‘Nachtje doordoen’ is meetbaar in bloed
Goed nieuws voor de verkeersveiligheid: het blijkt mogelijk om met een bloedtest aan te tonen dat iemand te weinig geslapen heeft om te rijden.
Slaaptekort is geen substantie zoals drank of drugs en toch laat het sporen achter in het bloed, hebben wetenschappers van de University of Surrey aangetoond. Ze beschrijven hun experiment in het vakblad Sleep.
Als iemand onvoldoende slaapt, heeft dat zijn weerslag op het lichaam. Cellen zetten stressmechanismen in gang om de slechte omstandigheden aan te kunnen. Eerdere, aftastende studies hadden al enkele biomarkers (meetbare indicators van een biologisch proces) naar voren geschoven als een teken van slaaptekort, zoals een hogere concentratie van een welbepaald enzym in speeksel of een specifiek zuur in bloed. Maar de onderzoekers van de nieuwe studie wilden een breed palet van biomarkers samenstellen om de zekerheid van hun test te vergroten. Een dergelijke strategie wordt ook gehanteerd om bijvoorbeeld kanker op te sporen in het bloed.
Voor het experiment moesten 36 vrijwilligers een nachtje overslaan. Om de drie uur werd een bloedstaal genomen – de eerste 7 uur nadat ze waren opgestaan, de laatste toen ze al 34 à 35 uur wakker waren. In het bloed werd gekeken naar het transcriptoom: de genen die op dat moment ‘gelezen’ zijn of, anders gezegd, dat deel van ons erfelijk materiaal dat in actie is geschoten. Lang niet al ons DNA wordt namelijk altijd en overal gebruikt, dat hangt sterk af van de omgeving. Is iemand ziek, of slaperig, dan zal het transcriptoom in het bloed er anders uitzien dan van iemand die gezond of wakker is. Het transcriptoom bestaat uit ‘transcripten’ van genen, vrij bewegende moleculen die gelijken op DNA en die fungeren als ‘boodschappers’.
Een gebruiksklare test is nog even verwijderd, maar is dus wel mogelijk
Chronisch slaaptekort
Uiteindelijk werd in het experiment een set van 68 genen geïdentificeerd die met 92 procent zekerheid aantonen dat iemand acuut te weinig geslapen had. Het volstond om één bloedstaal van een vrijwilliger te bestuderen om die conclusie te trekken. Zoals verwacht gaat het vooral om genen die betrokken zijn bij stressmechanismen. De wetenschappers willen ook graag kunnen bepalen of iemand chronisch te weinig geslapen heeft (minder dan zes uur per dag gedu rende een week), maar dat lukte hen vooralsnog niet.
Een gebruiksklare test is nog even verwijderd, maar is dus wel mogelijk, illustreert dit experiment. Ze zou meer dan welkom zijn, zegt Werner De Dobbeleer van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. ‘Het is heel moeilijk om bij een ongeval na te gaan of vermoeidheid aan de basis lag. Je moet dan al een diepteonderzoek doen, op basis van bijvoorbeeld getuigenissen en remsporen. Is iemand zonder aanleiding van zijn baan afgeweken en heeft hij niet geremd, dan zou dat erop kunnen wijzen dat de bestuurder in slaap gevallen was. Maar het wordt nog moeilijker om een inschatting te maken wanneer iemand op een voorligger is ingereden. Lag dat aan vermoeidheid? Of gewoon aan onoplettendheid? Bij de bestuurder zelf valt er momenteel weinig te meten. Je zou al een EEG moeten nemen om de hersenactiviteit te meten, wil je weten of er sprake is van serieus slaaptekort. Maar dat is niet gebruikelijk voor ongevallen.’
Omdat slaaptekort nog niet objectief te meten is, zijn er ook geen officiële ongevalsstatistieken voor het probleem. Volgens een conservatieve schatting op basis van buitenlandse studies zou 10 tot 15 procent van de ernstige verkeersongevallen het gevolg zijn van vermoeidheid.