Belgen voor het eerst in tien jaar minder rijk
We sparen minder en onze schulden lopen op. ‘Dat kan problematisch zijn voor de vermogensopbouw voor na het pensioen.’
BRUSSEL I Na tien jaar onafgebroken groei is het netto financiële vermogen van de Belgen in het eerste kwartaal van dit jaar gedaald. Een gemiddeld gezin schoot er 2.500 euro bij in. Dat stelt ING vast in een analyse van cijfers die door de Nationale Bank zijn gepubliceerd. Het netto financiële vermogen bestaat uit de financiële bezittingen na aftrek van de schulden.
De daling heeft te maken met een samenloop van omstandigheden. Er wordt minder gespaard, de beurs deed het minder goed en de schulden bleven stijgen. Vooral dat laatste weegt door: met een toename van 12 miljard in een jaar tijd gingen de schulden van de gezinnen in vijf jaar niet zo snel omhoog.
De stijging van de schuldgraad wordt vooral veroorzaakt door de graagte waarmee de gezinnen nog steeds woonkredieten afsluiten. De Nationale Bank heeft in haar rol van toezichthouder al herhaaldelijk gewaarschuwd dat de banken te gul zijn met kredieten. De kapitaaleisen zijn met het oog daarop strenger gemaakt.
Op de daling van het vermogen in het eerste kwartaal moeten we ons niet blindstaren, zegt INGeconoom Julien Manceaux, medeauteur van de studie. Die is deels het gevolg van kortetermijnschommelingen. Maar op lange termijn is de afnemende spaarzin van de huishoudens wel zorgelijk. Vorig jaar spaarden de Belgen 6 miljard, maar half zoveel als het jaar voordien. Over de voorbije vijftien jaar werd jaarlijks gemiddeld 25 miljard opzijgezet.
Manceaux: ‘De aangroei van het spaargeld neemt af. Dat kan problematisch worden in het licht van de vermogensopbouw voor na het pensioen. Zeker in combinatie met de oplopende schulden.’
Geruststellend is wel dat de totale vermogens nog altijd hoog zijn. Exclusief vastgoed bezit een gezin netto gemiddeld 215.000 euro. Veel Belgen zijn bovendien eigenaar van hun woning. Die waarde maakt geen deel uit van het financiële vermogen dat ING heeft onderzocht. Ongeveer de helft van het vermogen van de huishoudens bestaat nu uit vastgoed, schat Manceaux. Enkele decennia geleden was dat nog maar een derde. Het huizenbezit dempt de financiële ongelijkheid in België, stelt ING vast. Als alleen naar de financiële activa wordt gekeken, is de vermogensongelijkheid groot; als ook woningen worden meegenomen, is het vermogen in België net egaler verdeeld dan in andere landen.
Met een toename van 12 miljard in een jaar tijd gingen de schulden van de gezinnen in vijf jaar niet zo snel omhoog
BRUSSEL I ‘De groei van het totale vermogen van de Belgen blijft de komende jaren afnemen.’ Dat schrijft de studiedienst van ING België in een rapport over het netto financiële vermogen van de Belgische huishoudens. De blijvende afkeer van aandelen verzwakt het groeipotentieel van het vermogen, waarschuwt de bank. ‘Dat impliceert dat de Belgen tijdens hun beroepsleven meer zullen moeten beleggen om op hun pensioenleeftijd hetzelfde kapitaalniveau als hun ouders te halen.’
Meer dan de helft van het financiële vermogen bestaat nu uit spaargeld, cash, levensverzekeringen en pensioenfondsen. Maar 24 procent van de portefeuille bestaat uit risicovollere activa, terwijl dat vóór de financiële crisis 34 procent was.
Dat de huishoudens zo sterk vasthouden aan het spaarboekje, noemt ING ‘verwonderlijk’, gezien het hoge consumentenvertrouwen. Als er bij een verbeterende arbeidsmarkt, een groeiend economisch vertrouwen en een historisch lage rentevoet nog geen risico genomen wordt, wanneer dan wel?
Historisch laag
In de eerste jaren na de financiele crisis compenseerden de gezinnen de lagere rente door gewoon meer te sparen. Zo bleef de aangroei van het financieel vermogen op peil. Maar die trend is nu voorbij, stelt Julien Manceaux van de INGstudiedienst vast. Huishoudens leggen steeds minder opzij. Vorig jaar ging het om 6 miljard euro, een historisch laag cijfer. Het is tweemaal lager dan in 2016 en driemaal lager dan in 2015. ‘Zelfs midden in de crisis van 2008 spaarden de Belgen meer.’ Het vermogen groeide vorig jaar met 20,7 miljard euro, slechts half zoveel als het jaar voordien. Het financiële vermogen steeg minder sterk dan de economie in haar geheel.
Manceaux omschrijft de vertragende vermogensgroei als een ‘fundamenteel probleem’. Zolang spaargeld bijna niets opbrengt en de huishoudens afkerig blijven van aandelen, blijft het rendement laag. ‘Daardoor wordt het moeilijker om rendementsdoelen te realiseren, bijvoorbeeld voor een aanvulling op het pensioen’, zegt hij.
Het fiscaal stelsel speelde jarenlang in het voordeel van spaargeld. Met ingang van dit jaar is beleggen wel iets aantrekkelijker gemaakt door dividenden gedeelte
lijk vrij te stellen van roerende voorheffing. Maar op korte termijn laten huishoudens hun gedrag niet sturen door fiscale stimuli, denkt Manceaux. ‘Het risicosentiment is daarvoor veel belangrijker.’
ING heeft alleen het financiële vermogen bekeken, dus zonder vastgoed. En daar is juist wel heel wat geld naartoe gestroomd, erkent Manceaux, mede onder impuls van de lage rente. Ruim de helft van het totale vermogen van de huishoudens bestaat nu uit vastgoed, tegenover een derde vóór de crisis. Maar die trend naar meer vastgoed doet ook de schuldgraad stijgen. Veel huizen en ap partementen worden met een lening gekocht. ‘De stijgende schuldenlast kan risico’s veroorzaken’, stelt ING vast. Vooral omdat de schulden vooral aangegaan worden door jonge gezinnen, terwijl de hoogste vermogens te vinden zijn bij de ouderen.
Manceaux zegt wel dat de ontwikkelingen ‘niet dramatisch’ zijn. ‘De Belg heeft nog altijd een heel hoog vermogen.’ In het eerste kwartaal van dit jaar ging het netto om 1.058 miljard euro, gemiddeld 215.000 euro per gezin. Een jaar eerder was dat 217.500 euro. Inclusief vastgoed bezit het gemiddelde Belgische huishouden 510.000 euro.