Energie uit koeienmest
Door methaan van koeienmest in stroom om te zetten, wil het OostVlaamse Biolectric de milieuimpact van de zuivelproductie fors beteugelen.
‘Voor we begonnen, zijn er verschillende academische papers verschenen waarin stond dat biogascentrales op kleine schaal, met een vermogen van minder dan 250 kilowatt, niet rendabel kunnen zijn’, zegt Philippe Jans, de ceo van Biolectric, terwijl hij ons in het bedrijf rondleidt. ‘Vandaag verkopen we vier types installaties: van 11, 22, 33 en 44 kilowatt.’ Jans zegt het met een monkellachje. Het illustreert de eigengereide maar succesvolle koers die hij de laatste jaren met zijn bedrijf heeft gevaren.
Jans, toen nog aan de slag als ingenieur bij Katoen Natie, speelde tien jaar geleden al met het idee om kleine biogascentrales te ontwikkelen die energie kunnen halen uit koeienmest. In 2011 richtte hij samen met Jonathan Schrauwen en Jan Palmaers Biolectric op, en na enkele jaren van zoeken en aftasten is de internationale expansie de laatste drie jaar in een stroomversnelling beland. Vanuit het OostVlaamse Temse heeft het bedrijf al meer dan 180 mestvergistinginstallaties geplaatst in dertien landen. De samenwerking die Biolectric twee weken geleden met Friesland Campina, de op vijf na grootste zuivelproducent ter wereld, sloot, is het voorlopige orgelpunt.
Danone
Hoe die kleine biogascentrales precies werken, kunnen we enkele kilometers verderop zien, op de boerderij van Kris Heirbaut. We zijn niet de enige geïnteresseerden vandaag, ook de Franse zuivelreus Danone is deze ochtend al langsgekomen om de installatie te bekijken. Hoogtechnologisch oogt het nochtans niet. In de stallen staan de koeien op roosters, waardoor hun uitwerpselen makkelijk kunnen worden opgevangen. Via een ondergrondse afvoer worden de koeienvlaaien naar een kleine ‘reactor’ gepompt, waar via bacteriële fermentatie methaangas vrijkomt. In een witte container naast de reactor zet een verbrandingsmotor het gas om in stroom, die nagenoeg de hele boerderij van stroom voorziet. ‘Net niet het hele erf’, zegt melkveehouder Heirbaut. ‘Omdat we hier ook zelf ambachtelijk hoeveijs produceren, verbruikt de koeling te veel energie om alleen op de gascentrale van Biolectric te kunnen rekenen.’
De installatie heeft een vermogen van 10 kilowatt. Een grotere installatie zou alle energieverbruik kunnen dekken, maar overschotten moeten dan in het stroomnet worden geïnjecteerd, en daar hangen veel (administratieve) verplichtingen aan vast. ‘Deze installatie kost ongeveer 95.000 euro’, zegt Philippe Jans. ‘Ze is in vijf à zes jaar terugverdiend, onder meer dankzij groenestroomcertificaten.’ Sinds begin dit jaar kunnen die certificaten niet meer worden bekomen voor kleine installaties, maar is er wel een eenmalige subsidie.
Klimaatvriendelijk
Het systeem ziet er dan wel relatief eenvoudig uit, de installatie levert een mooie bijdrage in de strijd tegen klimaatverandering door de uitstoot van methaan – als broeikasgas meer dan twintig keer schadelijker dan CO2 – fors te reduceren. Eén ‘pocketvergister’ van Biolectric vermindert de uitstoot van broeikasgassen jaarlijks met 413 ton CO2equivalenten. Dat is ongeveer evenveel als 235 wagens in die periode in de lucht in pompen.
De ecologische voetafdruk van de vleesen zuivelindustrie is dan ook groot. Volgens de Wereldvoedselorganisatie is de mondiale veeteelt goed voor bijna 15 procent van de door mensen veroorzaakte broeikasgassen. Daarbij wordt meestal de vleesconsumptie met de vinger gewezen, maar ook de melkveehouders voelen de druk om te vergroenen. Bovendien krijgen ze steeds meer concurrentie van producenten die met plantaardige alternatieven, zoals soja, werken.
Een bezorgdheid die ook bij Friesland Campina leeft en een goede reden om met Biolectric in zee gaan. Er zijn nu al twee installaties geleverd, maar de volgende jaren wil de Nederlandse zuivelcoöperatie bij duizend boeren kleine biogascentrales
plaatsen. Een heel belangrijke stap voor Biolectric, volgens ceo Jans. ‘Niet alleen voor onze omzet, maar ook voor onze geloofwaardigheid. Friesland Campina heeft ons twee jaar op de rooster gelegd en geholpen bij het verbeteren van de installatie. Als zo’n groot bedrijf je dan uiteindelijk kiest, krijg je een soort van “seal of excellence”.’
Ikeapakketten
In Temse zijn ondertussen 28 mensen aan de slag en Biolectric verwacht dit jaar een omzet van bijna 10 miljoen euro, bijna 50 procent meer dan vorig jaar. Ondertussen haalde het ook een eerste deal in de VS binnen, die de Amerikaanse markt kan openbreken. Het wordt een uitdaging voor de productie om de vraag bij te houden, geeft Jans toe. ‘Maar we hebben nog marge. We zijn nog maar twee jaar geleden naar dit nieuwe gebouw verhuisd. Waar we nu per jaar zo’n zestig pocketvergisters in elkaar steken, moet het mogelijk zijn dat op te drijven tot 250 per jaar.’
Dat die productie grotendeels ter plaatse gebeurt, is opvallend. De gascentrales in witte containers worden in Temse klaargestoomd en als kantenklare bouwpakketten verscheept. Daardoor vallen de productiekosten veel lager uit dan die voor centrales op maat. ‘Een beetje zoals Ikea werkt’, zegt Jans glimlachend. ‘Al betwijfel ik of die met mestcentrales willen geassocieerd worden.’
‘Friesland Campina heeft ons twee jaar op de rooster gelegd en geholpen bij het verbeteren van de installatie. Als zo’n groot bedrijf je dan uiteindelijk kiest, krijg je een soort van seal of excellence’
PHILIPPE JANS
Ceo Biolectric