Een vak dat voorbereidt op het echte leven
Het nieuwe vak ‘Mens en samenleving’, dat het Katholiek Onderwijs Vlaanderen wil invoeren (DS 27 augustus), is een inhoudelijke eerstesteenlegging voor de hervorming van de eerste graad secundair onderwijs. Het is immers een eerste concrete blik op wat ons vanaf 1 september 2019 te wachten staat.
Waar staat het vak voor? Het zoomt in op mediawijsheid, ondernemingszin, economischfinanciële competenties en burgerschap. Die leerinhouden sluiten nauw aan bij de Europese sleutelcompetenties, die elk individu nodig heeft voor zijn zelfontplooiing en ontwikkeling, actief burgerschap, sociale integratie en zijn werk. De nieuwe eindtermen in ons hervormd middelbaar onderwijs gaan uit van zestien sleutelcompetenties, waaronder overigens ook Nederlands, andere talen, wiskunde en digitale competenties vallen. Ze vormen met andere woorden een antwoord op de uitdagingen van vandaag en morgen. Het vak is dus zeker op zijn plaats.
Bye bye, isolement
Het vak gaat bovendien uit van een interdisciplinaire visie op onderwijs, waarbij de verschillende leerinhouden niet langer in geïsoleerde kokers zijn ingesloten, maar waar er expliciet verbanden worden gelegd tussen leerinhouden als financiële educatie, mediawijsheid of burgerschap. Die interdisciplinaire visie op onderwijs is broodnodig. Leerinhouden opdelen in aparte vakken kan leiden tot schoolmoeheid, omdat jongeren het grotere geheel niet meer zien en de individuele vakken daardoor als weinig relevant beschouwen. Jongeren beschouwen correct schrijven als iets wat alleen in de Nederlandse les moet gebeuren, en correct rekenen als iets voor in de les wiskunde en niet in de les economie. Een interdisciplinaire aanpak vergroot niet alleen de motivatie om te leren, maar leidt ook tot een dieper en meer samenhangend inzicht in de leerstof.
In de traditionele visie zouden de nieuwe eindtermen die de Vlaamse Regering half juli heeft goedgekeurd, apart worden opgenomen in het lesrooster. Zo zou er een vak ‘Mediawijsheid’ komen, maar even goed een vak ‘Financiële educatie’ of ‘Duurzaamheid’. Die afzonderlijke vakken zijn in de nieuwe visie van interdisciplinair onder wijs niet meer herkenbaar. Zo zullen leerlingen de nieuwe eindterm ‘keuzegedrag bij aankopen’ niet langer zien als een geïsoleerde beslissing die in een losstaand vak aan bod komt, maar zal er dieper worden ingegaan op de factoren die het keuzegedrag beïnvloeden. Leerlingen zullen de invloed van media kritisch kunnen bespreken en tegelijk stilstaan bij woordkeuzes en signaalwoorden in krantenartikels. Maar evengoed het keuzegedrag linken aan duurzaamheid en de procentuele meerprijs van bioproducten berekenen. De eindtermen voor Nederlands, wiskunde, financiële competenties, duurzaamheid en mediawijsheid worden zo op een samenhangende manier bereikt. De kritiek op het uur Nederlands dat moet sneuvelen voor leerinhouden van ‘Mens en samenleving’ lijkt dan ook niet terecht (DS 29 augustus), zeker als er aandacht is voor leerdoelstellingen Nederlands die anders in een geïsoleerd vak aan bod zouden komen.
Vrijheid, blijheid
De leerinhouden van ‘Mens en Samenleving’ komen er bovendien liever vandaag dan morgen. Nu wordt verwezen naar het PIRLSonderzoek (DS 29 augustus) om het belang van een uurtje Nederlands te onderstrepen. Maar je kunt evengoed kijken naar de PISAonderzoeken rond financiële educatie, of de onderzoeken die de beperkte mediawijsheid en lage burgerschapszin van onze jeugd aantonen.
Het onderwijs kan uiteraard niet alles oplossen, maar net bij deze leerinhouden stellen we een grote sociale segregatie vast. Zo is het verschil in de kennis van financiële competenties tussen de 10 procent meest bevoorrechte leerlingen en de 10 procent leerlingen uit de laagste sociaaleconomische groepen in de PISAscores groter dan het verschil op het gebied van wiskunde, en jawel, zelfs van taal. Die ongelijke verdeling van kennis volgens de sociaaleconomische achtergrond van de leerling kan alleen verholpen worden door alle jongeren op alle scholen die leerinhouden aan te bieden en niet te werken met vrijblijvende initiatieven die alleen de jongeren uit bevoorrechte milieus of op de meer elitaire scholen aanspreken.
Het is verontrustend om de diverse (politieke) reacties op dit nieuwe en noodzakelijke vak te zien. Doordat een politiek compromis rond de hervorming van het secundair onderwijs veel ‘vrijheidblijheid’ toeliet, zijn er nu gedurfde stappen van de onderwijsverstrekkers nodig om de pijnpunten van ons onderwijs weg te werken. Dit vak is alvast een stap in de goede richting.
Net bij mediawijsheid en burgerschap is er een grote kenniskloof tussen bevoorrechte leerlingen en leerlingen uit de laagste sociale groepen