ZIJN ANTWERPEN EN GENT NOG ZO VERSCHILLEND?
Het interessante aan het politieke debat over luchtkwaliteit is dat over het doel geen ideologisch dispuut bestaat. Wie is er nu tegen schone lucht? Het kan ons nu verbijsteren, maar tot voor kort was het geen thema. Technici waren ermee bezig, het zou wel wat beteren. Toen kwam het bedrog van de autoindustrie. Een stroom wetenschappelijke studies bewees dat de gevolgen veel erger zijn. De bevolking is gemobiliseerd in alle lagen en geledingen. Sindsdien is de politiek verdelende vraag wat in welk tempo moet worden gedaan. Groen en de NVA spelen antagonisten. De auto schijnt hen te verdelen. De NVA wil met zachte hand minder auto’s. Voor Groen mag dat met hardere hand. Best een subtiel onderscheid.
Zo kwam er gisteren een jubelbericht van een stadsbestuur: meer dan de helft van de inwoners liet de auto staan voor verplaatsingen naar school, werk, winkel of vrije tijd. Bezoekers gebruiken vaker het openbaar vervoer. Het gebruik van de fiets stijgt. Deelmobiliteit zit in de lift. Wie zich verplaatst, verandert wel degelijk zijn gedrag. Het persbericht kwam niet uit Gent, maar uit Antwerpen. Logisch ook dat de doelstellingen gelijklopen. Het tegenovergestelde beogen zou gek zijn.
Valt er dan nog wel een succesvolle electorale strategie te bouwen op verschil over hoe er te geraken? Misschien dringt de parallel met ethiek zich op. Geen enkele partij in Vlaanderen maakt nog een punt van het behoud van traditionele normen en waarden. Natuurlijk verschillen conservatief en progressief nog in wat ze als ideaalbeeld zien, bijvoorbeeld over gezin, het homohuwelijk en homoadoptie. Maar het is verworven, wettelijk en in de mentaliteit.
De strijd voor leefbare mobiliteit gaat snel dezelfde richting uit. Natuurlijk is het uitstekend nieuws dat Gentenaren minder stikstofdioxide inademen. De files verkorten. Het aantal bezoekers aan de stad stijgt. Daartegen is het lastig oppositie voeren met enige geloofwaardigheid, ervaart de NVA in Gent. Wat rest, is een dispuut over randvoorwaarden. Dat is passioneel, omdat circulatieplannen, knips en parkeerplaatsen overal de bloeddruk verhogen. Maar zoals bij ethische thema’s dreigt het gevaar dat wie te veel tegenwringt, vooral achterhoedegevechten levert.
En dus benadrukte ook de Antwerpse schepen Koen Kennis in Terzake gisteravond keer op keer tegen welk snel tempo ook de NVA nu de mobiliteit verandert. Het enthousiasme is gematigder, de toon nog niet vast, de kiezer uit de rand speelt een grotere rol, maar inzake mobiliteit begint het over nuances te gaan. De echt grote verschillen, over economie of stadsontwikkeling, zitten onderhuids.
Loont het electoraal nog om tegen te wringen tegen schone mobiliteit?