een Oscar werd genomineerd. Na alle protest trok Soco International zich terug uit Congo.
Het Virungapark kampt al langer met grote problemen. Het grenst aan Rwanda en Oeganda, en in die grensstreek wemelt het van milities en gewapende bendes. Begin juni nam De Merode al het besluit het park te sluiten voor toeristen, nadat er twee Britten werden ontvoerd en een parkwachter werd doodgeschoten. Dit jaar werden al acht personeelsleden van Virunga vermoord. In april 2014 liet De Merode bijna zelf het leven toen hij in een hinderlaag liep en werd neergeschoten.
‘Als de Congolese regering duurzame welvaart wil, moet ze net investeren in biodiversiteit.’
THIERRY LUSENGE Directeur WWF Goma