Dorpspolitiek legt parlement lam
Helft parlementsleden trekt lijst op 14 oktober. Zes Vlaams Parlementsleden komen niet op. 93 procent van de Kamerleden doet dat wel.
De Vlamingen worden vertegenwoordigd door 246 politici, in het Vlaams, federaal (Kamer en Senaat), Brussels en Europees Parlement. 118 van hen – 48 procent – trekken een lijst in hun gemeente, district of provincie voor de verkiezingen van 14 oktober. Dat berekende De Standaard. Meer dan twee derde van de 124 Vlaamse Parlementsleden en 87 Nederlandstalige Kamerleden staan op een van de eerste drie plaatsen op een kieslijst.
Vooral het Vlaams Parlement doet zijn bijnaam van ‘veredelde gemeenteraad’ eer aan. Slechts een zestal parlementsleden – nog geen vijf procent dus – komt op 14 oktober níét op. Bij de vorige lokale verkiezingen, in 2012, waren dat er nog veertien. Alleen bij Groen en CD&V trekt minder dan de helft van de Vlaamse Parlementsleden een lijst. Bij Open VLD is dat twee op de drie en bij Vlaams Belang iedereen.
In de Kamer doet 93 procent van de Vlaamse leden mee. Daar tellen Groen, CD&V en NVA procentueel het minste lijsttrekkers, Open VLD en Vlaams Belang – waar ook hier iedereen trekt – het meeste. SP.A scoort in beide parlementen iets meer dan de helft. Alle twaalf Nederlandstalige Europese Parlementsleden staan over vier weken op een lokale lijst. En ook vijf van de zeventien Nederlandstalige Brusselse Parlementsleden is lijsttrekker in zijn of haar gemeente.
Particratie heerst
Donderdag vindt de eerste plenaire Kamerzitting plaats. Het Vlaamse niveau volgt over een week, op maandag 24 september, met de septemberverklaring van ministerpresident Geert Bourgeois (NVA). ‘Dat zoveel parlementsleden zich nu focussen op het lokale, gaat in tegen de werking van het parlement zelf’, zegt hoogleraar strafrecht en Kamerlid Hendrik Vuye. Hij verliet samen met Veerle Wouters de NVA, geen van beide komt op bij de gemeenteraadsverkiezingen. ‘De Kamer is sinds 21 juli in reces en eigenlijk nog verlamd tot minstens 14 oktober. Dat is geen goede zaak voor de werking van het federale systeem.’
De erg innige verwevenheid tussen het lokale, deelstatelijke en nationale niveau wijst volgens specialisten op de almacht van de politieke partijen. ‘We houden dan wel lokale, Vlaamse of federale verkiezingen, er is één systeem dat alles overheerst’, zegt Filip De Rynck, professor bestuurskunde (UGent). ‘En dat is de particratie. De politieke partijen domineren zowel op het lokale als op het federale niveau. Dat is bij ons veel sterker dan in andere landen.’
Permanente lopende zaken
Lokale lijsten maken deel uit van de partijpolitieke strategie op de hogere niveaus en omgekeerd, stelt De Rynck. Bovendien, blijkt uit onderzoek van onderzoekscentrum Vives (KU Leuven), halen parlementsleden bij lokale verkiezingen een derde meer voorkeurstemmen dan andere kandidaten. ‘De komende maanden wordt het hele politieke systeem beheerst door verkiezingen’, zegt De Rynck. ‘Want in mei zijn er opnieuw verkiezingen. Die paralyseren alle niveaus. Er treedt een vorm van permanente lopende zaken op.’
Parlementsleden die niet meedoen aan de lokale verkiezingen, doen dat niet altijd louter uit principe. Een aantal parlementairen stopt gewoon met de actieve politiek, zoals Renate Hufkens en Rob Van de Velde (beiden NVA), Bart Van Malderen (SP.A) of Eric Van Rompuy (CD&V). Anderen zitten gewrongen omdat echtgenoten of familieleden uit de eerste of tweede graad niet samen in een gemeenteraad kunnen zetelen. Nog anderen zijn partijloos geworden, zoals Vlaams Parlementslid Hermes Sanctorum (exGroen) of Vuye en Wouters. Zonder ruggensteun van een partij is het een haast onmogelijke opdracht om lokaal potten te breken.
‘De politieke partijen domineren zowel het lokale als het federale niveau. Dat is bij ons veel sterker dan in andere landen’ FILIP DE RYNCK Professor bestuurskunde (UGent)