Meer gezinshereniging door vluchtelingen
De vluchtelingencrisis laat zich voelen in de DVZcijfers: 52.000 vreemdelingen kregen een verblijfsvergunning.
BRUSSEL I 52.066 vreemdelingen kregen vorig jaar een verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging met iemand die in België woont, goed duizend meer dan het jaar daarvoor. Dat blijkt uit nieuwe statistieken van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ).
Terwijl gezinshereniging van vreemdelingen met Belgen en met EUburgers al jaren afneemt door de strengere wet op de gezinshereniging uit 2011, komen meer familieleden van vreemdelingen van buiten de EU naar ons land. Dat is toe te schrijven aan de vluchtelingencrisis. Wie bescherming in ons land krijgt, verwerft het recht om zijn partner en (minderjarige) kinderen te laten overkomen.
6.951 familieleden van vluchtelingen kregen zo vorig jaar een verblijfsvergunning, bijna 1.400 meer dan in 2016. Het gaat voornamelijk om Syriërs (2.469), Irakezen (1.298) en Afghanen (690). Uit deze drie landen kwamen de voorbije jaren ook de meeste vluchtelingen.
In deze cijfers zitten ook de kinderen van vluchtelingen die intussen in ons land zijn geboren. In 2017 ging het om 1.844 kinderen.
Mogelijk werkt de vluchtelingencrisis ook volgend jaar nog door in de cijfers. De achterstand van de asielaanvragen is nog niet volledig weggewerkt. Wie niet voor gezinshereniging in aanmerking komt, kan een humanitair visum vragen, maar dat is geen recht voor hen.
Ambassade in het buitenland
In 2015 kwam de regering al overeen om de regels rond gezinshereniging voor vluchtelingen aan te scherpen. Zo krijgen zij niet meer meteen een permanent verblijfsrecht. De DVZ heeft ook meer tijd om een aanvraag te onderzoeken. Door de vele aanvragen na de vluchtelingencrisis dreigde de dienst die niet meer tijdig te kunnen verwerken en automatisch een positief antwoord te moeten geven.
In het eerste jaar na hun erkenning mogen vluchtelingen een aanvraag tot gezinshereniging doen zonder dat ze aan bijkomende voorwaarden moeten voldoen, zoals een behoorlijke huisvesting of voldoende financiële middelen. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (NVA) stelde al eens voor om die termijn in te korten. Het federaal migratiecentrum Myria en UNHCR willen die termijn net afgeschaft zien, omdat ze volgens hen te kort is. In het eerste jaar kampen vluchtelingen nog zelf met te veel praktische moeilijkheden zoals het vinden van een huis, waardoor ze niet aan gezinshereniging toekomen, zeggen zij. Ze willen ook dat een aanvraag kosteloos wordt, en dat een vluchteling in België een aanvraag kan doen. Nu moeten zijn familieleden die op een ambassade in het buitenland doen. Daarvoor moeten ze vaak een verre, dure en gevaarlijke reis maken.
Francken wil alleen kwijt dat hij in het najaar met een nieuw migratiewetboek komt. ‘We komen met een coherent voorstel voor gezinshereniging. Daarin staat alles ter discussie’, laat zijn woordvoerster weten. (yd)