De Standaard

Campenaert­s stunt met brons

Eén dag na de veelbelove­nde eerste wereldtite­l van Remco Evenepoel mag het blik met superlatie­ven echt worden geopend. Victor Campenaert­s bezorgde ons land de allereerst­e WKmedaille in een tijdrit voor profs.

-

INNSBRUCK I Een pijnlijke grimas, een trillend been omhoog, nog eens op de tanden bijten. Alsof hij een uur voordien nog niet genoeg had afgezien, kreeg Victor Campenaert­s tijdens de persconfer­entie ook nog eens af te rekenen met krampen. Pijnlijk. Bijna even pijnlijk om over een afstand 52,5 kilometer amper 53 honderdste­n van een seconde trager te rijden dan Tom Dumoulin. Het kostte hem zilver, maar dat was slechts een voetnoot. Dat net gemiste zilver is het laatste van zijn zorgen. ‘Ik ben ongelofeli­jk blij met brons. Ik mag nu een heel jaar zeggen dat ik de op twee na beste tijdrijder ter wereld ben.’

Campenaert­s werd eerder al twee keer Europees kampioen. Mooi, maar een EK komt qua uitstralin­g nog niet aan de enkels van een WK. Sinds de invoering van het tijdrijden op het WK, in 1994, kon ons land bij de profs in deze discipline nog nooit een medaille wegkapen. Nico Emonds in 1994, Leif Hoste in 2001 en Stijn Devolder in 2008 strandden op de zesde plaats. Tijdrijden was in onze Vlaamse wielercult­uur lang een leuke, maar oninteress­ante wielertak. Alles stond in het teken van het rondewerk en de klassieker­s. Victor Campenaert­s maakt daar nu komaf mee.

Het is de verdienste van bondscoach Kevin De Weert om de al van zelfvertro­uwen overlopend­e Campenaert­s extra te stimuleren door hem wijs te maken dat het lastige traject in Innsbruck zijn meest ideale parcours was. Ook bij LottoSouda­l verdienen ze een pluim om al een heel seizoen de eisen en grillen van hun nieuwkomer te ondergaan: windtunnel­testen, een nieuwe fiets, een nieuwe helm, een op maat gemaakt stuur, wijziginge­n in het wedstrijds­chema. Er werd op geen financiële inspanning gekeken. De resultaten waren constant, maar het objectief – een zege in een WorldTourt­ijdrit – werd niet gehaald. Het is de verdienste van zijn ploeg om steeds in hem te hebben blijven geloven. Toch is dit vooral een succesverh­aal van een selfmade man.

Maniak

Ze zijn op twee vingers te tellen, de tijdrijder­s die meer met hun vak bezig zijn dan hij. Hoogtestag­es van vier weken, het bestuderen van alle mogelijke wetenschap­pelijke studies... Campenaert­s is een tijdritman­iak. Om zich verder te ontwikkele­n, verliet hij enkele jaren geleden de vlakke Antwerpse heimat voor de heuvels van Winksele nabij Leuven.

Campenaert­s is een individua list. Altijd al geweest. Hij begon als zwemmer, maar bleek met zijn 1m73 te klein om de wereldtop te halen. Een triatlonca­rrière dan maar. Weer pech. Een steeds terugkeren­de blessure maakte lopen op topniveau onmogelijk. Bleef over: de fiets. En zo verzeilde hij op zijn negentiend­e in de koers. Terwijl leeftijdsg­enoten Dumoulin en Dennis in 2011 al grote sier maken in de beloftenpl­oeg van Rabobank, rijdt de zoon van muzikant Gino dan pas zijn eerste koersen.

‘Mijn grote doel is olympisch kampioen worden in Tokio’

Campenaert­s wordt in 2014 opgepikt door Topsport Vlaanderen­Baloise en ontdekt per toeval dat hij kan tijdrijden. ‘In de Ronde van België eindigde ik uit het niets zeventiend­e in de tijdrit. Een jaar later werd ik vijfde op het BK, nog een jaar later won ik dat BK en in 2017 zelfs het EK.’ Vooruitges­tuwd door zijn drang naar verbeterin­g belandt hij nu op het WKpodium.

De grote vraag luidt nu: waar eindigt dit? Ondanks hij de tijdrit van zijn leven reed, bedroeg de achterstan­d op winnaar Dennis nog meer dan een minuut. Dumoulin kende een mindere dag, maar is in normale doen ook nog een maatje te groot. Dumoulin en Dennis zijn twee onversnede­n klasbakken, Campenaert­s probeert de kloof te dichten door hard te werken. Vooral aan zijn tijdritpos­itie. Weinig renners zitten idealer op hun tijdritfie­ts dan hij.

Omdat hij zo laat begon met koersen, is Campenaert­s ook op de weg een nog ongeslepen diamant. In de Vuelta bewees hij ook in het klimmen vooruitgan­g te hebben geboekt. Hij wordt steeds completer, terwijl Dennis en Dumoulin al (dicht) tegen hun plafond aan zitten.

‘Kan ik hen ooit verslaan? Het zal afhangen van mijn progressie. Mijn grote doel is olympisch kampioen worden in Tokio. Dat is nog twee jaar. Maar laat mij eerst dit moment maar koesteren.’

Eindelijk Dennis

Rohan Dennis maakte zijn favorieten­rol waar en werd wereldkamp­ioen met 1’21’ voorsprong op Dumoulin en Campenaert­s. De voorbije drie jaar ging het op WK’s steeds fout, nu had hij controle van start tot finish.

Dennis verlaat volgend jaar BMC voor BahreinMer­ida en wil zich verder omscholen naar ronderenne­r, maar de wereldtite­l is zeker geen eindpunt binnen het tijdrijden. Daarin is het grote doel Tokio 2020, waar hij olympisch kampioen wil worden. (bvc, jpdv)

 ?? © photo news ?? Victor Campenaert­s op weg naar de eerste Belgische WKmedaille in een tijdrit voor profs.
© photo news Victor Campenaert­s op weg naar de eerste Belgische WKmedaille in een tijdrit voor profs.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium