Twee kampen, met Servische kinderen als speelbal
ANALYSE I De hardnekkige weigering van een Servisch gezin om België te verlaten, confronteert staatssecretaris Theo Francken en de Dienst Vreemdelingenzaken weer met het probleem van eeuwige procedures.
BRUSSEL I De opsluiting en repatriëring van een Servische moeder van Romaorigine en haar vier kinderen (1 tot 6 jaar) zijn uitgegroeid tot een nieuw symbooldossier van het terugkeerbeleid. De opsluiting van kinderen blijft gecontesteerd. Tien jaar geleden was ons land daarmee gestopt, na veroordelingen door het Europees hof voor de Rechten van de Mens. In de plaats kwamen open terugkeerwoningen. Maar omdat te veel gezinnen daaruit ontsnapten, wilde de federale regering weer een stok achter de deur.
Aparte woonunits op het domein van het gesloten centrum in Steenokkerzeel, met meer comfort en privacy, moeten nieuwe veroordelingen vermijden. Maar honderden organisaties kwamen in het verweer. Beide kanten staan met getrokken messen tegenover elkaar. Verwijten vliegen heen en weer, dialoog lijkt onmogelijk.
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (NVA) riep de advocaten van het gezin vrijdag op om de ‘nutteloze procedureslag’ te staken. De advocaten schuiven het extra trauma voor de kinderen in zijn schoenen en spreken van een ‘schandalige klopjacht’.
Het is zeer de vraag in hoeverre de moeder haar situatie en de gevolgen van haar beslissingen zelf goed kan inschatten. Eerdere pogingen om met haar over terugkeer te praten, bleken onmogelijk. ‘Uit het administratief dossier blijkt meermaals dat betrokkene het allemaal niet lijkt te begrijpen’, staat in het bevel om het grondgebied te verlaten.
16 jaar probleemloos in Servië
Het verklaart mogelijk een en ander over haar voorgeschiedenis. De jonge vrouw leerde haar man via het internet kennen. Hij woonde al in België. Ze was 16 toen ze hem in 2010 achterna reisde. Ze wachtte meer dan een jaar voor ze een eerste keer probeerde om haar verblijf te regulariseren. Nog een jaar later vroeg ze asiel aan. Ze zei dat ze staatloos was, maar bleek een geldig Servisch paspoort te hebben. Ze zei ook nooit problemen in Servië te hebben gehad, maar alleen Belgische identiteitsdocumenten te willen krijgen. Ze kreeg meermaals het bevel om het land te verlaten.
Toen ze op 14 augustus met haar kinderen werd opgepakt, verklaarde ze dat ze niet naar Servië terug kon gaan omdat het daar ‘niet goed’ is en omdat haar kinderen hier school lopen. In een arrest van een week later wees de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen erop dat ze zestien jaar ‘zonder problemen’ in Servië heeft gewoond, en dat haar ouders, vier broers en drie zussen er nog altijd wonen. Volgens de beroepsrechtbank heeft ze ook de kans gekregen om de belangen van haar kinderen, allen in België geboren, te verwoorden, en heeft de DVZ ‘wel degelijk de situatie van de kinderen in ogenschouw genomen’.
31 procedures in een maand
Voor Francken heeft het gezin de schrijnende situatie waarin het zit, aan zijn eigen halsstarrige houding te danken. Hij klaagt aan dat de advocaten in een maand tijd al 31 juridische procedures hebben aangespannen om de repatriëring tegen te houden, en dat ze daarmee het draagvlak voor een correct asiel en migratiebeleid ‘volledig onderuit’ halen. Daarop reageerde de Orde van Vlaamse Balies gepikeerd dat advocaten niet verweten kan worden dat ze bestaande procedures gebruiken.
Het vreemdelingenrecht blijft een kluwen van procedures. Een nieuw migratiewetboek, het paradepaardje van Francken, moet die procedures korter en transparanter maken, zodat mensen niet kunnen blijven procederen. Daarop is het nog altijd wachten. Tegelijk werd in november de vreemdelingenwet aangepast, waardoor ook begeleide kinderen in eigen naam asiel kunnen vragen.
Ook het koninklijk besluit dat de opsluiting van gezinnen regelt, is het resultaat van een politiek compromis. Nu het KB onuitvoerbaar lijkt, vraagt de NVA om de opsluitingstermijn aan te passen. Dat wil CD&V niet. ‘We mogen de overheid geen carte blanche geven om kinderen onbeperkt opgesloten te houden’, zegt Kamerlid Nahima Lanjri. ‘We moeten niet de opsluitingstermijn rekken, maar de gaten in de wetgeving dichten om misbruik van procedures te voorkomen. In andere landen lukt dat ook.’
Francken riep de advocaten op de ‘nutteloze procedureslag’ te staken, de advocaten spreken van een ‘schandalige klopjacht’