Gekomen voor ervaring, naar huis met zilver
De eerste Belgische verrassing in Innsbruck is een feit. Brent Van Moer knalde in de tijdrit bij de beloften onverhoopt naar zilver. ‘Ik heb geleerd dat tijdrijden meer is dan alleen maar hard trappen.’
Twaalf jaar na Dominique Cornu en dag op dag vijf jaar na de betreurde Igor Decraene bij de junioren mocht ons land gisteren ei zo na opnieuw een wereldkampioen bij de beloften in de armen sluiten. Maar daar besliste een uitzonderlijke Deen anders over. Mikkel Bjerg is de eerste belofte die erin slaagt om het WK tijdrijden tweemaal na elkaar te winnen. Maar er was minstens evenveel applaus voor de tweede plaats van Brent Van Moer, die iedereen met verstomming sloeg. De OostVlaming bestempelde voor dit WK een plaats in de top 20 nog als ‘een goed resultaat’, maar het werd meer. Veel meer.
Met dank aan De Weert
‘Ik had ook niet gedacht dat ik hier zou meestrijden om het goud’, zei Van Moer. ‘Ik kwam eigenlijk om te leren. Ik wilde gewoon een goed WK rijden om eens te kijken wat mijn plaats is tussen de wereldtop. Maar vandaag (gisteren, red.) trapte ik mijn beste wattages ooit.’
Het leverde Van Moer prompt een zilveren medaille op, bonds coach Kevin De Weert mocht delen in de hulde. ‘Mijn EK was een domper geworden, want ik kampte er met kettingproblemen. Maar de bondscoach bleef maar herhalen dat ik een grote motor had, dat ik me meer op dat koersen tegen de klok moest toeleggen. Ik heb dan maar wat meer mijn tijdritfiets bovengehaald en heb meer aandacht aan aerodynamica besteed. Wat me nu zeker duidelijk is geworden: tijdrijden is meer dan hard trappen. Het juist indelen van je race is even belangrijk.’ En dat deed hij gisteren prima. Van Moer maakte het verschil in de tweede koershelft. Daar waar tal van favorieten betere tussentijden lieten optekenen, vielen ze in de laatste tien kilometer één voor één door de mand.
En nu verrassen in Roubaix
Van Moer is na dit seizoen nog twee jaar belofte. ‘Ik ben stagiair bij LottoSoudal, maar pas na de wegrit van aanstaande vrijdag zal ik de keuze maken of ik volgend seizoen al dan niet prof wordt.’ Voor zijn doelen op langere termijn hoeft hij niet lang na te denken. ‘Ik wil meer zijn dan een goede tijdrijder. De Ronde van Vlaanderen en ParijsRoubaix zijn koersen die me op het lijf zijn geschreven. In Roubaix eindigde ik dit jaar zesde bij de beloften. Maar pech weerhield me ervan om mee te strijden voor het podium. Dus zonder tegenslag kan ik ook in De Hel nog verrassen.’