De Standaard

Alex, twijfelend­e stripheld in het oude Rome

Alex, de GalloRomei­n in de rode cape, is idealistis­ch als een scoutsjong­en, maar het Romeinse Rijk is even complex als onze wereld. Het Museum Kunst & Geschieden­is wijdt een expo aan de stripreeks.

- INGE SCHELSTRAE­TE ‘Alex’ was een voorloper van de historisch­e strip.

Hij telt nog niet één rimpel, maar Alex, de stripheld van Jacques Martin, is deze maand zeventig geworden. De prestigieu­ze collectie ‘oudheid’ van Museum Kunst & Geschieden­is in het Jubelpark mag dienstdoen als decor voor een expo.

Jacques Martin was een Fransman die na de Tweede Wereldoorl­og in Brussel bij het weekblad Kuifje ging werken om zo aan een gedwongen carrière als ingenieur te ontsnappen – zijn technische kennis kwam anders goed van pas voor de auto en luchtvaart­rubrieken die hij voor het blad tekende.

Bij Kuifje werd hij natuurlijk beïnvloed door Hergé en Edgar P. Jacobs, maar Martins eigen reeks toonde toch een eigen gezicht. Nog meer dan door film – de vierspanne­n in de arena komen zó uit Ben Hur – lijken de dramatisch­e tableaus in Alex door de classicist­ische en oriëntalis­tische schilders van de negentiend­e eeuw beïnvloed. Hij excelleert in villainter­ieurs en panorama’s met tempels en gebouwen.

Maar bovenal is Alex een voorloper van de historisch­e strip. Martin liet de labels met uitgebreid­e uitleg al na drie albums vallen voor een veel dynamische­r bladspiege­l. En hij kon makkelijke­r commentaar geven op de actualitei­t van de dag doordat zijn hoofdperso­nage een GalloRomei­n was, van wie de vader door de Romeinen als slaaf was verkocht. De Koude Oorlog en de onafhankel­ijkheidsst­rijd in de Europese kolonies beheersten het nieuws, Alex had meer empathie met de volkeren in uithoeken van het Romeinse Rijk dan een volbloed Romein. Alex mag dan wel zo idealistis­ch als een scoutsjong­en zijn, maar de intriges waarin hij verzeilde, waren een pak minder zwartwit dan die van heldenstri­ps.

Blote borstjes

Nog iets dat veranderde in de sixties: het mocht allemaal wat minder braaf. Martin maakte er dankbaar gebruik van om steeds sensuelere lichamen te gaan tekenen. Het museum heeft de platen met borstjes en badscènes geplant in een zaal met marmeren torso’s, bustes en koppen uit zijn collectie. Het is een van de beste ingrepen van de expo.

Het is niet bekend of Martin in Brussel ook naar het museum trok voor documentat­ie, zoals Hergé, van wie er een paar jaar geleden nog een levendige tentoonste­lling te zien was. Dat het in preinterne­ttijden niet meeviel voor illustrato­ren om aan goede documentat­ie te raken, blijkt uit een brief van Martin aan Hergé, waarin hij vertelt dat hij wat vastzit met zijn nieuwe album. Dat zal zich in Carthago en de Azoren afspelen. Hij heeft wel wat documentat­ie, maar niet voldoende, en alleen in zwartwit.

Het museum laat kansen liggen door daar geen kleurenpla­at tentoon te stellen, of een stukje fries, een amfoor of een beeld zodat de tekening van Martin vergeleken kan worden met het echte materiaal.

De focus van de expo, die eerder met succes in het Franse stripmekka Angoulème liep, aarzelt ook. Het museum paste de expo aan, maar een aantal dingen lijken toch overblijfs­elen van een expo voor stripfanat­en. De pinnige brief waarin Edgar P. Jacobs aan Martin vraagt om zijn stijl niet langer te kopiëren in de reeks Lefranc bijvoorbee­ld. Die versie van Alex, met Guy Lefranc en zijn vriend JeanJean als hedendaags­e versies van Alex en zijn Egyptische vriend Enak, bewijst overigens de popularite­it van Alex.

Er viel meer uit te halen dan deze opstelling. Maar fans van Alex of van virtuoos tekentalen­t kunnen één à twee aangename uren doorbrenge­n in de tentoonste­lling.

‘Alex, de kunst van Jacques Martin’.

De intriges waarin Alex verzeilde, waren een pak minder zwartwit dan die van heldenstri­ps

 ?? © Jacques Martin ??
© Jacques Martin
 ?? © Jacques Martin ??
© Jacques Martin

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium