ELECTORALE BLINDE VLEK
Het is iets om trots op te zijn: België scoort over het algemeen erg goed in ongelijkheidsstatistieken. Dat heeft vooral te maken met de brede middenklasse. Maar ondanks die prima score zijn we niet goed in armoedebestrijding. Armoede blijft, ook in de behoorlijk gelijke Belgische samenleving, een hardnekkig probleem. Dat komt doordat die brede middenklasse de electoraal interessantste groep is. De hardwerkende Vlaming wordt door politici in de watten gelegd met een fiscaal gunstige bedrijfswagen, een woonbonus, aftrekbare dienstencheques en renovatiepremies.
Veel minder aandacht hebben politici voor de noden van de armen in de samenleving. Dat kwam tijdens de voorbije campagne pijnlijk aan het licht via het nieuws dat ongeschikte sociale woningen in Gent toch verhuurd worden. Het toont aan dat de minder gefortuneerden bij politici minder vlot gehoor krijgen dan de leden van de middenklasse. Vandaar dat thema’s als sociale huisvesting, een laagdrempelige arbeidsmarkt of armoedebestrijding tout court niet zo hoog op de prioriteitenlijst staan.
Dat is eigenlijk vreemd, want armen vormen een niet te verwaarlozen en groeiende electorale doelgroep. Zo’n 16 procent van de Belgische bevolking behoort ertoe – meer dan de bevolking van Brussel en Antwerpen samengeteld. Het zijn veelal geïnteresseerde burgers, die hun stem zeer bewust uitbrengen. Dat bewijst de grote belangstelling voor de debatten die Samenlevingsopbouw organiseert onder de noemer ‘Ieders stem telt’. In een verkiezingsstrijd waarin inderdaad elke stem telt, zou je denken dat partijen zich uit de naad werken om het deze kiezersgroep naar de zin te maken. Maar dat gebeurt niet.
Met armoedethema’s scoor je niet, lijkt een ongeschreven wet te bepalen. Armoede is niet hip, niet leuk en niet tof. Het is eigenlijk alles wat politici niet willen zijn: onprettig, confronterend en lastig. Maar wie het minder breed heeft, stelt vaak zijn hoop juist op politici om iets aan het probleem te doen. Net daarom zou armoedebestrijding voor alle partijen een topprioriteit moeten zijn. Niet dat ze het allemaal met elkaar eens hoeven te zijn over hoe het probleem moet worden aangepakt. Daar is het te complex voor. Maar als de toekomstige bestuurders van steden en gemeenten het thema hoog op hun todolijst zetten, is er al veel gewonnen.
Armoede is alles wat politici niet willen zijn: onprettig, confronterend en lastig