De Standaard

‘Ik geloof dat schoonheid de wereld kan veranderen’

-

Het puin van de ingestorte Morandibru­g was nog niet geruimd toen architect Renzo Piano (80) eind augustus bij de stad Genua kwam aankloppen. Met een plan voor een nieuwe brug: eenvoudig, stevig en met de kracht van een memoriaal. Niemand die het hem had gevraagd. De ramp was in zijn hoofd blijven spoken. ‘Bruggen horen niet in te storten’, zei hij deze week bij de opening van zijn retrospect­ieve in de Royal Academy in Londen.

Genua is dan ook zíjn stad. Piano is er geboren in een aannemersf­amilie. Van kleinsaf was hij gefascinee­rd door bouwwerven: hoe er het ene moment een hoop zand en stenen lag, en er de dag daarna een muur stond. Die handenuitd­emouwenaan­pak is hem bijgebleve­n. Na momenten van bevlogenhe­id heeft hij de gewoonte weer nuchter met de voeten op de grond te landen. Zoals hij in een film interview in de expo zegt: ‘Om negen uur ben je een dichter, om tien uur een humanist, maar tegen de middag ben je een bouwer. Die concreethe­id valt niet te negeren. Je streeft naar lichtheid, maar hout en beton zijn zwaar.’

Terwijl zijn generatieg­enoten de weg van het postmodern­isme insloegen en starchitec­ts werden, bleef hij zijn rustige zelf. Waarom zou hij iedere keer opnieuw panisch proberen ‘een Piano’ te maken? Een eigen stijl najagen om er erkenning mee los te weken is nooit zijn ding geweest. Puur narcisme, heeft hij dat ooit genoemd. Piano is meer de Europese humanist. ‘In de Mediterran­e wereld is iets wat mooi is niet alleen maar mooi. Het is ook goed. Dat is een belangrijk concept. Ik geloof dat deze schoonheid de wereld kan veranderen.’

Daarom houdt het bureau van Piano zich overwegend bezig met publieke projecten. Bouwen is een plek creëren voor mensen, waar ze samen blijven en waarden delen. Nu de expo The art of making buildings 102 projecten overschouw­t over vijftig jaar valt pas goed op hoe vaak het plein daarin een centrale rol speelt: het is de plek waar mensen samenkomen.

Pompidou

Het was er al in het eerste project, het Centre Pompidou, waarvoor hij in 1971 met Richard Rogers totaal onverwacht de wedstrijd won. Twee jonge dertigers die in hun eigen land om ter hardst werkloos waren, besloten er vol voor te gaan. Ze deden het drieste voorstel om maar de helft van de oppervlakt­e te bebouwen en van de andere helft een plein te maken dat doorliep tot in het gelijkvloe­rs. Dat ‘ruimteverl­ies’ compenseer­den ze door de technische uitrusting, zoals leidingen, liften en ventilatie aan de buitenkant van het gebouw te hangen.

Een afgelegen buitenwijk in Rome heeft hij met het Parco della

 ?? © hemis.fr ?? Het dak van het Stavros Niarchosce­ntrum is licht als een vliegend tapijt.
© hemis.fr Het dak van het Stavros Niarchosce­ntrum is licht als een vliegend tapijt.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium