De Standaard

BEROEPSGEH­EIM SLACHTOFFE­RHULP

‘Je staat daar met een bom voor die deur, en die bom moet je zo snel mogelijk laten afgaan’

- JOKE VAN CAESBROECK, ILLUSTRATI­E DEBORA LAUWERS

Hij vangt slachtoffe­rs van misdrijven op, praat met ooggetuige­n van dodelijke ongelukken, belt ’s nachts bij mensen aan om te vertellen dat een naaste is overleden. De slachtoffe­rbejegenaa­r ziet alleen maar verdriet, maar moet de afstand kunnen bewaren. ‘Alleen aan de geur van de dood zal ik nooit wennen.’

‘Na twintig jaar in de sociale sector botste ik als maatschapp­elijke werker op mijn limieten. Ik legde lange trajecten af, vaak met dezelfde mensen, nog vaker met dezelfde resultaten. Op den duur kon ik het niet meer opbrengen. Vier jaar geleden ging ik bij de politie aan de slag als slachtoffe­rbejegenaa­r. Ik werk er als burger, niet als agent. Bij een verdacht overlijden hoef ik niet bezig te zijn met de vraag wie wat deed en of een verhaal wel klopt, ik ben er enkel en alleen voor het slachtoffe­r. Eigenlijk zit ik, meer dan vroeger nog, dagelijks te midden van miserie. En toch kan ik zeggen dat ik mijn droomjob heb gevonden. Ik vang mensen nu heel kort op en kom in aanraking met alle lagen van de bevolking. Iedereen kan iets traumatisc­h overkomen. Iedereen kan een naaste verliezen.’

Naakte emoties

‘Mijn job bestaat uit twee delen. Enerzijds heb ik een ninetofive­job waarin ik vooral huisbezoek­en afleg of mensen ontvang op mijn bureau. Dat gaat vooral om slachtoffe­rs van inbraken of zedenfeite­n, meestal een of twee dagen na de gebeurteni­s. Anderzijds maak ik net zoals mijn collega’s deel uit van de crisisdien­st. Die is 7 dagen op 7, 24 uur op 24 uur inzetbaar. Vaak gaat het om slechtnieu­wsmeldinge­n. Ik vergezel dan een agent om iemand in te lichten over de dood van een naaste.’

‘Het is het slachtoffe­r zelf dat bepaalt of hij of zij bijstand nodig heeft, maar een agent of inspecteur stelt het wel altijd voor. Als er op straat bijvoorbee­ld een dodelijk ongeluk is gebeurd en er zijn mensen die dat voor hun ogen hebben zien gebeuren, kan het voor die getuigen nodig zijn om hun indrukken met iemand van ons te bespreken. Maar er zijn evengoed mensen die zeggen: laat mij met rust. Of: ik ben toch niet gek? Voor sommigen ligt de drempel naar psychologi­sche hulp zelfs anno 2018 nog hoog.’

‘Als ik slecht nieuws moet melden, doe ik dat ongeveer altijd op dezelfde manier. Ik bel aan en vraag of de agent en ik even mogen binnenkome­n. Daarna vraag of ik of we ons even kunnen neerzetten – ik heb het eens meegemaakt dat iemand van het schrikken omviel. Daarna is het zaak om zo snel mogelijk tot je punt te komen: bent u de echtgenoot, echtgenote, zoon of dochter van? Hij of zij is helaas overleden. Je staat daar met een bom voor die voordeur. En die bom moet je, hoe vreemd dat ook klinkt, zo snel mogelijk laten afgaan. Ik heb dat echt moeten leren. Instinctie­f wil je eerst wat rond de pot draaien. Maar daar heeft niemand een boodschap aan. De meesten vragen meteen wat er precies is gebeurd. Dat leg ik zo duidelijk mogelijk uit. Je moet heel

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium