Horta’s Hotel Aubecq komt naar Kanal
Hotel Aubecq van Victor Horta werd in 1950 afgebroken en sindsdien ligt de gevel in een depot. Hij verhuist nu naar Kanal en zal daar geïntegreerd worden in het gebouw.
Gelukkig heeft Victor Horta het niet meer moeten meemaken. Hij overleed in 1947. Drie jaar later liet een nieuwe eigenaar zijn Hotel Aubecq afbreken. In geen tijd stond er een zielloze appartementsblok van twaalf verdiepingen in de plaats.
Hotel Aubecq is nochtans een van de grotere woningen die Horta realiseerde. Het was een stadsvilla voor Octave Aubecq, een industrieel in plaatijzer en emailwaren. Zoals een ondernemer betaamt wou hij dat het vooruit ging: binnen het jaar wou hij dat alles klaar was.
Het werd vier jaar. Horta zuiverde zijn concept grondig uit en richtte heel het interieur in. Van een gepersonaliseerde biljarttafel tot het monogram op de tafelservetten.
De woning lag aan de Louizalaan 520. Ze had een royale voorgevel van 12 op 15 meter, en werd soepel afgerond naar de zijgevel. Van daaruit hadden de bewoners in hun woonkamer een verrukkelijk zicht op het Terkamerenbos.
Het protest was in 1950 niet opzienbarend genoeg om de afbraak te voorkomen. Minister Auguste Buisseret stelde nog 7.500 euro ter beschikking om een gedeelte te vrijwaren. Uiteindelijk zijn de voorgevel en de knik naar de zijkant bewaard. Alles samen 650 stenen die samen 350 ton wegen.
In de loop der decennia verhuisden de stoffelijke overschotten van het Hotel Aubecq zes keer van plaats. De laatste grote beheerders waren de Federale Staat, die het bouwpakket in 2001 overdroeg aan het Brussels Gewest.
Waardige manier
De ministerpresident van het Brussels Gewest, Rudi Vervoort (PS), komt nu met een oplossing. ‘Over de gevel wordt al zestig jaar gediscussieerd. Ik heb de architectuurstichting Civa opgedragen de overblijfselen op te nemen in haar collectie. Ze zal die op een waardige manier in de kijker plaatsen. Ze zal nadenken hoe ze die definitief kan integreren in het cultuurcomplex KanalCentre Pompidou.’
Bij wijze van opwarmer is er een voorhoede van zestien stenen opgesteld in de vitrine van Kanal. De gevelblokken zijn van blauwe steen en wit en roze graniet. Ze zijn geslepen en sommi
ge hebben ornamenten. Elke gevelsteen tekende Horta in detail uit. Eerst liet hij er een kleimodel van maken, zodat hij nog retouches kon aanbrengen. Een gipsafdruk daarvan ging naar de steengroeve, waar elke steen perfect op maat gekapt werd.
De rest van het bouwpakket ligt nog in een depot in de Navezstraat in Schaarbeek. Daar zijn in 2011 alle onderdelen horizontaal uitgestald. Twee jaar geleden werd er alarm geslagen over dat depot. De hangar was in verwaarloosde staat en had gaten in het dak en de wanden. Bij een controle werden veertig krakers aangetroffen.
Inmiddels is de hangar verstevigd, maar al het smeedijzer
is verdwenen. Er zaten stukken balustrade bij, traliewerk van de vensters en een poort met spijlen. Het Gewest zoekt momenteel een ander depot. Alles naar Kanal brengen is geen optie, want dat wordt binnenkort zelf een bouwwerf.
Philippe Vierin, van Noa Architecten, vindt een heropbouw van de gevel weinig relevant. ‘Het is een stuk van een gebouw, bovendien uit een andere periode. We zullen er een andere vorm voor moeten bedenken, wellicht eerder museaal. Hoe lang blijft het staan? Vervangen we de elementen van tijd tot tijd? Het opent wel veel verhalen, van Horta tot over hoe we met zijn erfenis omgingen.’
Er zaten gaten in het depot. Al het smeedijzer is verdwenen