Er is leven na de dood
Een dode oma staat tegen een boom. Ze is een paar jaar geleden overleden, en net uit haar kist gehaald door haar familie. Haar gezicht is uitgevreten. Haar bril is nog zo goed als intact. Haar kleren kleurrijk. Een paar meter verder staat een dode man, een sigarettenpeuk nog in de huidloze mond. Een hand stopt wat geld in het jaszakje van nog een andere dode. Aan diens voeten stoft de zoon de schoenen af. Kinderen lopen af en aan, kijken in de kisten, een jongetje knuffelt de pop die op het lichaam van zijn jaren geleden overleden zusje ligt. Er gaat een bezem door een kist, zodat de opa’s en oma’s straks weer een proper onderkomen hebben.
Het zijn scènes die blijven hangen. Het zijn, meer nog, enkele van de mooiste scènes die de laatste maanden op televisie te zien waren. Ze zaten gis teren in Last days, de reportagereeks waarin fotografe Lieve Blancquaert in alle hoeken van de wereld op zoek gaat naar verhalen over ouder worden en sterven.
De opa’s en oma’s in kwestie stonden op het Indonesische eiland Sulawesi, waar bij de Torajastam de levenden bijna vanzelfsprekend samenleven met de doden. Niet dat we dat niet wisten. Het is iets dat in ons achterhoofd zat, iets waarover we wel eens lazen in The lonely planet, tijdens een Indonesiëreis. Maar dat het zo ver ging, neen, dat leerden we niet uit die reisgids. Gisteren zagen we mensen hun dode ouders koesteren in een achterkamer van hun huis. Niet dagen, maar maanden. We zagen hoe ze hen eten serveerden en hen klaarmaakten voor de nacht. We zagen kinderen over het kerkhof hollen, binnenstappen bij de ene dode na de andere, alsof ze op burenbezoek gingen.
Blancquaert deed wat wij ook zouden doen: ze probeerde het te begrijpen, ze stelde vragen, en nog meer vra gen, liet eerlijk merken dat ze niet onbewogen bleef bij het nauwe contact met de dood (‘oh, ik vind het een beetje stressen toch’) en trok haar conclusies: ‘Eerst leek het me luguber, nu zie ik het als een manier om langzaam afscheid te nemen, of zelfs nooit helemaal.’ Dat het niet zot is dat je niet bang bent van de dood als je van kindsbeen in de kisten zit, besloot ze.
Met eenzelfde open mind en mildheid praatte ze vorige week met bewoners van de Amerikaanse seniorenstad – of zeg maar het reservaat – Sun City, een plek waar je o zo makkelijk kan vervallen in uitlachtv. Blancquaert ging op zoek naar geluk op een plek waar de dood achter elk gemanicuurd gazon loert maar de bewoners the time of their
life hebben. Want als je als oudere mens onzichtbaar en ongewenst wordt in de gewone wereld, waarom zou je dan niet het geluk bij elkaar gaan zoeken, ver weg van die gewone wereld, hoe steriel ook?
Televisie was hier op haar best, omdat ze toonde hoe het anders kan dan wat we gewend zijn, en tiens, misschien was dat anders wel beter? Wat daar op dat eiland en in Sun City gebeurde, werd ons niet ingelepeld als freakshows, maar als mogelijke alternatieven voor de benepen manier waarop wijzelf nog te vaak met de dood en ouderdom omgaan.
Televisie was hier op haar best, omdat ze toonde hoe het anders kan dan wat we gewend zijn