PORTUGAL: VAN ERGER DAN GRIEKENLAND TOT ECONOMISCH WONDER
Portugal is hip. De economie draait als een tierelier, en dat nauwelijks zeven jaar nadat het land aan het Europese infuus is gelegd. Bewijzen de Portugese socialisten het ongelijk van Europa’s besparingsdrift of legde de gehate trojka de basis voor het P
Zeven jaar geleden stortte de wereld van Vanessa Pinto (33) in. De financiële crisis die Portugal naar het faillissement had gedreven, trof ook haar familie midscheeps. Haar ouders verloren hun eigen bedrijfje, inclusief hun huis. Haar man had zwaar geïnvesteerd in een pilotenopleiding, maar moest tevreden zijn met een job als steward. ‘Gelukkig had ik net werk gevonden in de toeristische sector’, vertelt ze in haar appartement in Oreias, een kuststadje even ten westen van Lissabon. ‘Voor een pas afgestudeerde was dat toen absoluut niet evident.’
Toch zag ze de toekomst pikzwart in. ‘Plots was ik financieel verantwoordelijk voor het hele gezin en ik zag niet snel beterschap. Het land lag aan het infuus van het Europese noodfonds, de Europese trojka legde ons zware besparingen op. Ik geloofde nooit dat mijn ouders – toen late veertigers zonder veel scholing – ooit nog aan werk zouden raken. Ook mijn man stond op het punt zijn pilotenambitie op te geven. De jaarlijkse kosten om zijn brevet te mogen behouden, werden te zwaar.’
Maar zeven jaar later ziet de wereld van Vanessa er helemaal anders uit. Het bedrijf waar ze werk had gevonden, is alleen maar groter geworden. Ze heeft er nu een leidinggevende functie. Haar man is ondertussen piloot en zelfs haar ouders hebben weer werk. ‘Ik vind het nog altijd een wonder’, zegt ze. ‘Had je me zeven jaar geleden gezegd dat we nu hier zouden staan, ik had je gek verklaard.’
‘Er worden nu eindelijk facturen gemaakt en we geven alleen nog geld uit dat we echt hebben’
PATRICIA CRUZ TABORDA Eigenares juwelenwinkeltje
‘Twee sectoren zijn beginnen boomen: het toerisme en het vastgoed. Maar de regering heeft nagelaten de markt te reguleren. Het evenwicht is zoek’
78 miljard
Het wonder van Vanessa lijkt erg op de economische metamorfose die Portugal in dezelfde periode heeft ondergaan. In 2011 zakte het land door zijn bodem. Na Griekenland en Ierland was Portugal het derde EUland dat zijn schulden niet meer kon betalen. De Portugezen bleken jaren boven hun stand te hebben geleefd en de toenmalige socialistische minderheidsregering van premier Socrates kon niet anders dan een beroep te doen op het Europese noodfonds dat een jaar eerder was opgericht.
78 miljard euro kreeg Lissabon toegestopt, maar het moest daarvoor wel de bekende besparingsriem aansnoeren. Het begrotingstekort dat tot 9 procent was opgelopen, moest binnen de twee jaar naar 3 procent. Dat kon alleen met drastische maatregelen: pensioenen en salarissen werden verlaagd, de btw op gas, elektriciteit en water ging van 6 naar 23 procent. De Portugezen leken er nog erger aan toe dan de Grieken. De trojka werd ook in Lissabon uitgespuwd. ‘Al beseften we diep van binnen dat we mee verantwoordelijk waren voor de ellende’, bekent Vanessa. ‘We gaven geld uit dat we niet hadden.’
Premier Socrates en zijn socialistische partij betaalden de politieke prijs voor de bailout. Enkele maanden later verloor hij de verkiezingen. Er kwam een centrumrechtse regering onder leiding van Passos Coelho. Vier jaar lang voerde die – weliswaar schoorvoetend – het trojkabeleid uit. De verkiezingen van 2015 werden beschouwd als een referendum voor dat bezuinigingsbeleid. Passos Coelho viel door de mand. Zijn PSDpartij bleef weliswaar de grootste, maar hij verloor zijn absolute meerderheid in het parlement.
De verdienste van Costa?
En toen gebeurde iets verrassends. Omdat de rechtse partijen bleven bekvechten, namen de socialisten het heft in eigen hand. Die werden ondertussen geleid door Antonio Costa, de populaire burgemeester van Lissabon. Hij smeedde met de communisten, de marxisten en de groenen een alternatieve linkse coalitie.
Costa werd de nieuwe premier en hij begon prompt maatregelen te nemen die tegen de besparingsdogma’s van de trojka ingingen. Pensioenen gingen weer omhoog, net als de salarissen van ambtenaren. Het minimumloon steeg en arme gezinnen kregen meer ondersteuning vanuit de sociale zekerheid.
De man achter die maatregelen was geen socialistische politicus, maar een economieprofessor van de universiteit van Lissabon. Mario Centeno stond bekend als een arbeidsmarktspecialist met veeleer liberale ideeën. Toch mocht hij van Costa het economische herstelplan uittekenen en als minister van Financiën mocht hij het ook uitvoeren.
En wat bleek: dat plan werkte. De economie kwam steeds beter onder stoom en is nu een van de beter presterende van de EU. De werkloosheid is gedaald van bijna 18 procent in 2013 tot minder dan 7 procent. Ter vergelijking: in Spanje is nog altijd 15 procent van de bevolking werkloos. Het begrotingstekort bedraagt nauwelijks 1 procent.
Er wordt weer volop geïnvesteerd. En dat zie je, zeker in de twee grote steden, Porto en Lissabon. In 2011 oogden de twee steden wat grauw. Veel gebouwen maakten een uitgewoonde indruk. Nu regeren de drilboren de stad. Boven Lissabon toren steevast grote kranen en in Lissabon openen hipsterbars, trendy winkels en dito restaurants in razend tempo de deuren. Zeker de oude wijken van Lissabon worden overspoeld door toeristen.
Maar de vraag of dit allemaal de verdienste van de ‘socialist’ Costa is, verdeelt de Portugezen. En nog meer zijn ze verdeeld over de vraag of Costa wel zo’n links beleid heeft gevoerd.
Een perfecte storm
Luis Mendes is sociaal geograaf aan de universiteit van Lissabon. Hij noemt de liberalisering van de huurmarkt een gamechanger. ‘Maar de nieuwe huurwet dateert van 2012 en kwam er op instigatie van de trojka. Daar hebben de socialisten geen verdienste aan.’
Dat er iets moest gebeuren aan het Portugese huursysteem, wist iedereen. De huurmarkt was helemaal vastgelopen, vooral als gevolg van een zeer strikte huurwet. Deze wet bevroor veel huurprijzen op een niveau dat nog uit de tijd van de escudo stamde en bood huurders heel veel en huisbazen amper bescherming. Zo kon je in Lissabon in 2012 nog een riant appartement huren voor 35 euro per maand. Een jaar later was dat 300 euro.
‘Het gevolg was dat veel oude Portugezen uit hun huis werden gedreven’, zegt Mendes. ‘Ze zijn ondertussen met meer dan 150.000 en ook de socialistische regering treedt daar nauwelijks tegen op.’ Mendes zag een perfecte storm ontstaan. Met vastgoed was plots veel geld te verdienen. Vastgoedbaronnen én gewone Portugezen roken hun kans. Oude winkeltjes werden omgebouwd tot hippe cafés en restaurants. Huizen werden hotels en airbnb’s.
‘Twee sectoren zijn beginnen boomen: het toerisme en het vastgoed. En daar is niets op tegen. Het is zelfs goed, want het genereert werk. Maar deze regering heeft nagelaten de markt te reguleren. Het gevolg is dat in Alfama – de meeste toeristische wijk van Lissabon – tegenover elk pand met vaste bewoning nu een pand staat dat verhuurd wordt aan toeristen. Het evenwicht is zoek.’
Minimumverdieners
Vooral de oude, onhippe Portugezen zijn er de dupe van. Voor hen is geen plaats meer in de stad. Antonio Mendoça Tavares (64) heeft een winkeltje met rieten manden en hoeden. Commercieel ziet het er niet uit. Dat hij het nog altijd volhoudt, dankt hij aan zijn
LUIS MENDES
Sociaal geograaf universiteit Lissabon