HIER WAS DAT FEESTJE
‘Waar is dat feestje? Hier is dat feestje!’ Het was prachtig om zien hoe Eden Hazard, de kapitein van onze Rode Duivels, gisteren de massa op de Grote Markt aan het scanderen kreeg. Of ze nu Nederlands, Frans, Engels, Arabisch of nog anderstalig waren: iedereen juichte mee. Met dezelfde eensgezindheid als degene waarmee de Duivels de voorbije weken als één man voor het goud – en uiteindelijk het brons – gingen.
Het verschil tussen de Rode Duivels van het WK 2018 met die van het EK 2016 was groot. Toen stond in Frankrijk een losse verzameling (beginnende) voetbalsterren op het veld. Deze keer stond er een ploeg.
Dat was niet alleen te danken aan het feit dat de spelers beter op elkaar ingespeeld en tactisch beter voorbereid waren. Belangrijker nog is dat ze dit keer een gemeenschappelijk doel hadden. Met de jaren was hun zelfvertrouwen gegroeid dat ze het ver zouden kunnen brengen. Ze stelden zich het hoogst haalbare als doel. En ze waren bereid om zichzelf weg te cijferen om dat doel te bereiken. Wat telde, was het groepsresultaat. Er was geen ikversushijgevoel meer in deze ploeg, alleen nog een ‘wij’.
Op het gevaar af om voor een naïeveling versleten te worden, zou een mens ervan gaan dromen. Waarom kunnen we dat niet vaker, in dit land? En, vooral, waarom kunnen onze politici het niet? Wordt ook een regering niet verondersteld een ‘ploeg’ te zijn, die in het belang van het land een gemeenschappelijk doel nastreeft waar elke Belg trots op kan zijn, ongeacht zijn of haar taal, afkomst of overtuiging?
Helaas. Vandaag is het feestje gedaan. Het nieuws zal de komende weken overheerst worden door het jaarlijkse politieke gekissebis over de begroting. Men zal ons uiteindelijk wijsmaken dat, met allerlei ingreepjes en maatregeltjes, het nodige geld gevonden is. Maar veel visie over waar de regering met ons land naartoe wil, zal er niet uit blijken. Want in oktober en volgend jaar zijn er verkiezingen. De meubelen nog wat zien te redden is tot dan het enige doel.
De Rode Duivels zijn geen wereldvreemde altruïsten of patriotten. Ze wisten allicht maar al te goed dat een puike ploegprestatie op het WK vooral ook henzelf ten goede zou komen. Door de premie die ze opstrijken, maar vooral doordat hun individuele marktwaarde erdoor gestegen is. Ook die van de spelers die het resultaat voor de ploeg hebben laten voorgaan op persoonlijke huzarenstukjes op het veld. Misschien kunnen onze regeerders ook daar iets uit leren, in plaats van vooral te proberen elkaar vliegen af te vangen.
Waarom gaan onze politici nooit voor dat wijgevoel en het groepsresultaat?