ONRUST, WANTROUWEN EN KANSEN OP CRISIS
De beste periode om de begroting in evenwicht te brengen en zo de naderende vergrijzingskosten betaalbaar te houden, is voorbij. De Europese Commissie verlaagde gisteren, licht weliswaar, haar groeiverwachtingen voor de komende jaren. Ze voorspelt bovendien meer inflatie door de duurdere olie en denkt ook dat de extreem lage rente stilaan zal oplopen.
Het is tegen die achtergrond dat de federale regering haar laatste budgettaire oefening moet doen. De zenuwachtigheid daarover neemt toe. Bij de topambtenaren die in het Monitoringcomité de cijfers voor de begrotingsopmaak moeten aanleveren, broeit onrust. De regering neemt volgens sommigen onder hen haar wensen te veel voor werkelijkheid. In de aanloop naar de lokale en parlementsverkiezingen willen de coalitiepartijen geen onpopulaire maatregelen meer aankondigen. Maar elk uitstel van de sanering wordt later cash betaald. Het is een duivels dilemma.
De regering rekende erop dat lastenverlagingen en het herstel van de concurrentiekracht, geholpen door de conjunctuur, de begroting vanzelf op het juiste spoor zouden brengen. Maar België bengelt qua groei nog altijd in de staart van het Europese peloton. Het verhoopte effect van het gevoerde stimuleringsbeleid blijft uit. En nu zijn er de eerste signalen dat de loonkosten weer oplopen als gevolg van de krappe arbeidsmarkt. De investering, met belastinggeld, in een sterkere economie lekt dus weg en op termijn kan onze concurrentiepositie weer verslechteren. De gunstige financieeleconomische spiraal dreigt stil te vallen of zelfs om te keren en het venster om daar relatief pijnloos iets aan te doen, gaat dicht.
De 2,6 miljard die er volgens de voorzitter van het Monitoringcomité, maar dus niet volgens alle leden, minstens nodig zijn om de begroting volgend jaar op koers te houden, volstaat in het beste geval om tot de verkiezingen van mei volgend jaar de schijn op te houden. Maar de nieuwe regering erft de uitdaging om in haar eerste beleidsjaar een inspanning van 6,6 en in het tweede een van 8 miljard euro te leveren. En dat in de veronderstelling dat er intussen geen wereldwijde handelsoorlog uitbreekt, de gevolgen van de Brexit meevallen en de economie niet op een crash afstevent.
De omvang van de taak verklaart waarom de coalitiepartijen elkaar met onverholen wantrouwen bekijken. Het risico dat een van hen op het einde van deze zomervakantie een crisis en vervroegde federale verkiezingen in oktober uitlokt, bestaat nog steeds. En dus worden de scenario’s daarvoor voorbereid.
Uitstel van sanering wordt later cash betaald