Medaille-ambities in het zog van Nina Derwael
Nina Derwael gaat als topfavoriete naar het EK turnen. En in haar zog mogen – voor het eerst op een internationaal kampioenschap – nog andere Belgische meisjes medailleambities koesteren.
GENT I Het is heet en boegbeeld Nina Derwael is waterdrager van dienst. Ze komt terug met haar armen vol flesjes, één voor elk van haar teamgenotes. Derwael (18), Maellyse Brassart (17), Senna Deriks (17) en Axelle Klinckaert (18) zijn sinds gisteren officieel geselecteerd voor het EK gymnastiek, volgende week in Glasgow. En niet alleen Derwael mag mikken op een medaille – aan de brug met ongelijke leggers – ook Klinckaert kan een podium halen met haar grondoefening.
Jawel, Team Belgium is meer dan eenmansploeg Derwael. In Rio 2016 stond voor het eerst een Belgische turnploeg op de Olympische Spelen. En de voorbije jaren zette niet alleen Derwael een stap vooruit, ook de anderen zijn gegroeid. ‘Ik zou niet op dit niveau staan als ik dag in dag uit alleen zou moeten trainen’, aldus Derwael. ‘We maken elkaar sterker, al van toen we klein waren. Als ie mand een nieuw element kon, wilden de anderen dat ook. Wij helpen elkaar vooruit door gezonde rivaliteit.’
‘Onze coaches zeiden ons vroeger: Waarom zou België niet kunnen wat andere landen kunnen?’, pikt Klinckaert in. ‘Toen stond er een ploeg op de Spelen. Daarna kwamen de historische medailles van Nina (een Europese titel en een medaille op het WK vorig jaar, nvdr.). Die prestaties hebben ons gemotiveerd.’
Applaus voor elkaar
Elke training heeft een ritueel. Marjorie Heuls en Yves Kieffer, het Franse trainerskoppel, gaan langs bij de dames, filmen hen en spreken de oefening door. Opvallend: als iemand zijn oefening afwerkt, schreeuwen de anderen haar geregeld vooruit of applau disseren ze. Evengoed troosten ze elkaar als iets niet meteen lukt.
‘Als elf, twaalfjarigen stapten we samen het internaat binnen’, vertelt Derwael. ‘We begonnen samen, deden samen onze eerste internationale wedstrijden … Daardoor hebben we een sterke band. We kennen elkaar zodanig goed dat we weten hoe we elkaar moeten aanpakken. Bij mij, bijvoorbeeld, weten ze dat ze mij eerst moeten laten uitrazen als iets niet lukt, en even afstand houden. (lacht) Anderen hebben het net nodig om meteen te worden gemotiveerd als ze kwaad zijn omdat iets niet lukt.’
En er is meer dan een bende vriendinnen met talent. Een van de sleutels tot het succes is Valerie Van Cauwenberghe, al jarenlang internationaal jurylid op de belangrijkste toernooien ter wereld. Ze werd scout voor de Vlaamse gymfederatie en is er inmiddels technisch directeur. ‘Al van toen de meisjes meededen aan de Jeugd Olympische Spelen, kwam ik heel veel in de zaal tijdens trainingen om hen te jureren. Ze moesten bijvoorbeeld de helft van een oefening afwerken en mochten niet voortdoen vooraleer die zo goed als geen puntenaftrek had (als een element niet ‘proper’ wordt uitgevoerd, trekt de jury punten af, nvdr.). Een cleane oefening is superbelangrijk. En zo werd beetje bij beetje de moeilijkheidsgraad opgedreven.’
Alle grote turnlanden hebben internationale juryleden in hun entourage, maar voor een klein land als België is het uitzonderlijk, een troef waarmee ze zich naast andere toplanden kunnen zetten. Van Cauwenberghe: ‘Vroeger hoorde je weinig over België tijdens internationale competities. Maar als Team Belgium nu binnenstapt in een zaal, wordt er over hen gesproken.’
‘Als Team Belgium nu binnenstapt in een zaal, wordt er over hen gesproken’
VALERIE VAN CAUWENBERGHE Internationaal jurylid
(V.l.n.r.) Nina Derwael, Maellyse Brassart, Senna Deriks en Axelle Klinckaert: