Stunten met breekpunten
‘Onderbreek mij niet voortdurend’, baste Meyrem Almaci, ze nuwachtig heen en weer schommelend op het stapeltje kussens dat op haar bureaustoel lag.
Wouter Van Besien trok een verongelijkt gezicht: ‘Maar ik heb niets gezegd, voorzitter!’
‘Nee? Mooi. Laat me dan om de lief de Gods eens uitspreken, ja?’
Sedert Almaci besloten had dat 24 oktober de geschiedenis zou ingaan als Groene Zondag, kon er voor haar geen twijfel over bestaan dat de groene verkiezingsbeloftes zouden worden om gezet in beleid. Een van die beloftes, herhaaldelijk gezworen in dure eden, was dat er geen Antwerpse coalitie kwam met de NVA. Dat kwam goed uit, want NVA voorzitter Bart De Wever kleefde precies dezelfde overtuiging aan: geen haar op zijn hoofd dat eraan dacht om ooit met die linkse rukkers te besturen. Tot 24 oktober laat. Toen besloot de leider van de NVA dat er in de politiek te weinig gelachen werd. De camera’s van Paul Jambers waren nu toch in de buurt: tijd voor een geintje. ‘Dit is een historische kans om een soort van nationale verzoening te prediken’, sprak hij met uitgestreken gezicht. ‘Want we kunnen niet zo verder tegen links. Ik word daar zo moe van, die oorlog elke dag.’ ‘Maar wat als het nu eens
De aftiteling van Jambers in de politiek liep nog toen De Wever al een eer ste telefoon kreeg: de makers van De buurtpolitie. Of hij eventueel een rol in dat VTMprogramma zag zitten? De voorzitter vond dat nog niet zo’n gek idee, op zijn lijf geschreven eigenlijk: je hoefde er niet voor te kunnen acteren, je kreeg een matrak en je mocht met een combi rondrijden met een knappe blondine naast je. Daarna volgden oproepen van journalisten: of hij dat nu meende, van die verzoening? Rond diezelfde tijd ging ook bij Wouter Van Besien de telefoon: of hij al eens gehoord had van het programma Banana Split? Waarna de Groenlijsttrekker op zijn beurt getroebleerd naar zijn voorzitter belde: ‘Maar wat als het nu eens géén grap is, Meyrem?’
Enkele dagen later werd in het Schoon Verdiep een eerste poging van Groen om op voorgaande vraag een antwoord te vinden, vakkundig ontweken. Van Besien gooide de aftredende gemeenteraad twee resoluties voor de voeten, een over een autoluwe binnenstad en een over sociale woningen. Om te peilen hoe diep het water wel was met de NVA. Omdat meerderheid én oppositie hem unisono tot paljas verklaarden, moest De Wever dat niet meer te doen.
Gasten die zich daar niet hoefden is, Meyrem?’, zei Wouter Van Besien (r.). mee te bemoeien, bemoeiden zich er vervolgens toch mee: Tom Lanoye en Luckas Vander Taelen adviseerden Groen om de uitgestoken hand te aanvaarden. Wie niet waagt, blijft maagd. Een paar dagen later stond er weer een gesprek tussen De Wever en Van Besien gepland.
‘Laat u niet in het riet sturen met … hoe heet zo’n dingetje?’, vroeg Almaci aan haar lijsttrekker.
‘Een kluitje?’
‘Met een kluitje, ja. Zeg wat gezegd moet worden’,
‘Wat u mij nu gaat voorzeggen?’, gokte Van Besien, die maar al te goed besefte wie de echte baas was in de partij.
‘Precies. Zeg tegen De Wever dat het Antwerpse centrum volkomen autovrij moet worden gemaakt.’ ‘Volkomen?’
‘Alleen bakfietsen en stootkarren wil ik daar nog zien. Maak hem ook nog maar eens duidelijk dat het hoofddoekenverbod voor ons een breekpunt is. Sterker nog: ik wil Annick De Ridder niet meer zien zonder tenminste een handdoek op haar kop.’
‘Ik zal het doorgeven’, zei Van Besien, wiens gezicht stilaan op een roerei begon te lijken. ‘Is een muts ook goed?’
De voorzitter schudde nijdig het hoofd. Ze wilde nog een paar andere desiderata aanstippen. ‘Ik ben na ampele overweging tot de conclusie gekomen dat het voorzitterschap van de NVA niet combineerbaar is met de burgemeesterssjerp. Als de socialisten dat mogen zeggen, dan wij ook. Overigens, hoe gaat het nog met John Crombez?’
‘Wie?’
‘Laat maar. Volgende punt: halal’, sprak Almaci.
‘Overal, ik begrijp het al.’ De voorzitter liet zich nu van haar stoel glijden, waardoor ze even helemaal achter haar bureau verdween. Het eerste dat Van Besien weer van haar zag, was haar opgeheven vingertje. ‘Mochten we ooit tot een deal komen met de NVA, dan zijn er nog een paar puntjes die we zeker vooraf moeten afspreken’, vervolgde ze.
Van Besien simuleerde verbazing. ‘Serieus?’
‘Serieus. Mocht Groen ooit overwegen om in Antwerpen samen met de NVA te besturen, dan verwachten we dat in het Vlaamse en het federale parlement onze standpunten een beetje sporen. Zo’n volkomen dedain voor het parlement als nu met die aankoop van die F35’s kunnen we niet meer hebben. Dat kunnen we onze defensiespecialisten niet aandoen.’
‘Hebben wij dan defensiespecialisten?’
Almaci vond het de moeite niet waard om op die vraag te antwoorden. ‘Vanzelfsprekend zullen wij in het Antwerpse bestuur nooit een standpunt steunen met zelfs maar een parfum van rechts en verwachten we van de NVA dat ze finaal afstand neemt van haar communautaire agenda.’
‘Kat in bakkie’, antwoordde Van Besien op een toon die mogelijk enig voorbehoud suggereerde. Voor hij de deur van het kantoor van de voorzitter achter zich dichtsloeg, hoorde hij dat hem nog een paar richtlijnen achterna werden geroepen: ‘Maaltijdcheques voor ’t Fornuis! En volgend jaar wil ìk de Ten Miles winnen.’
In de wachtzaal trof de Antwerpse lijsttrekker enkele partijgenoten aan: Filip Watteeuw (Gent), Wouter De Vriendt (Oostende), Barbara De Bakker (Vilvoorde) waren ook door Almaci ontboden om te vernemen hoe ze al dan niet hun gemeente mochten besturen. ‘En?’, vroegen ze in koor.
‘Parbleu, zo arrogant, arrogant, arrogant’, kreunde Van Besien. De anderen konden slechts hopen dat Wouter het had over een tweet die Theo Francken van de verzoeningsgezinde partij NVA eerder die dag over Groen had verstuurd.
Die avond laat kwam Van Besien thuis tot rust bij een streepje muziek. Hij had iets van Eagles opgelegd. Hell freezes over, een album dat verscheen tien jaar nadat de groepsleden in ruzie uit elkaar waren gegaan en hadden gezworen dat nog eerder de hel zou dichtvriezen dan dat ze nog ooit zouden samenwerken. Het was bijlange niet de beste plaat van de band.
‘Ik wil Annick De Ridder niet meer zien zonder tenminste een handdoek op haar kop.’
‘Ik zal het doorgeven’, zei Van Besien.
‘Is een muts ook goed?’