Het dorp dat alles goed moest maken
In Serenbe is de ideale wereld gevlochten uit oude tradities en eigentijdse hightech. Bezoek aan een dorp dat weerwerk wil bieden tegen de Amerikaanse droom.
Zuidwaarts vanuit miljoenenstad Atlanta is het een rit van 40 minuten tot in de bossen van Chattahoochee Hills. Langs de grindweg ligt de Amerikaanse droom, droomhuis na droomhuis, te soezen in de zon, alsof je door een surreële film rijdt.
‘Dit is wat in de VS gebeurd is’, heeft Steve Nygren me verteld. ‘Je huis moet de mate uitdrukken waarin je succesvol bent. Het moet groot zijn, een zwembad en een eigen cinema hebben, een grote tuin en drie wagens. In dat totale isolement achter je volledig omheinde domein ga je vervolgens verlangen naar een beetje meer contact en interactie.’
Nygren is de stichter van Serenbe, een ‘ideale wereld’ in het groen. Hij woonde met zijn echtgenote Marie en hun drie kinderen in Ansley Park, een prestigieuze buurt in Atlanta. Het ontbrak hen aan niets, ook niet aan het eigen zwembad en de gesloten poort. In 1991 kochten ze een
boerderij en 24 hectare natuur buiten de stad, om vervolgens vast te stellen dat ze élke vrijdagavond alle comfort achterlieten om daar, in de bossen en velden van Chatt Hills, meer te genieten met minder.
Drie jaar later verkocht Nygren zijn horecaketen om met zijn gezin in de bossen te gaan wonen. Biologisch tuintje, wandelen in het woud, het huis restaureren: het verhaal had daar kunnen stoppen en dan was The Inn vandaag een bed & breakfast van een vroeg gepensioneerde geweest.
In 2000 werd Nygren echter activist. Al joggend was hij op bulldozers gebotst, die de aanpalende natuur vernietigden. Die dag realiseerde hij zich dat zijn idyllische eilandje geen verweer zou hebben tegen de sprawl, de stadsuitbreiding vanuit Atlanta. Hij hypothekeerde alles wat hij had, kocht 360 hectare grond bij en stichtte een dorp. ‘Serenbe’ staat voor sereniteit: kalmte en harmonie met de wereld. Vandaag geldt het wereld wijd als een voorbeeld van voorstadsontwikkeling, helemaal gericht op welzijn.
Inspiratie uit Europa
Vanop Atlanta Newnan Road rijd ik Serenbe binnen. Linksaf leidt de weg naar Mado en The Grange, maar ik draai naar rechts, naar Selborne. Daarmee heb ik drie van de vier wijken van Serenbe opgesomd. Ze verbeelden drie van de vier elementen waarop Nygren een gemeenschap wil bouwen: gezondheid, kunst, opvoeding en landbouw.
Ik ontmoette Nygren een eerste keer in 2013. Een bedachtzame man van 67 was hij toen. Jarenlang had hij bruggen gebouwd tussen de speculanten en de natuurbeschermers, en talloze keren had hij vergaderd over eigentijds gebruik van land. Hij had ook veel gereisd: door het landelijke Italië, op het Engelse en Zweedse platteland. Daar zocht hij inspiratie voor zijn sociaalecologische utopie.
In 2013 stonden er al 110 huizen in Serenbe. De enige centrale weg kronkelde als een serpentine door het domein. De bouwstijlen en materialen verschilden heel erg, maar alle huizen waren even hoog. Alle voordeuren gaven uit op de straat. Niemand had een tuin, maar achter de huizen was een zee van publieke ruimte. De straatlantaarns waren kunstwer ken. De postbestelling was gecentraliseerd op één plaats. Je bouwde niet zomaar een huis in Serenbe. De ‘benevolent dictator’, zoals Nygren plagerig genoemd wordt, had een zeg in alles.
Nygren is van oorsprong een Zweed, een volk van ingenieurs. Hij pakte elke situatie aan vanuit de uitdagingen van vandaag en gebaseerd op de gewoontes van lang geleden. En met groot respect voor de natuur, naar de theorieën van biomimicrygoeroe Janine Benyus: het gaat erom dat je de beste ideeën uit de natuur kopieert om menselijke toepassingen te verbeteren. De woonkernen moesten in de valleien liggen en daar de rivier volgen. De mobiliteit zou op voetgangers gericht zijn: in de autoverslaafde VS is dat uitzonderlijk.
De wil om te delen
Rond Atlanta liggen veel nieuwbouwkernen, neergepoot door projectontwikkelaars: ze zijn troosteloos in hun uniformiteit en sociale betekenisloosheid. Serenbe was duidelijk iets anders. ‘Hier wonen atheïsten en evangelische christenen, conservatieven en liberalen’, zei Nygren. ‘Het enige wat hen verbindt, is dat ze samen willen wonen, en de natuur niet bezitten maar delen.’
Wat hij er niet bij zei: alle inwoners waren blank en welgesteld. Je kon onder de 250.000 dollar geen huis kopen, vele gingen boven het miljoen. Ik twijfelde. Zeker voor een Europeaan heeft zo’n aangelegd dorp een Playmobillook. Maar dat gevoel verdween ook snel, want in Serenbe kon je je heel goed thuisvoelen, besefte ik. De plek voelde fris, geurig, stil, uitnodigend, inspirerend aan. Hier gaven mensen hun recht op privéruimte op om collectieve ruimte te delen. Kinderen liepen blij rond, de ecologische ambities waren groot en in The Hill, het restaurant van Selborne, at ik boerensoep van eigen kweek. De toen
Serenbe voelt fris, stil en uitnodigend aan. Mensen geven hun recht op privéruimte op om collectieve ruimte te delen. Kinderen lopen blij rond en de ecologische ambities zijn hoog
malige artist in residence, B.K. Adams uit Washington, twijfelde niet: ‘Hier ruik ik de geur van de eerste tuin.’
Verbeterde versie
Wanneer ik jaren later terugkeer naar Serenbe, ontmoet ik Monica. Ze is een Californische die nu de public relations doet. ‘In Atlanta voelde ik me niet thuis’, zegt ze. ‘We zochten openheid van geest, gemeenschapszin, natuur, en hier vonden we dat allemaal.’
Er is veel veranderd sinds 2013. De huizencrisis heeft zijn ergste tijd gehad en het project is in volle beweging. Er staan nu 225 huizen, er wonen 420 mensen. We wandelen naar Swann Ridge, een pocketwijk van 28 huizen. Het uitzicht is bijna schokkend: dit is een pure kopie van oude Europese dorpjes. Een beetje Normandië, Vlaamse kasseien, maar vooral veel Bibury, een van de meest pittoreske Engelse dorpjes in de Cotswolds. Stuit de utopie hier niet op haar grenzen?
Monica wist dat ik zo zou reageren: ik ben ook niet de eerste. ‘Het lijkt fake, ja? Alles is helemaal nieuw gefabriceerd, maar het is een ideale, verbeterde versie van een oud model. De huizen haken organisch in elkaar, want er is geen rechtlijnig grond en stratenplan. Voor Amerikanen is dit erg ongewoon, weet u. Door zo te wonen, leer je iedereen spontaan kennen.’
Wat verderop komen we in nog zo’n minibuurt, Grangehill Side: het is Brugge met een twist. De trapgevels zijn geabstraheerd, hier en daar zijn aan de voorkant veranda’s toegevoegd, er is een gemeenschapshuis voor feesten, het petanqueveldje is wellicht een herinnering aan een reis in Frankrijk. Serenbe, leer ik, is intussen een laboratorium geworden voor architecten en ontwikkelaars. ‘Maar geen zakenmodel’, zegt Monica. ‘Hier vinden workshops en lezingen plaats, maar we doen niet aan consulting. Iedereen mag ideeën komen pikken.’
Ze wijst op de granieten stoepranden. ‘Steve wilde die, maar niemand maakt ze nog. Hij heeft jaren volgehouden tot hij ze kreeg. Tegelijk was er grote druk op hem om een golfterrein aan te leggen, en dat heeft hij tegengehouden. Hij heeft een heel sterke visie.’
In Mado, de buurt die gezondheid als thema heeft, staat het grootste project op stapel. Er worden 380 woonplaatsen gebouwd voor gepensioneerden, plus een medisch centrum. De inspiratie komt uit Scandinavië. ‘In de VS bekijkt men het pensioen vanuit medisch standpunt: je moet vooral overleven. In Europa gaat het er meer om dat je je laatste jaren leuk kunt vinden. Ook dit is een experiment, waarin Steve de ellendige bureaucratische regels in de VS zoveel mogelijk ontwijkt. Of anders valt hij ze aan.’
Ik zie veel kinderen, ook omdat het weekend is, en nog steeds overwegend blanke mensen. ‘We hebben niet veel kleurlingen’, geeft Monica toe. ‘Het is hier prijzig, maar dat is niet het probleem. Het is blijkbaar niet hun stijl.’
Model voor de stadsrand
In zijn boek The nature princi
ple beschreef Richard Louv Serenbe als een model voor voorstedelijk leven. Het verschil met de groene beweging, zegt hij, is dat Serenbe niet louter gericht is op de beperking van energieverbruik, maar tegelijk menselijke energie wil stimuleren. De natuur respecteren én de mens verrijken: dat is iets anders dan een stel villa’s bouwen rond een tennisclub.
Ik ga rondrijden, in een elektrisch wagentje, met Tom Reed. Als onbezoldigde ‘burgemeester’ van Serenbe kent hij de gemeentelijke situatie van dit utopia.
‘Strikt gezien zijn we een gehucht. We maken 0,2 procent uit van de 16.000 hectare van Chatt Hills. We zijn klein, makkelijk om te “bewaken” door de gemeentelijke politie, we vergen weinig onderhoud én we betalen een derde van hun belastinginkomsten. Ons model is dus veel interessanter dan het gangbare: mensen die grote stukken grond kopen, er dan één huis op zetten en zo een stad doen uitdeinen zonder enige visie op de impact.’
Hij kwam naar Serenbe omdat hij in zijn eerste levensjaren het dorpsleven in Duitsland en Denemarken had leren kennen. ‘Hier stonden toen nog maar vijftien huizen en er was één straat. Iedereen kende iedereen, terwijl mensen in de VS zo geïsoleerd leven. Het is niet van een leien dakje gelopen, hoor. Je moet álles uitleggen. Wat publieke ruimte is. Waarom we smalle straten aanleggen: in Serenbe bereik je via de publieke ruimte eender welke plek sneller te voet. Dat we onze eigen boerderij hebben en dat die echt niet zal stinken.’
Grange Farm is een elementair deel van Nygrens visie. Twaalf hectare werd landbouwgrond. Na drie jaar al kon het gehucht in zijn eigen voeding voorzien, vandaag bedraagt de productie bijna 30.000 kilogram per jaar. Een deel wordt verkocht in Chatt Hills, en via de winkelketen Whole Foods. Om het probleem van een tekort aan boeren op te lossen, leidt Serenbe ze nu zelf op, tegen een vast loon. Zo worden geleidelijk aan vele grote maatschappelijke problemen kleinschalig opgelost.
Op zoek naar evenwicht
Vandaag telt Serenbe 700 inwoners, in 350 verblijven. De vierde wijk heeft nog steeds geen naam. En er is kritiek. De afvalverwerking zou ontoereikend zijn, de bouwkwaliteit van de nieuwe huizen in Mado matig, de hoge prijzen vormen een drempel voor lagere klassen.
Toen ik Nygren in 2015 een laatste keer zag, hadden we het erover tot welke beweging Serenbe het meest hoort. New urbanism, de farmtotablebeweging, de milieubeweging: allemaal zien ze Serenbe als hun model.
‘We horen bij geen enkele beweging,’ zei hij, ‘maar we werken aan bewustwording. Ik hoop dat men ons ziet als een beweging die een evenwicht zocht tussen ontwikkeling en een verantwoord gebruik van bronnen. We proberen de stad en het platteland in een gemeenschap te verbinden.’
Dit is een pure kopie van oude Europese dorpjes. Wat Normandië, Vlaamse kasseien, maar vooral veel Bibury, een van de meest pittoreske Engelse dorpjes in de Cotswolds
Grange Farm is een elementair deel van Nygrens visie. Twaalf hectare werd landbouwgrond. Na drie jaar al kon het gehucht in zijn eigen voeding voorzien