DE GEBRUIKER BETAALT: NIET ALTIJD EEN GOED IDEE
Wie hogere studies heeft gedaan, plukt daar de rest van zijn leven de vruchten van, want hoogopgeleiden verdienen meer en hebben een betere fysieke en mentale gezondheid dan laagopgeleiden. Nochtans heeft die hoogopgeleide daar nauwelijks voor moeten betalen, want het hoger onderwijs wordt fors gesubsidieerd, óók door de laagopgeleiden. De financiering billijker maken door afgestudeerden te verplichten na hun studies een bepaald percentage van hun inkomen af te dragen en dat geld te investeren in basisonderwijs zodat ook kansarmen meer kansen krijgen om naar het hoger onderwijs te gaan, lijkt een aantrekkelijk idee. Maar bij deze oefening in solidariteit horen toch een aantal kanttekeningen.
De analyse van de professor klopt: de democratisering van het onderwijs stokt, te veel kansarmen raken niet in het hoger onderwijs. Maar de remedie is niet om die hoogopgeleiden daarvoor te laten betalen. Omdat de oorzaak van de kloof tussen kansarm en kansrijk, tussen allochtoon en autochtoon, veel oorzaken heeft: vooroordelen van sommige leerkrachten waardoor deze kinderen minder in het aso terechtkomen, de manier waarop ons onderwijs vaak nog georganiseerd wordt of de fetisj om het gebruik van de moedertaal op school te allen tijde te verbieden. En als er alsnog meer middelen naar het basisonderwijs moeten gaan, dan moet dat uit de algemene onderwijspot gehaald kunnen worden.
Zo’n studiebijdrage betekent bovendien weer een extra belasting op loon, terwijl meer solidariteit tussen diegenen die veel hebben en diegenen die weinig hebben, beter zou komen via een echte belasting op vermogen in plaats van op inkomen.
Als we redeneren dat de gebruiker maar moet betalen, dan zet je de deur open om dat principe op heel wat andere zaken toe te passen. Gaan we ook de gebruiker van trein, tram en bus de volle pot laten betalen, want die rijden alleen dankzij heel veel subsidies en die worden ook betaald door diegenen die nooit het openbaar vervoer nemen? Om nog maar te zwijgen van de hele culturele sector: de groep mensen die naar theater of opera gaat, is een fractie van de Vlaamse bevolking en ook hier betalen we met z’n allen voor.
Vlaanderen heeft ten slotte ook geen traditie zoals Amerika of Nederland om studeren duur te maken en de factuur door de gebruiker te laten betalen. We zijn net altijd trots geweest op dat betaalbare onderwijs, waarom zouden we dan plots het roer helemaal omgooien?
Meer solidariteit zou beter komen via een echte belasting op vermogen