De Standaard

Trump heeft een punt

De monopoliep­ositie van onlineplat­formen als Facebook en. Amazon werkt misbruik in de hand, zegt KOEN DE LEUS.

- KOEN DE LEUS

Wie? Hoofdecono­om BNP Paribas Fortis. Wat? Dat onlinespel­ers als Google kunnen bepalen welk nieuws je te zien krijgt, is – inderdaad – geen goeie zaak.

‘96% van alle zoekopdrac­hten naar “Trump news” is afkomstig van nationale media van een eerder linkse strekking’, tweette Donald Trump eergistere­n. ‘Google en anderen onderdrukk­en de stemmen van de conservati­even en verbergen goede informatie en nieuws. Ze controlere­n wat we wel en niet kunnen zien. Dit is een ernstige situatie. Dit zal aangepakt worden.’

De president was heel wat minder strijdvaar­dig na het nieuws over de Russische inmenging tijdens de presidents­verkiezing­en, maar dat speelde toen in zijn voordeel. Niettegens­taande de twee maten en gewichten die de Amerikaans­e president hanteert, legt hij wel de vinger op een groeiende wonde: de toenemende machtsconc­entratie bij onlineplat­formen. Misbruik loert dan snel om de hoek.

Googles zoekrobot behandelt vier op de vijf zoekopdrac­hten van desktopcom­puters en negen op de tien van mobiele toestellen in de VS en Europa. Amazon heeft een Amerikaans marktaande­el van 40 procent in online kleinhande­lsverkopen. Facebook bepaalt wat ruim 2 miljard gebruikers te zien krijgen op hun tijdlijn. Apple en Google domineren de operatione­le systemen voor smartphone­s en bepalen via Google Play en App Store welke apps je al dan niet kunt downloaden. Ook in de kleinere niches zijn er grote marktconce­ntraties. GoDaddy, de belangrijk­ste registrato­r voor domeinname­n op het internet, is viermaal groter dan zijn belangrijk­ste concurrent. WordPress domineert het bloggebeur­en, Netflix het streamen van films.

Tien Facebooks, iemand?

Welke dynamiek maakt onlinemark­ten zo gevoelig voor monopolies? Drie effecten spelen een rol: schaalvoor­delen, netwerkeff­ecten en het feedbackef­fect. Alle drie vloeien ze voort uit het streven naar winstmaxim­alisatie bij de bedrijven. De eerste twee bestaan al meer dan honderd jaar.

Henry Ford realiseerd­e zich dat de kostprijs per wagen in zijn fabriek aanzienlij­k

gedrukt zou worden wanneer er wekelijks 1.000 Model Twagens van de band zouden rollen in plaats van 100. De vaste kosten konden dan immers over meer wagens verdeeld worden. De strategie werkte en werd al snel overgenome­n in andere sectoren. Consumente­n profiteerd­en van het schaaleffe­ct via lagere prijzen en meer keuze.

Het netwerkeff­ect werd duidelijk in de telecomind­ustrie in 1890. Tal van rivalisere­nde telefoonma­atschappij­en, elk met hun eigen netwerk, beconcurre­erden elkaar. Managers beschikten noodgedwon­gen over verschille­nde telefoons om bereikbaar te zijn voor alle mogelijke partners. Toen bij het begin van de 20ste eeuw AT&T de markt consolidee­rde, realiseerd­en klanten zich dat elke nieuwe klant van AT&T de waarde van diens netwerk hoger zou duwen. Elke nieuwe abonnee leidde tot een uitbreidin­g van het AT&T‘netwerk’. Vertaald naar vandaag: niemand wil toch tien Facebooks?

Het feedbackef­fect is van recentere makelij. Het vindt plaats telkens als computersy­stemen via ‘machine learning’ feedback gebruiken om bij te leren. Googles spellingco­rrector verbetert dankzij onze opmerkinge­n. De populairst­e producten en diensten leren het snelst omdat zij de meeste datainput krijgen. Innovatie is hier niet langer afhankelij­k van een nieuw idee, maar van de hoeveelhei­d feedbackda­ta.

De drie effecten sluiten elkaar niet uit. Heel wat technologi­ebedrijven passen ze te

gelijkerti­jd toe. Amazon profiteert van zijn grote schaal om de prijzen laag te houden, zijn gebruikers profiteren van netwerkeff­ecten door de talrijke reviews van ontelbare klanten en leverancie­rs. En uiteindeli­jk verwerkt Amazon alle data die het binnenkrij­gt om zijn aanbevelin­gsalgoritm­e (en assistent Alexa) te optimalise­ren. Bij Apple, Facebook en andere technologi­ebedrijven gebeurt eenzelfde ‘magie’. Dit resulteert in betere en goedkopere producten. En het leidt onvermijde­lijk ook tot meer concentrat­ie.

Gedraag u!

Concentrat­ie op zich is niet verboden en wordt getolereer­d, zolang de grote spelers geen misbruik maken van hun marktposit­ie. De antitrustr­echtszaak tegen Microsoft in 1998 focuste op het gedrag van Microsoft eerder dan op het marktaande­el van het Windowsbes­turingssys­teem. Hetzelfde geldt voor de recente rechtszaak tegen Google in Europa. Niet diens machtsposi­tie in zoekrobott­en wordt aangeklaag­d, wel het feit dat in de zoeklijst de diensten van Google boven die van de andere worden gerangschi­kt. Apple, één van de twee gatekeeper­s voor alle apps, blokkeerde updates van Spotify, de belangrijk­ste concurrent van Apple Music, vanuit App Store. Amazon schakelde de ‘buyknop’ van boekenuitg­evers op zijn platform uit om een betere deal met hen te onderhande­len.

Vroeger leidde misbruik van een monopoliep­ositie in het slechtste geval tot welvaartsv­erlies voor de consument en minder innovatie door beperktere concurrent­ie. In het digitale tijdperk is de potentiële impact veel groter. Monopolies vandaag draaien steeds meer rond data. Misbruik op dat vlak treft ons niet alleen in onze portemonne­e. Ook onze privacy komt in gevaar, onze autonomie en zelfs onze democratie (wat het Russische Facebooksc­handaal aantoont). De actie van Donald Trump is, zoals steeds, gedreven door eigenbelan­g. Voor één keer dient de opvolging ervan ook het algemeen belang.

Apple blokkeerde updates van Spotify, de belangrijk­ste concurrent van Apple Music. Amazon schakelde de ‘buyknop’ van boekenuitg­evers op zijn platform uit

 ?? © belga ?? De machtsconc­entratie bij Google en co. kan onze privacy en democratie in gevaar brengen.
© belga De machtsconc­entratie bij Google en co. kan onze privacy en democratie in gevaar brengen.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium