De Standaard

Droogte maakt Vlaams verleden zichtbaar

Door de stress die gewassen ondervinde­n van de droogte, komen op akkers en velden de contouren van eeuwenoude grachten, muren en andere begraven structuren tevoorschi­jn. Archeologe­n brengen ze vanuit de lucht in kaart.

- VAN ONZE MEDEWERKER SENNE STARCKX

Wim De Clercq en Birger Stichelbau­t van de vakgroep archeologi­e aan de Universite­it Gent hebben er drukke weken op zitten. De aanhoudend­e droogte, die boeren en voedingsbe­drijven stilaan tot wanhoop drijft, is voor hen een uitgelezen kans om in de Vlaamse ondergrond nieuwe archeologi­sche sporen te ontdekken. Niet door met troffel en borstel geduldig de bodem te verkennen, maar door vanuit een sportvlieg­tuigje het Vlaamse landschap te fotografer­en.

De wetenschap­pers hebben sinds het begin van de huidige droogteper­iode samen een dozijn vlieguren op de teller. Hoewel de opnames nog in detail moeten worden onderzocht, zijn er op een tiental nu al duidelijke, voorheen onbekende sporen van menselijke activiteit te zien, gaande van een grafcirkel over een fort tot een loopgraven­stelsel.

Crop marks

Dat akkers met maïs, tarwe, gerst en aardappele­n oude sporen van menselijke activiteit kunnen verraden, weten archeologe­n al lang. ‘Van oudsher heeft de mens grachten aangelegd om nederzetti­ngen te verdedigen, om akkers te begrenzen en af te wateren en om monumenten op te richten, zegt De Clercq.

‘En hij groef putten om voedsel op te slaan of afval te dumpen, en natuurlijk om de doden te begraven. Allemaal ingrepen die de ondergrond blijvend hebben verstoord. Bovendien werden de uitgraving­en later dikwijls opgevuld met minder compacte en humusrijke aarde. Planten die daarop groeien kunnen dieper wortelen en geraken makkelijke­r aan voedingsst­offen en aan water.’

Bij de huidige weersomsta­ndigheden worden de eeuwenoude verstoring­en in de ondergrond zichtbaar vanuit de lucht. ‘De sporen waarnaar we nu zoeken, noemen we in ons jargon gewasmarke­ringen, of crop marks’, legt De Clercq uit.

Tarwevelde­n

Zo zijn er planten die langer groen blijven omdat ze boven een vroegere uitgraving groeien, terwijl die eromheen eerder beginnen te verdorren. Dat zijn positieve crop marks. Bij negatieve crop marks hebben de planten net méér en sneller last van de droogte, bijvoorbee­ld omdat ze boven op een ingegraven muur zitten die de toevoer van water en voedingsst­offen blokkeert.

De Clercq: ‘We overvliege­n sys

tematisch bepaalde regio’s (vooral in Oost en WestVlaand­eren, red.)

waarbij we niet alleen letten op de gewassoort, maar ook op de dichtheid van de beplanting, de staat van de rijping en de lokale droogtegra­diënt. Vorige week zagen we vooral sporen in tarwevelde­n, voornameli­jk rond Brugge en bij de Nederlands­e grens.’

‘Als de droogte verder aanhoudt, verwachten we ook sporen in maïs, bieten en aardappelv­elden. Voor tarwe zit onze monitoring­campagne er door de nakende uitrijping bijna op’, zegt Wim De Clercq.

Tijdens een vlucht worden niet lukraak foto’s van het landschap genomen. Door vanuit een schui ne hoek te fotografer­en, nemen de archeologe­n ook de slagschadu­w mee. ‘Bij positieve crop marks, bijvoorbee­ld boven een oude gracht, groeien de planten sterker en torenen ze uit boven de directe omgeving. De slagschadu­w helpt ons de structuur waarop ze wortelen, scherper af te lijnen.’

Zeventigdu­izend beelden

De vakgroep waartoe De Clercq en Stichelbau­t behoren is de enige in België die archeologi­sche luchtfotog­rafie systematis­ch gebruikt in haar onderzoek. Op de lange termijn streven de archeologe­n naar een dekkende archeologi­sche kaart van de Vlaamse ondergrond. Momenteel zitten er zo’n zeventigdu­izend luchtbeeld­en in de Gentse collectie.

De nieuwste sporen dateren uit de bronstijd, de middeleeuw­en en de vroege twintigste eeuw. ‘Voor sporen uit deze perioden beschikken we over een omvangrijk referentie­kader van opgegraven sites’, zegt Birger Stichelbau­t. ‘Door hun unieke uitzicht – denk aan loopgraven­stelsels, grafheuvel­s en laatmiddel­eeuwse hoeves – zijn ze ook gemakkelij­k te vinden. Voor andere tijdvakken tasten we in het duister: hier schiet de luchtfotog­rafie tekort. Van bewoning uit de steentijd of van vroegmidde­leeuwse boerderije­n vinden we niets terug, voornameli­jk omdat men toen zelden diepe grachten of putten groef.’

Door vanuit een schuine hoek te fotografer­en, nemen de archeologe­n ook de slagschadu­w mee, die toelaat de structuur scherper af te lijnen

 ??  ??
 ?? © Birger Stichelbau­t, vakgroep archeologi­e UGent ?? Een loopgraven­stelsel en granaattre­chters uit Wereldoorl­og I onder een tarweveld in de buurt van Ieper.
© Birger Stichelbau­t, vakgroep archeologi­e UGent Een loopgraven­stelsel en granaattre­chters uit Wereldoorl­og I onder een tarweveld in de buurt van Ieper.
 ?? © Birger Stichelbau­t, vakgroep archeologi­e UGent ?? Onder dit tarweveld bevindt zich (mogelijk) een prehistori­sche grafcirkel, wellicht uit de bronstijd.
© Birger Stichelbau­t, vakgroep archeologi­e UGent Onder dit tarweveld bevindt zich (mogelijk) een prehistori­sche grafcirkel, wellicht uit de bronstijd.
 ?? © Wim De Clercq, vakgroep archeologi­e UGent ?? De combinatie van groene en vergeelde tarweplant­en laat de oorspronke­lijke plattegron­d zien van het SintDonaat­sfort(begin 17de eeuw), dat verdween bij de aanleg van de Damse Vaarten dat sindsdien onder een natuurgebi­ed ligt.
© Wim De Clercq, vakgroep archeologi­e UGent De combinatie van groene en vergeelde tarweplant­en laat de oorspronke­lijke plattegron­d zien van het SintDonaat­sfort(begin 17de eeuw), dat verdween bij de aanleg van de Damse Vaarten dat sindsdien onder een natuurgebi­ed ligt.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium