Het Microsoftmoment van Google
Vorige week is Google er met de schrik vanaf gekomen: de Europese Richtlijn op het Auteursrecht, met daarin het voor Youtube bijzonder nadelige artikel 13, is voorlopig van de baan. Nu is het bang afwachten wat volgende week komt. Dan wordt de grote ‘showdown’ verwacht tussen Google en Margrethe Vestager, de gevreesde commissaris voor Mededinging.
Maar wacht eens, was Google al niet veroordeeld? Welja, vorig jaar, maar in een andere, veel minder belangrijke zaak. In 2017 oordeelde de Europese Commissie dat het bedrijf misbruik heeft gemaakt van de dominante positie van zijn zoekmachine, en daarmee andere, gespecialiseerde zoekmachines heeft benadeeld. De boete was hoog: 2,4 miljard euro. Maar de zaak had weinig impact op de kernactiviteit van Google: de verkoop van internetadvertenties. Het draaide om een nevenactiviteit die eigenlijk al wat achterhaald was: prijsvergelijkingen. Er zijn een aantal zoekmachines die de prijs van eenzelfde artikel vergelijken in verschillende webshops. Die voelden zich benadeeld toen Google zijn eigen prijsvergelijkingen bovenaan in zijn zoekmachine plaatste. Ze haalden hun gelijk, maar veel heeft het hen niet opgebracht: Foundem, de Britse website die Google aanklaagde, heeft inmiddels stilletjes de deuren gesloten. Zelfs nu Google het eerlijk(er) speelt, is er eigenlijk geen concurreren meer aan.
De Androidzaak is andere koek. Google wordt ervan beschuldigd dat het de makers van Androidsmartphones onder druk zet om zoveel mogelijk Googleapps te installeren. Dat betekent dat makers van concurrerende apps moeilijk aan de bak komen. Waarom is dit anders? Ten eerste omdat het hier gaat om het mobiele internet, waar een steeds groter aandeel van het reclamegeld naartoe stroomt. Ten tweede omdat dit de doorsneegebruiker veel meer zal raken. Het gaat er namelijk om welke apps voorgeïnstalleerd zullen staan op uw volgende smartphone. Ja, natuurlijk beslissen we naderhand nog welke apps we zelf installeren. Maar het is bekend dat mensen dat steeds minder doen. En welke apps je gebruikt, bepaalt steeds meer welke advertenties je ziet en wie daar geld aan verdient.
Er is nog een andere factor die maakt dat een veroordeling volgende week veel meer impact zal hebben dan die van vorig jaar: de akelig grote gelijkenis tussen deze zaak en die tegen Microsoft in de jaren 90. Toen ging het over programma’s op Windows, het dominante besturingssysteem op pc’s. Nu over apps op Android, het dominante besturingssysteem op smartphones. En, zoals alle betrokkenen zich heel goed herinneren: Microsoft is veroordeeld, zowel in Europa als in de VS. Daarna moest het bedrijf, als veroordeelde monopolist, zo op zijn tellen passen dat het te voorzichtig werd. Waardoor het geen vuist kon maken tegen nieuwe uitdagers – zoals Google.
Beide zaken zijn niet identiek. Een opvallend verschil: bij Microsoft was er een ‘smoking gun’. Een topman van het bedrijf had in 1995, tijdens een vergadering achter gesloten deuren, gezegd dat ze ‘de zuurstoftoevoer zouden afsnijden’ van concurrent Netscape, wiens webbrowser Navigator als een bedreiging werd gezien. Dat ene citaat heeft de doorslag gegeven tijdens het antitrustproces dat de Amerikaanse overheid tegen Microsoft voerde. Dat, en de norse, ontwijkende getuigenis van de toenmalige baas Bill Gates voor de camera.
De huidige generatie monopolisten heeft daaruit haar lessen getrokken. Getuige daarvan de minzaamheid en het schier eindeloze geduld waarmee Mark Zuckerberg eerder dit jaar op de vragen van Amerikaanse politici antwoordde.
De vergelijking met de Microsoftzaak heeft voor Google trouwens ook een (iets) optimistischer kantje: voor Microsoft is het uiteindelijk toch weer goed gekomen. Het heeft wel bijna twintig jaar geduurd.
Er is een akelig grote gelijkenis met de zaak tegen Microsoft in de jaren 90