Een jarige meneer
Ik ben een excuus(je) verschuldigd aan Gareth Southgate. Misschien las u gisteren in deze rubriek over de ongehoord onsportieve poging van de Engelse aanvallers Marcus Rashford en Jesse Lingard om stiekem nog snel gelijk te maken tegen Kroatië, terwijl die de 2–1 aan het vieren waren. Ik vroeg me af of die jonge spelers al zo doortrapt zijn, of dat hun coaches hen het manoeuvre influisterden. En dus heb ik Southgate gisteren exact die vraag gesteld, op de officiële persconferentie voor de wedstrijd om het brons.
Southgate gaf rustig antwoord. Hij zei dat er op sociale media druk over gespeculeerd was nadat Panama ook zoiets geprobeerd had, en dat de spelers daardoor niet goed meer wisten wat er nu precies in het reglement staat. Hij voegde eraan toe dat zijn assistenten en hijzelf heel goed weten dat je niet kunt scoren zonder dat de scheidsrechter eerst heeft gefloten, en dat er dus zeker geen instructies waren in die zin. Alleen het laatste deel van zijn antwoord was niet bevredigend. Op mijn vraag of hij dan een stevig praatje had gehad met die jongelui over sportiviteit, zei hij: het incident was voorbij, dat had geen zin meer.
Ach ja, dacht ik, wat moet zo’n man ook. Hij heeft dus géén onsportief gedrag gepredikt, maar hij heeft de schuldigen ook niet op het matje geroepen en hij wil er verder niet te veel woorden meer aan vuilmaken om er geen zondebokken van te maken. Fair enough. Rashford en Lingard waren al aan het huilen na het affluiten. Je zet een huilend kind niet ook nog eens met ezelsoren in de hoek, dat zou wreed zijn.
Iedereen praat altijd over tactische ingrepen, maar zo’n bondscoach moet in de eerste plaats een excellente peoplemanager zijn. We staan er weinig bij stil, maar ga eens met 23 razend ambitieuze jongemannen een maand in een hotel zitten in een uithoek op 30 km van Moskou. Belangrijkste vertier: Weerwolven spelen. En af en toe komen de vrouwen en kinderen langs, maar bij sommigen om uiteenlopende redenen niet. Die missen de warmte en dat andere op zo’n dag dus nog wat meer. En om het extra moeilijk te maken, zijn die 23 rechtstreekse concurrenten op een cruciaal moment in hun carrières. Wat een job. Geen wonder dat een hinderlijk betuttelende mens als Marc Wilmots op de duur iedereen in de gordijnen joeg.
Wat een gouden zet was de aanstelling van Roberto Martinez, die gisteren 45 werd. Niet alleen omdat hij tactisch veel soepeler en sluwer blijkt te zijn dan iedereen vermoedde. (Vreemd trouwens, dat nu opeens veel gepraat wordt over het gelauwerde boek Soccernomics van Simon Kuper, waarin die Martinez al beschreef als bezeten van tactiek.) Niet alleen omdat hij zo’n slimme peoplemanager is. Maar vooral omdat hij het tegenovergestelde is van José Mourinho en Louis van Gaal en die andere zelfverklaarde tactische genieën die zichzelf graag in het zonnetje zetten. Gisteren wuifde hij opnieuw een vraag weg van een Britse journalist over de troosting als een ‘battle of the coaches’. ‘Onzin’, zei Martinez, ‘voetbal is geen spel van coaches maar van spelers. Ik wil hen morgen graag zien doen wat ze zo goed doen. Ik wil een België zien dat de bal wil bezitten, dat iets wil opbouwen, een ploeg die dynamiek uitstraalt en kort combineert en wil scoren. Ik wil ze vooral graag zien winnen, maar het moet ook op onze manier zijn. De manier waarop is essentieel aan wie wij zijn als team, en dat moeten we doorgeven aan jonge spelers die zich nog aan het ontwikkelen zijn.’
Er zijn mensen – het zijn er wel steeds minder – die Martinez glad vinden en hem een mooiprater noemen. Ik denk dat hij een man is die verdomd goed weet wat hij wil, en met de bijzondere gave om dat uiterst vriendelijk en diplomatisch gedaan te krijgen. In de soms lompe en harde wereld van de sport zijn zulke elegantie en idealisme uitzonderlijk, maar laat het ons niet bedriegen: het is meer dan vorm, dit is een trainer met grote kwaliteiten. Hopelijk kunnen de Rode Duivels hem nog enkele jaren houden. Een vervanger met zoveel kunde en zo weinig ego vind je niet snel.
People’s manager, geslepen tacticus en een beetje een idealist: hoe lang kunnen we Martinez houden?