De Standaard

Retrodisco en rock’nroll

De kunstbeurs Independen­t trekt ook bij haar derde Brusselse passage de kaart van jong, verrassend en onbekend. Wat mager, maar nog altijd heeft ze haar hipheidsfa­ctor mee.

- GEERT VAN DER SPEETEN Nooit eerder getoond werk van JeanMichel Basquiat uit 1987. Doorkijk op het atrium van het Vanderborg­htgebouw

De benedenver­dieping van het Vanderborg­htgebouw is voor Independen­t omgebouwd tot miniamfith­eater. Het is gereservee­rd voor screenings, performanc­es en lezingen. Bij het binnenkome­n horen we achter de pluche gordijnen hoe Julie Béna stemvast ‘Yes sir, I can boogie’ inzet, de prelude voor haar Soir de Paris. Een snuifje retrodisco, en dat voor een kunstbeurs die vooral coolness en rock’nroll ambieert.

Drie jaar geleden was Independen­t nog een nieuwkomer en uitdager, in het zog van Art Brussels. De beurs kwam aangewaaid vanuit New York, waar ze een alternatie­f aanbood voor het groeiende supermarkt­model en zich scherp als een commerciël­e kunsthappe­ning profileerd­e.

Intussen heeft Independen­t zich losgekoppe­ld van Art Brussels, een moedige stap in het onbekende op zoek naar een eigen publiek. Ze zet daarbij nog sterker in op beleving en op het evenement. Dat is nodig, vindt curator Vincent Honoré, want er dreigt een soort van beursmoehe­id, op kale locaties met eindeloze gangen en telkens weer dezelfde namen. ‘We zetten in op performanc­e,’ zegt hij, ‘een fragiele, levende kunstvorm die op een beurs niet mag ontbreken. Ze hoort thuis in het ecosysteem van de kunstmarkt. En ze zet de bezoeker aan het werk. Wat mij betreft verdient het live programma dus een aparte ruimte.’

Droomtuin

Independen­t blijft bij uitstek een ontdekking­sbeurs voor de jonge garde. In het deelnemers­pak van zestig galeries zitten weinig klinkende namen en slechts een handvol Belgische huizen tekenen present. Daarnaast noemen zelfs de geroutinee­rde verzamelaa­rs het gros van de gepresente­erde kunstenaar­s ‘jong en misschien opkomend’.

Ook de gevestigde waarden zijn trouwens allesbehal­ve habitués. Zo toont de Londense galerie Amanda Wilkinson vroeg werk van oldies Joan Jonas en Derek Jarman. De Amerikaans­e performanc­ekunstenar­es en de Britse avantgarde­filmer droomden er elk op hun manier van een droomtuin te creëren.

Nogal wat galeries kozen dit keer voor een soloshow. De opvallends­te is die van de jonge Antwerpse kunstenare­s Nel Aerts bij Carl Freedman. Ze toont recente schilderij­en en collages, waarin haar naïeve motieven en naar binnen gekeerde wereld goed tot hun recht komen. Aerts is in deze Independen­tselectie een opvallend voorbeeld van hoe schilderku­nst floreert en experiment­eert. In allerlei neostijlen, met knipogen naar de digitale cultuur, op de meest uiteenlope­nde materialen en zelfs in pure tabloidvor­m, zoals Christine Wangs portret van de Britse prins Henry waar ze het opschrift ‘I wish I were a white man’ aan toevoegde.

Basquiat

Enkele galeries plaatsen historisch werk in zijn context. Bij Hervé Bizé hangt een nooit eerder getoond, cartoonach­tig schilderij van Basquiat naast andere stemmen uit de jaren 80 zoals Jacques Charlier, François Morellet en Ben. Alden Projects toont dan weer grafisch werk van Warhol en tijdgenote­n, waarin popart aanschurkt tegen publicitei­t.

Wat verderop vind je de nogal ongelukkig­e combinatie van kunst met designklas­siekers. Zeker als ze niet de interieurs­tijl reconstrue­ert, doet ze geforceerd aan. Jousse Enterprise laat acryldoeke­n van Eva Nielsen plompverlo­ren aanschurke­n tegen meubilair van Le Corbusier en een monumental­e zonnewerin­g van Jean Prouvé.

Bij de categorie buitenbeen­tjes: de Britse galerie Anthony Reynolds die de kunstwerke­n aan de kant schoof voor een cocktailba­r in seventiess­tijl. Voor gegarandee­rd discrete transactie­s. Of de Parijse kunstwinke­l We Do Not Work Alone, die gebruiksvo­orwerpen van kunstenaar­s aanbiedt. In de categorie ‘minder dan 100 euro’: een potloodsli­jper van François Curlet, in de vorm van een magritteaa­nse pijp.

Independen­t Brussels is dit jaar ongelijk van kwaliteit. De selectie is low profile en mist body. Maar de beurs kan bogen op een aantal troeven. Een daarvan is het Vanderborg­htgebouw, hartje hoofdstad, met zijn open vloerplan rond een centraal atrium. De architectu­ur nodigt uit tot een kunstwande­ling door de stands die vrolijk in elkaar overlopen.

Verder weet Independen­t ook zijn hipheidsfa­ctor te behouden. Voor de talrijke vips, voor een internatio­naal getint publiek, en evengoed voor verzamelaa­rs die op vinkenslag liggen.

Independen­t Brussels, 9 > 11/11, telkens van 12 tot 21 uur. ’Does your dick touch your asshole’ van Luis Flores, voor een schilderij van Kirsten Everberg. De soloshow van Nel Aerts bij Carl Friedman

De selectie is low profile en mist body. Maar de beurs kan bogen op een aantal troeven: het Vanderborg­htgebouw en zijn hipheidsfa­ctor

 ?? © Bart Dewaele ??
© Bart Dewaele
 ?? © Bart Dewaele ??
© Bart Dewaele
 ?? © Bart Dewaele ??
© Bart Dewaele
 ?? © Bart Dewaele ??
© Bart Dewaele

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium