Baby bij ouders laten slapen is oké
Een baby in de eerste maanden bij zijn ouders laten slapen, is geen verwennerij. Rond de eerste verjaardag wordt het wel tijd om het kind naar zijn kamer te verhuizen.
Veel aanstaande ouders weifelen erover: waar moet de baby slapen? Meteen na zijn geboorte op z’n eigen kamertje, of eerst nog een poosje bij papa en mama?
Wie die vraag stelt aan Kind & Gezin, krijgt een resoluut antwoord: laat een baby zeker zes maanden en bij voorkeur tot hij een jaar oud is, ’s nachts bij de ouders op de kamer slapen, in een eigen bed naast dat van zijn ouders. Het risico op wiegendood wordt zo bijna gehalveerd. Voor een borstvoedende moeder is het ook handig om een hongerige baby binnen armbereik te hebben, zodat ze voor nachtvoedingen niet de koude gang op moet.
Daar staat tegenover dat ouders vrezen problemen uit te lokken door een baby bij hen op de slaapkamer te nemen. Want hoe krijgen ze hem daar straks weer buiten, als hij het eenmaal gewend is geraakt om in gezelschap te slapen? Wie die vraag stelt aan Kind & Gezin, krijgt een minder resoluut antwoord. Er is nooit wetenschappelijk onderzoek gevoerd dat kinderen langdurig heeft gevolgd.
Tot ontwikkelingspsychologe Roseriet Beijers van de Radbouduniversiteit in Nijmegen besloot om de zaak uit te zoeken. Met collega’s van de University of Maryland zette ze een langdurige studie op naar de gevolgen die de slaapplek van een baby in zijn eerste halve levensjaar heeft op zijn latere gedrag als kind.
Ouders kunnen op beide oren slapen, rapporteren de onderzoekers in het vakblad Child Development: met een baby de kamer delen leidt niet tot slaap of gedragsproblemen In de kamer van de ouders slapen leidt bij de baby zelfs tot een
Voor een borstvoedende moeder is het ook handig om een hongerige baby binnen armbereik te hebben
bij het kind, in elk geval niet in de eerste zes tot acht levensjaren.
Socialer en behulpzamer
De onderzoekers volgden het wedervaren van 200 Nederlandse kinderen uit de regio Nijmegen, vanaf hun geboorte tot de leeftijd van zes tot acht jaar. Ze lieten ouders de eerste zes maanden van het leven van hun baby een slaapdagboek bijhouden en konden zo vaststellen hoeveel weken de zuigelingen op de ouderslaapkamer hadden geslapen.
Het resultaat: een baby die zijn eerste zes maanden bij de ouders slaapt, houdt daar later geen slaapof gedragsproblemen aan over. Inte gendeel, er zijn aanwijzingen dat de baby er een diepere slaap aan te danken heeft. Bovendien lijken ze er socialer en behulpzamer van te worden.
Anders wordt het als baby’s pas na dertig maanden of later van de ouderslaapkamer naar hun kamer oversteken. Het lijkt erop dat daar wel slaap en gedragsproblemen van kunnen komen, al is niet uit te sluiten dat oorzaak en gevolg hier worden omgewisseld. Mogelijk houden ouders lastige slapers en/of moeilijke kinderen langer bij zich op de kamer, precies omdat het zo moeilijk valt ze de overstap naar hun eigen kamer te laten maken.