‘Goliath’ België mag Japan niet onderschatten
Als na Spanje ook België of Brazilië het WK moet verlaten, is het tornooi onthoofd. Niemand gelooft dat het kan, maar nochtans...
Het wordt broeierig heet vanavond in de Rostov Arena, het splinternieuwe en hoogtechnologische stadion vlakbij de Don. Letterlijk dan. Gisteren steeg het kwik in de namiddag tot 34 graden: veel Russen gingen naar het stadsstrand en namen een heerlijke duik in de rivier. Wordt het ook figuurlijk een hete avond? We zijn hier in de Kaukasus, in de straten zie je naast heel vriendelijke mensen ook veel norse, trotse kozakkenkoppen: het heeft er al vaak bovenarms opgezeten in deze woelige regio. Recent zelfs nog: veel van de soldaten die de Krim – niet ver hiervandaan – innamen, lagen hier gelegerd. Dat Rostov tot gaststad van dit WK werd gebombardeerd en daarom een nieuw stadion kreeg, is niets meer of minder dan een statement van Poetin voor binnen en buitenland.
Maar het zijn de achtste finales van het WK: vandaag telt alleen wat er op het veld gebeurt. Japan is de laagst gerangschikte en (met Denemarken) minst overtuigende van alle teams die de laatste zestien bereikten. Een verrassende zege op Colombia die vooral te danken was aan een domme en zeer vroege rode kaart van de ZuidAmerikanen, gevolgd door een gelijkspel tegen Senegal en een nederlaag tegen de al uitgeschakelde Polen. Boven Senegal verkozen omdat ze minder gele kaarten hadden, een unicum in de WKgeschiedenis.
Flitsend spel
België komt, voor de tweede keer op een rij trouwens, ongeslagen uit de groepsfase. Het soms flitsende spel en de vele fraaie doelpunten hebben van de Rode Duivels een van de favorieten voor de titel gemaakt. België heeft wel vaker in dit stadium in een David tegen Goliathscenario gestaan, maar voor het eerst is het Goliath. Hopelijk loopt het niet zo af zoals in de Bijbel.
Uiteraard houden de Japanners vol dat ze er voluit in geloven, kun je iets anders zeggen, luidop? Een Japanse journalist gisteren, op weg naar het perscentrum, over de verwachtingen: ‘De fans geloven erin.’ En hijzelf? Spottend, veelbetekenend glimlachje. Bookmakers keren zes keer de inzet uit aan wie op Japanse kwalificatie gokt.
Toch zou het gevaarlijk zijn de Japanners te onderschatten. En niet alleen omdat de Belgen geleerd moeten hebben van Wales, maar ook omdat de ploeg van Akira Nishino wel degelijk de middelen heeft om een wat onderbemande en niet supersnelle verdediging te testen. Nauwelijks enkele maanden geleden hadden we een wedstrijd tegen een blok beton moeten voorspellen. De Bosnische trainer Vahid Halihodžic hamerde op tactische discipline en een rigide systeem, en had geen enkel ontzag voor de al wat oudere vedetten zoals Shinji Kagawa en Keisuke Honda, die hij op de bank liet of zelfs niet meer opriep. Het leidde tot een paleisrevolutie. Twee maanden voor de start van het WK werd de gerespecteerde veteraan Nishino opeens bondscoach.
Uiteraard houden de Japanners houden vol dat ze erin geloven, kun je iets anders zeggen?
Geen slappe kost tegen België
Hij greep terug naar de klassieke Japanse stijl. Veel beweging, veel vrijheid aan snelle spelers met een goede technische actie in de benen. In het begin van een wedstrijd denk je vaak: hola, die Japanners, kijk ze maar eens komen. Hun probleem is dat ze dat niveau nooit een wedstrijd lang volhouden. Zelfs al ligt dat nooit aan een gebrek aan inzet: een voorsprong tegen hen makkelijk uitspelen omdat ze hun hoofden laten zakken? Het zal niet gebeuren.’
Trainer Nishino verontschuldigde zich gisteren trouwens voor het erg laffe slotkwartier van de laatste wedstrijd tegen Polen, toen zijn team niet meer trachtte gelijk te maken tegen Polen, maar alleen maar vermeed nog een gele kaart te pakken. ‘Dat was ongewoon, en mijn beslissing alleen. Tegen België gaan we anders spelen en het goed maken voor onze fans.’
Of het een zinderende wedstrijd wordt, zal afhangen van de omstandigheden. Uit
verkocht is het stadion niet. Gisterennamiddag was er in heel Rostov nauwelijks een Japanner of een Belg te bekennen. Dat heeft wellicht ook te maken met de reputatie van deze stad als een waar hol van Pluto. Helemaal terecht is die kwade faam niet. Heel wat verouderde Sovjetarchitectuur weliswaar, en onze taxi was een Datsun die nog van de Flintstones is geweest. Een stap terug in de tijd, naar bejaarden die vanaf hun stootkar vers fruit verkopen, en geen mens die een mondje Engels spreekt. Maar gezellige steegjes en heerlijke terrasjes aan de aanlegkades van de rondvaartboten: dom van de schaarse fans dat ze zich laten opsluiten in zo’n fandorp om er op techno en songfestivalpop duur Fifabier te kopen.
De lokale bevolking vindt het maar niets, zo’n BelgiëJapan. Joeri, hoofdkelner van een café in de buurt van het stadion, is werkloos. ‘Bilgi good team, but fans not good’, vertrouwt hij ons toe. En dan laat hij op zijn iPphone beelden zien van vorige week. Daarop zetten honderden Brazilianen, Uruguayanen en Kroaten zijn tent feestelijk op stelten. ‘Bilgi Japan bad biznes’, herhaalt hij nog eens. Maar als de Rode Duivels vanavond geen steek laten vallen, wordt het straks in Kazan wellicht ‘Bilgi Brazil good biznes’.