‘Ik heb mezelf een inkomensplafond opgelegd’
Kunt u zeggen hoeveel u verdient?
‘Voor een zelfstandige fluctueert dat weleens, maar ik heb mijzelf een inkomensplafond opgelegd van 1.700 à 1.800 euro netto per maand. Vlak voor de zomer arriveren de afrekeningen van de royalty’s op mijn boeken. Op basis van dat bedrag beslis ik of ik nog andere opdrachten moet aannemen of niet. Buiten het schrijven van de boeken zelf, bedoel ik dan. Als je zou gaan uitrekenen wat dat per uur oplevert, verdient een naaister in Calcutta meer.’
‘Meer heb ik voor mezelf niet nodig. In mijn laatste jaren als journalist in loondienst verdiende ik meer dan het dubbele. Van dat geld en de levensstijl die erbij hoort, heb ik bewust afscheid genomen. Wie echt from rags to riches gaat, betaalt daar een enorme prijs voor. Rijk worden kan mensen kapotmaken. Hoe meer je hebt, hoe groter de druk om het uit te geven. Ik leid nu een eenvoudig bestaan in de Oostkantons, ver weg van dat soort verleidingen. Je geeft hier ook niet veel geld uit. Als een boek dan minder goed loopt, of je hebt wat andere pech, hoef je daar niet wakker van te liggen.’ ’Een duurdere camera, omdat ik graag fotografeer.’
Bent u veel met geld bezig?
‘Eigenlijk maar een keer per jaar, wanneer ik mijn rekening maak. Het is een beetje een kluwen geworden, omdat boeken van mij verschenen bij verschillende uitgeverijen, waaronder mijn eigen uitgeverij Potwall Publishers. Zo heb ik een samenwerking opgezet met de Antwerpse startupincubator Gumption.’
‘Beleggen doe ik niet, ik heb geen financiële overschotten te beheren. Ik heb er geen probleem mee gewoon te werken voor mijn geld. Buiten wat miezerige soldij tijdens mijn legerdienst heb ik nog geen cent van de staat moeten vragen.’
Waar kunt u geen geld aan uitgeven?
‘Overbodige franjes zeggen me niets. Onlangs heb ik wel een duurdere camera gekocht, omdat ik nu eenmaal graag fotografeer. Paradoxaal genoeg had ik vroeger meer moeite met zulke grote uitgaven. Mijn Kempense aard, zeker? Maar verder? De helft van mijn vrienden zijn als gekken hun keuken aan het renoveren. De mijne valt bijna uit elkaar, maar ik kan me er niet toe brengen om daar iets aan te veranderen. Ik heb geen zin om me voor zoiets in de schulden te steken. Dat is toch je eigen ondergang organiseren? Ik heb nooit begrepen waarom je in je leven almaar meer materieel bezit zou moeten hebben. Ik ben niet bang of wrevelig omdat ik nu minder heb.’
Geef je aan goede doelen?
‘Behoorlijk wat, als je het zo begint op te tellen. Zeven tot tien procent van ons inkomen gaat naar Greenpeaceachtige dingen en Plan International – ons ‘adoptiekindje’, inmiddels een flinke jongedame, heeft nog model gestaan voor een personage in een van mijn romans. Ook ‘Hunde in Not OstBelgien’ weet ons te vinden. Ben ik plots voor 150 euro de operatie aan het sponsoren van een zielig hondje dat ik verder ook niet ken. (lacht) Ook toen Natuurpunt me vorig jaar attent maakte op de moeilijkheden van de Limburgse padden, heb ik gul gegeven. Of het wat heeft uitgehaald, weet ik tot op vandaag niet.’