Auto’s zonder grenzen
Voor de grote autoproducenten is de wereld één grote winkeletalage. Hun klanten zitten overal, de autobouwers ook. Amerikaanse bedrijven als General Motors (GM) of Ford hebben net als hun grote Europese concurrenten op elk continent assemblagefabrieken staan. Voor wie wereldwijd auto’s verkoopt, bestaan er geen grenzen. Dan zijn handelsoorlogen en hoge invoerheffingen alleen maar slecht nieuws.
Het mag dus niet verbazen dat het topmanagement van General Motors lijnrecht ingaat tegen het protectionistische beleid van de Amerikaanse president Donald Trump. Dat de ceo van GM, Mary Barra, zich meestal ver van elke politieke uitspraak houdt, maakt haar afkeuring van Trumps handelsbarrières opmerkelijk. Haar waarschuwing aan Washington is niet min. Trump wil naar eigen zeggen de Amerikaanse industrie en bijbehorende banen redden, maar het omgekeerde zou wel eens kunnen gebeuren, zegt Barra. ‘Hogere douanetarieven kunnen leiden tot een kleiner GM, met eerder minder dan meer Amerikaanse banen’, luidt het in een brief aan het Amerikaanse ministerie van Handel.
Vorige week counterde motorbouwer Harley Davidson al het beleid van Trump door aan te kondigen dat het een deel van zijn productie uit de VS zal weghalen om Europese importheffingen – een weerwraak op de Amerikaanse staalheffingen – te ontlopen.
Harley Davidson mag dan al een Amerikaans icoon zijn, in bedrijfsomvang en tewerkstelling stelt het niets voor tegen de autoreuzen uit Detroit. De brief van GM – werkgever van duizenden potentiële kiezers van Trump – weegt vele malen zwaarder.
Dat de Amerikaanse president niet in de bovenste schuif ligt bij de technologiereuzen van Silicon Valley, is oud nieuws. Maar dat ook de klassieke industrie – GM op kop – openlijk durft te twijfelen aan Trumps beleid, is opzienbarend. Zeker omdat de president de autobouwers soepelere uitstootnormen heeft beloofd.
Amper een dag na het incident met GM opende Trump alweer een nieuw front. In een interview op Fox News liet hij weten dat er sancties komen voor Europese bedrijven die het Amerikaanse handelsembargo tegen Iran in de wind slaan.
De Franse autobouwer Renault is een van die bedrijven. Maar topman Carlos Ghosn zegt ‘in geen geval’ de Iraanse markt te zullen verlaten. Daar heeft Ghosn goede redenen voor. Iran is voor Renault de op twee na belangrijkste afzetmarkt, na Frankrijk en Brazilië, en vorig jaar heeft hij er 600 miljoen dollar geïnvesteerd in een joint venture. Dat project moet jaarlijks 300.0000 wagens opleveren. Zoiets blaas je niet zomaar af, ook niet na een boze tweet uit het Witte Huis.
Dat Silicon Valley geen fan van Trump is, wisten we. Maar nu twijfelen ook autobouwers aan zijn beleid