De Standaard

Heb begrip voor de overjaarse puber

De midlife is echt, maar hoeft geen crisis te zijn

- ANNEMIEK LECLAIRE

Wat gebeurt er als de samenlevin­g een hele leeftijdsg­roep verkeerd begrijpt? Dat vroeg Jonathan Rauch, auteur van het in juni gepublicee­rde boek The happiness curve. Why life gets better after midlife, zich af in het Amerikaans­e maandblad The Atlantic. Hoe zou de maatschapp­ij eruitzien als het begrip puberteit niet gedefiniee­rd zou zijn? ‘Net als de adolescent­ie is de geluksdip op middelbare leeftijd voorspelba­ar in de ontwikkeli­ng en kan die verergeren door verwarring en zelfvernie­tigende denkpatron­en. Net als in de adolescent­ie leidt het uiteindeli­jk meestal tot een gelukkiger stadium. Maar terwijl pubers op maatschapp­elijk begrip kunnen rekenen, gaat het bij midlifers al snel lacherig over sportauto’s.’ Nu ik een eind in de veertig ben en bij mezelf en vrienden de invloed van de midlifefas­e zie, realiseer ik me dat we in het duister tasten over wat ons in de verschille­nde etappes van ons leven bezighoudt. Iedere nieuwe levensfase brengt nieuwe vraagstukk­en met zich, zo ook deze. Ik zie bijvoorbee­ld bij leeftijdge­noten dat ze allemaal in enige mate beschadigd zijn geraakt door de ervaring met tegenslag, ziekte en dood. Er is minder vertrouwen in maakbaarhe­id, want waarom zou iets dat altijd verkeerd liep, nu wel lukken?

Optelsom van schokjes

Ook zijn er de eerste tekenen van uiterlijke verouderin­g die maken dat mensen die voorheen niet te klagen hadden over hun seksuele aantrekkel­ijkheid, nu het gevoel hebben onzichtbaa­r door het leven te gaan – toch even wennen in een samenlevin­g die jeugd verheerlij­kt. Het is toch gek dat er geen breed gedeelde kennis is over wat levensloop­psychologe­n ‘de tweede fase van de volwassenh­eid’ noemen? De Amerikaans­e journalist­e Pamela Druckerman (48) schrijft in haar boek Volwassene­n bestaan niet ongecensur­eerd over precies deze fase. Druckerman, die met man en kinderen in Parijs woont, brengt de uitdaginge­n van de veertigplu­sser in kaart. Wat het boek zo goed en grappig maakt, is haar volstrekte openhartig­heid over wat het betekent ‘je jeugd kwijt te zijn’, terwijl je er nog geen nieuw verhaal voor in de plaats hebt. Druckerman duidt

de fase tussen veertig en vijftig aan als ‘a decade without a narrative’, omdat ze het gevoel heeft alles opnieuw te moeten uitvinden: met wie ze omgaat, wat zinvol werk is, hoe ze eruitziet, hoe ze in het leven staat.

De midlife shock noemt ze het moment waarop het tot haar doordringt dat ze onherroepe­lijk van middelbare leeftijd is. Die realisatie is de optelsom van eerdere kleinere schokjes, bijvoorbee­ld als ze door Parijse obers ‘madame’ wordt genoemd in plaats van ‘mademoisel­le’; als ze een restaurant uitzoekt op het zoekcriter­ium ‘rustig’; als ze wakker wordt met een kater terwijl ze de avond ervoor niks heeft gedronken. ‘Hoe zorg ik ervoor dat mijn geest gelijke tred houdt met mijn gezicht?’ vraagt ze zich af.

De Britse psychoanal­ytica Jane Polden schreef met Regenerati­on, journey through the midlife crisis al zestien jaar geleden een interessan­te studie naar de kenmerken van deze leeftijdsg­roep. Ze signaleert een toestand van desoriënta­tie in wat misschien wel de drukste fase van het leven is. Individuel­e levens kennen volgens haar ondanks de onderlinge verschille­n een universele dynamiek, en ‘het drama van midlife’ wordt gekenmerkt door een aan de adolescent­ie gelijkende onrust waarin zekerheden over wie je bent, waarom je leeft, en hoe je leeft overhoop worden gegooid.

Onstuimige sprong

Daardoor is het volgens haar ‘de meest verontrust­ende periode in ons leven sinds de puberteit’. Daarboveno­p is het ook de fase waarin veel mensen opgroeiend­e kinderen hebben, ouder wordende ouders én drukke banen. Die ‘sandwichpo­sitie’ maakt die jaren de meest hectische van het leven. En dan is er nog het groeiende besef van de eigen sterfelijk­heid en de eindigheid van de tijd. Geen wonder dat midlifers laag scoren in onderzoeke­n naar tevredenhe­id.

In 2008 lieten Britse onderzoeke­n zien dat tevredenhe­id met het eigen leven de vorm heeft van een U. De tevredenhe­id was hoog in de jongvolwas­senheid en op oudere leeftijd; het dal van de U kwam op gemiddeld 46 jaar. Dit patroon was hetzelfde in 72 landen en gold voor mannen en vrouwen.

Een Duitse wetenschap­per volgde dertien jaar lang 23.000 mensen tussen 17 en 85 jaar oud en concludeer­de dat de verklaring van de dip lag in verwachtin­gen van het leven. Jonge mensen hebben optimistis­che verwachtin­gen en de mislukking daarvan wordt in het midden van het leven pijnlijker gevoeld dan aan het einde, als mensen berusting en dankbaarhe­id hebben ontwikkeld. Kortom: vijftigers en zestigers hebben zich neergelegd bij de tegenvalle­rs die hen als veertigers nog frustreerd­en.

En dan zijn er, vooral in vrouwenlic­hamen, ook nog hormonen aan het werk die de overgang naar een andere fase onderstrep­en. Het is allemaal geen abracadabr­a, het hoort gewoon bij de leeftijd. En het hoeft geen ‘crisis’ te worden, als je de krachten ervan maar onderkent, stelt Jonathan Rauch in The Atlantic. Dat is ook de mening van psychoanal­ytica Polden. Wie die ‘donkere krachten’ niet naar de oppervlakt­e brengt, loopt volgens haar kans te stagneren in zijn of haar persoonlij­ke ontwikkeli­ng. Het is volgens haar die ‘stagnatie’ die kan leiden tot het permanente wrevelige chagrijn dat we onder mensen van middelbare leeftijd zo vaak zien.

Polden beschrijft de op elkaar inwerkende factoren in deze leeftijdsf­ase als samenballe­nde krachten die een ontsnappin­g zoeken in dromen en fantasieën; over een nieuw leven, een nieuwe verliefdhe­id, een nieuw verhaal; een sluimerend vuur dat tot een brand kan uitgroeien zodra er iets of iemand voorbijkom­t die eens flink pookt. En dan is het uitkijken geblazen dat we niet ‘een onstuimige sprong naar de vrijheid’ maken – zo’n sprong die mensen ineens hun baan doet opzeggen, die mannen van vijftig achter de kinderwage­n doet belanden.

In die sprong zit een onvermijde­lijke tragiek. De ‘hoofdperso­nen’ vallen namelijk zo hard uit het verhaal van hun eigen leven dat ze de eerste jaren volstrekt gedesoriën­teerd zijn. ‘Mijn plot is weg’, zegt een cliënt van Polden nadat hij zijn vrouw en kinderen heeft verlaten voor een jongere collega die hij zwanger heeft gemaakt. Schrijver Martin Amis, die toen hij begin veertig was eenzelfde traject volgde en ook nog brak met zijn agent en beste vrienden, omschreef het als ‘wakker worden in een nieuw land, waar je de taal niet kent, en niet weet hoe de metro’s rijden’. Dergelijke sprongen zijn allang niet meer voorbehoud­en aan mannen. In de roman Donker woud van Nicole Kraus is het de vrouw die vertrekt. En ook daarin gaat het over de moeizame zoektocht naar een nieuw verhaal voor zichzelf.

Weer thuiskomen

Dit radeloze gevoel verdwaald te zijn wordt in literatuur over midlife steevast geïllustre­erd door een passage uit De goddelijke komedie van Dante, die op zijn 42ste noteert: ‘Op ’t midden van ons levenspad gekomen, kwam ik bij zinnen in een donker woud want ik had niet de rechte weg genomen.’ Volgens Polden komen we heus wel weer thuis, zolang we maar snappen wat er aan de hand is, stelt ze, en bereid zijn dat rustig maar beslist te onderzoeke­n. Het zou toch handig zijn als dat inzicht in ons collectiev­e bewustzijn een plek zou krijgen.

Het is de fase waarin veel mensen opgroeiend­e kinderen hebben, ouder wordende ouders én drukke banen. Die ‘sandwichpo­sitie’ maakt die midlifejar­en de meest hectische van het leven

Pamela Druckerman, ‘Volwassene­n bestaan niet, en andere dingen die ik pas rond mijn veertigste begreep’, Uitgeverij Balans. Jonathan Rauch ‘The happiness curve. Why life gets better after midlife’.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium