Ik zou nooit geworden zijn wie ik ben als …
De uitvaart van John McCain. Volgens Obama herinnerde hij ons eraan dat het onze plicht is om principes en waarden te verdedigen.
‘Ik zou nooit geworden zijn wie ik ben als …’ Zo begon ik de gesprekken die ik de voorbije zomer heb gevoerd met Belgische persoonlijkheden, Franstaligen en Vlamingen, mensen uit de culturele, economische of sportieve wereld. In een lang interview voor Le Soir probeerde ik te achterhalen welke plaatsen, gebeurtenissen, boeken of mentoren ertoe hadden geleid dat ze een bepaalde richting waren uitgegaan, voor een bepaalde loopbaan hadden gekozen en uiteindelijk erkenning hadden gekregen. We spraken af op een symbolische plek, de genodigde bracht allerhande voorwerpen en foto’s mee, zaken die een stempel hadden gedrukt op zijn ontwikkeling.
Doordringen tot de kern
‘Ik zou nooit geworden zijn wie ik ben als …’ is een ongelooflijk krachtig zinnetje. Het laat je onmiddellijk doordringen tot iemands diepste kern – je gesprekspartner geeft meteen zijn ziel bloot, zijn kwetsbaarheid. Ook was het verbazend hoe snel en precies het antwoord keer op keer kwam: we weten duidelijk heel goed wie ons heeft gemaakt tot wie we zijn geworden.
Voor Marc Raisière, ceo van Bel fius, is het zijn moeder die met maar één arm werd geboren. Dat heeft zijn hele leven bepaald. Voor JeanJacques Cloquet, afscheidnemend directeur van de luchthaven van Charleroi, is het zijn kindertijd op straat en het ontslag van zijn vader bij Acec, het bedrijf waaraan hij alles had gegeven. Voor politiek journalist Ivan De Vadder (VRT) is het zijn kindertijd als kleine Vlaming in Ukkel, een periode die hij bestempelt als zijn persoonlijke Terug naar Reims – naar het boek van de Franse filosoof Didier Eribon. Voor Caroline Pauwels, rector aan de VUB, het warme, open nest dat haar grootvader had gebouwd op twee principes: ‘Hoe meer talen je spreekt, hoe meer mens je bent’ en ‘Voor een vriend is een maaltijd snel bereid’.
‘Ik zou nooit geworden zijn wie ik ben als …’ Na de onthullingen in Pano over het verwerpelijke seksistische, racistische en antisemitische gedachtegoed van de leden van Schild & Vrienden, moest ik onwillekeurig aan dat zinnetje denken. Hoe komt het dat Dries Van Langenhove die harde, hatelijke jongen is geworden? Hoe komt het dat een jonge universiteitsstudent, geboren in een bloeiende cultuur, een welvarende BÉATRICE DELVAUX
Is senior writer bij Le Soir en columniste bij deze krant. In ‘Tableaux Delvaux’ schildert ze maandelijks op groot canvas taferelen die haar beroeren en verontrusten. economie en een florissante regio, zich heeft ontpopt als kruisvaarder van de identiteit, als iemand die vindt dat de ‘aan grote gevaren blootgestelde’ Vlaamse jeugd ‘bescherming’ nodig heeft? Wat kan er aan de basis liggen van zoveel frustratie en ranzigheid?
Een oude vernedering? Dat suggereert alvast schrijver en regisseur Wajdi Mouawad. In zijn stukken laat hij zien in welke mate innerlijke, nooit verwerkte trauma’s mensen kunnen aanzetten tot wraak, hoe ze hen op het idee kunnen brengen om de ander uit te roeien.
Hooligan
De agressie van de puberteit? Romeo Castellucci, de Italiaanse kunstenaar die vanaf dinsdag Die Zauberflöte regisseert in De Munt, legde me uit ‘dat hij nooit zou zijn geworden wie hij was’ als hij op de keukentafel thuis geen kunstboek had gevonden. ‘Het werk had het effect van een bom, ik had het gevoel een nieuwe wereld te ontdekken. In mijn jeugd was ik een hooligan, en dat boek heeft me doen inzien dat kunst een sleutel kan zijn om geweld te kanaliseren, om je weg te vinden in de wereld en om je lichaam te accepteren. Ineens wist ik dat ik een parallelle wereld moest uitvinden om de wereld waarin ik was geboren en die ik niet had gekozen, onschadelijk te maken.’ Wanneer Lize Spit uitlegt dat schrijven voor haar een manier is om controle uit te oefenen over de wereld waarin ze moet leven, zegt ze eigenlijk hetzelfde.
Als Wajdi Mouawad probeert te begrijpen waarom jonge Europeanen ervoor kiezen jihadist te worden, oppert hij dat ze wellicht nergens op hun pad met poëzie in aanraking zijn gekomen, dat ze nooit een ander toneel hebben gevonden voor hun acties. Kan het daaraan liggen? Hebben Van Langenhove en zijn kornuiten nooit een andere sleutel gevonden om de wereld aan te durven dan die van misselijk makende ideologieën? Geen kunstboek om hun angst voor het lichaam te sublimeren, geen poëzie om hun geest te verrijken, geen woorden om hun angsten te bezweren?
Laffe keuze
‘Ik vraag me altijd af of ik, op een echt kritiek moment, in staat zou zijn een heldendaad te verrichten, die het verschil zou maken. Ik ben bang van niet.’ Dat zei Caroline Pauwels nog tijdens ons gesprek in augustus. De voorbije weken heb ik al tweemaal aan haar uitspraak teruggedacht. De eerste keer bij de dood van Republikeins senator John McCain die, zoals Barack Obama op de uitvaart onderstreepte, ‘de wereld heeft herinnerd aan de plicht altijd en overal de principes en waarden te verdedigen die politiek en partijen overstijgen’. De tweede keer was vorige woensdag, na de stemming over de opstart van een alarmprocedure tegen Hongarije en het beleid van premier Viktor Orban. Het was zo’n moment waarop alleen degenen die voor of tegen stemmen, klare wijn schenken.
Woensdag hebben de vier NVAafgevaardigden zich onthouden. Op een moment als dit, wanneer het er echt op aankomt, hebben ze een bij uitstek laffe keuze gemaakt, of erger, hebben ze samengespannen met de vijanden van de democratie. Want als je niet de grandeur, de moed hebt om de democratie te dienen, dan heul je mee met haar vijanden. Wat je achteraf ook als excuus mag gebruiken.
Nog eentje om het af te leren? Voor John McCains kist, waarop de Amerikaanse vlag lag, citeerde Barack Obama Ernest Hemingway: ‘Vandaag is maar één dag in een hele reeks van dagen die nog komen. Maar het zou kunnen dat de gebeurtenissen van alle dagen die nog komen, afhangen van wat jij vandaag doet.’ Beter kan ik het niet zeggen.
Hoe komt het dat een jonge universiteitsstudent, geboren in een bloeiende cultuur, een welvarende economie en een florissante regio, zich heeft ontpopt als kruisvaarder van de identiteit?