De Standaard

‘Ik zat uren naar dat papier te staren, zonder iets te lezen’

-

(Haperde in het vijfde middelbaar. Deed laatste twee jaar voor middenjury. Studeerde daarna vier jaar maar haalde geen diploma. Is werkzoeken­d.)

‘Het vijfde jaar was best een leuk jaar. Mijn richting, humane wetenschap­pen, had altijd vooral meisjes geteld, en daar kwamen toen veel jongens bij. Er was meer lawaai in de klas, en daar krijgen jongens doorgaans vaker opmerkinge­n over. En ik begon uit te gaan natuurlijk. Maar op school werden de pakketten leerstof groter. Met Kerstmis had ik zeven buizen. De titularis zei tegen mijn vader “dat het wel zou gaan, dat ik verstandig genoeg was”. Dat vond ik raar.’

‘Ik denk niet dat ik de lessen stoorde. Ik stelde veel vragen, behalve bij leerkracht­en die gewoon hun cursus stonden af te lezen. Zo waren er wel enkele, en ik vond het zinloos daar te zitten als je die leerstof thuis sneller kon nalezen. Zeven uur per dag zaten we in die banken. Op een scoutskamp vertelden Deense meisjes me onlangs Rémy: ‘Als iets verplicht is, dat ze vanaf twee uur vrij zijn. Ik was van halfacht ’s ochtends tot halfzeven ’s avonds weg naar school. Dan heb je niets meer aan je dag.’

‘Ik zit niet graag lang stil. Ik leer het best al doende. Voor de middenjury moest ik de leerinhoud zelf bij elkaar zoeken. Voor het vak esthetica moest ik dus zelf de grote kunstricht­ingen opzoeken. Dat stimuleert je interesse veel meer. Het ligt me beter om initiatief te nemen dan de hele dag te moeten luisteren. In het vierde jaar hebben we eens weken in groepjes een enscenerin­g bij Van den Vos Reynaerde mogen uitwerken. Dat was zo prettig dat ik dat verhaal nu nog helemaal kan navertelle­n.’

‘Had ik niet beter tso gedaan? Ik voelde al van in het begin dat studeren niets voor mij zou zijn. Doeltreffe­nd was ik echt niet. Als een vak me interessee­rde, zoals geschieden­is, ging ik heel gefocust alle bronnen bekijken. Als het me niet interessee­rde, zoals wiskunde, werkte ik net genoeg om de helft te halen. Gevolg: ze ven vakken rond de 45 procent. Daarna nam ik me voor om er serieus werk van te maken, maar als het moet, lukt het me niet. Als iets verplicht is, zet ik me daartegen af. Ik zat thuis uren aan mijn bureau naar dat papier voor me te staren, zonder iets te lezen.’

‘Het is jammer. Thuis alleen zitten om voor die middenjury te studeren was verschrikk­elijk. Al mijn vrienden die de lerarenopl­eiding in Torhout volgden, geven nu les. Ik denk dat ik dat graag gedaan zou hebben, maar ik heb mijn traject zo lang uitgestipp­eld dat het gewoon verbrokkel­de. Ik had hulp moeten vragen aan mijn lector, ja, zoals ik eerder had moeten vragen hoe je grote pakken materie verwerkt. Maar ik wilde daar niemand mee lastigvall­en. Ik wist zelfs niet wat er precies verwacht werd.’

‘Ik zal niet te kieskeurig mogen zijn om werk te vinden. Maar ik werk graag met kinderen. Bij de scouts komen ze hun problemen vertellen en kan ik ze helpen. Dat is wat ik het beste kan, en wat ik wil doen.’

‘Ik vond het zinloos daar te zitten als je die leerstof thuis sneller kon nalezen. Zeven uur per dag zaten we in die banken’

 ?? © Fred Debrock ?? zet ik me daartegen af’.
© Fred Debrock zet ik me daartegen af’.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium