Tijd voor nieuwe New Deal
Voor de Democraten zal het verleidelijk zijn om hun programma nu volledig toe te spitsen op diversiteit en op Trump. Dat zou een vergissing zijn, denkt
Je kunt de president aanklagen, maar tot een veroordeling zal het niet komen, en Trumps aanhang wordt er alleen maar onverbiddelijker door
Een ramp was het tenminste niet. Als een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden de Democraten was ontglipt, dan had president Donald Trump zich almachtig gevoeld, met alle consequenties van dien. Maar de Republikeinen beheersen nog wel de Senaat en zullen daardoor de rechterlijke macht nog een flink eind naar rechts kunnen doen schuiven. Bovendien kunnen Republikeinse gouverneurs van grote staten zoals Ohio en Florida nog flink met kiesdistricten sjoemelen, waardoor de kansen voor Trump in 2020 alleen maar groter worden.
De verkiezingen deze week waren een strijd om ‘de ziel van Amerika’. Zo luidt een van de meest gebruikte clichés in de media. Het is inderdaad mogelijk om de twee grootste partijen te zien als twee verschillende kanten van de VS. Aan de ene kant voornamelijk blanke, relatief laagopgeleide, mannen in de diepe provincie die graag vuurwapens hanteren, en aan de andere mensen uit de grote steden met een relatief hogere opleiding, onder wie veel vrouwen en etnische minderheden, die het gebruik van vuurwapens graag zouden willen beperken. Dat is een karikatuur natuurlijk, maar een die de werkelijkheid goed benadert.
Kiezers aan beide kanten zien zichzelf als vaderlandslievend. Maar zij hebben een zeer verschillende opvatting van wat dat inhoudt. James Baldwin heeft ooit zijn ‘progressieve’ patriottisme mooi beschreven: hij hield zielsveel van Amerika, en juist daarom stond hij op zijn recht het voortdurend te kritiseren. Patriottische aanhangers van Trump zouden Baldwin ongetwijfeld hebben neergezet als een landverrader.
Boze blanken
Nu zij een meerderheid hebben behaald in het Huis, is de verleiding voor Democraten groot om een deel van hun aantrekkingskracht ten volle uit te buiten, een gedeelde haat voor Trump, en de grote etnische, religieuze, en seksuele verscheidenheid. Daar zit wat in. Trump is inderdaad weerzinwekkend. En het klopt waarschijnlijk dat oude blanke mannen op het platteland het gezicht van de VS nu minder bepalen dan vrouwen, stedelingen, en een ‘regenboog coalitie’ van mensen uit allerlei verschillende bevolkingsgroepen.
Toch denk ik dat het een vergissing zou zijn om het Democratische programma helemaal toe te spitsen op diversiteit en de persoon van Trump. Jonge Democraten staan misschien te springen om Trump aan te klagen in een impeachment procedure. Maar zolang de Senaat in Republikeinse handen is, zullen zij niet ver komen. Je kunt de president best aanklagen, maar tot een veroordeling zal het haast zeker niet komen, en Trumps aanhang wordt er alleen maar onverbiddelijker door.
Dat er nu meer vrouwen en leden van minderheden in het Huis zitten, is toe te juichen. Alleen al omdat dit een verfrissend contrast vormt met de Republikeinse partij die zich heeft vereenzelvigd met de leider: boos, blank, en vaak openlijk racistisch. Maar de identiteitspolitiek van Trump tegengaan met een alternatieve, even agressieve identiteitspolitiek, maakt de tribale polarisatie in de VS alleen maar erger. En het zou een overwinning van de Democraten in nationale verkiezingen in de weg kunnen staan.
Waar is fatsoenlijk rechts?
De kans bestaat ook dat Democraten elkaar in de haren vliegen, de nieuwe geradicaliseerde lichting tegen het oude veelal blanke establishment. Maar de Republikeinen, ook al staan zij pal achter hun leider, hebben ook een probleem. De gematigde Republikeinse elite is nu zo uitgerangeerd dat ze nauwelijks nog zichtbaar is. Fatsoenlijk rechts bestaat haast niet meer. John McCain was misschien de laatste der Mohikanen.
Democraten zouden hier munt uit moeten slaan. De beste manier om dat te doen, is om meer de nadruk te leggen op de economie dan op diversiteit van ras, geslacht of seksuele geaardheid. Dit klinkt misschien naïef in een periode van economische groei, waarin Republikeinen prat kunnen gaan op lage werkloosheid. Maar een al te grote kloof tussen arm en rijk is slecht voor de economie. Dat zou ook traditionele laissezfaireRepublikeinen niet moeten verbazen. IAN BURUMA
Wie? Doceert democratie en mensenrechten aan Bard College (New York). Zijn meest recente boek is ‘Tokio mon amour’ (Atlas Contact).
Wat? Nu de Democraten het Huis van Afgevaardigden in handen hebben, kunnen ze het best op de economie focussen en streven naar meer gelijkheid. Henry Ford was in veel opzichten geen diepe bron van wijsheid, maar hij zag goed in dat je alleen auto’s aan de massa kon verkopen als mensen genoeg geld op zak hadden.
Ook dit hangt samen met die ‘Amerikaanse ziel’. De Amerikaanse samenleving bevat vanouds tegenstrijdige elementen. Het zelfbeeld van veel Amerikanen wordt bepaald door frisse ondernemingslust en mannelijk individualisme die ongehinderd door een lastige overheid kunnen worden ingezet om flink te verdienen. Maar het streven naar meer sociale en economische gelijkheid is ook in Amerika voor velen altijd een ideaal geweest.
Arme sloebers
De VS hebben tijden gekend van kolossale rijkdom voor een klein aantal mensen. De ‘Gilded Age’ tegen het einde van de 19de eeuw was zo’n periode, toen een derde van de rijkdom van het land in handen was van 2 procent van de bevolking. We leven weer in zulke omstandigheden, nu 1 procent over bijna de helft van de rijkdom beschikt. Er waren ook tijden waarin de regering de balans probeerde te herstellen. De New Deal in 1935 van president Franklin D. Roosevelt is het bekendste voorbeeld. Hij heeft het kapitalistische systeem gered door meer gelijkheid te scheppen.
Het is tijd voor een nieuwe New Deal. Trump verlaagt de belasting voor de allerrijkste Amerikanen steeds verder. Maar een billijkere fiscale politiek zou het leven verbeteren voor iedereen. De openbare voorzieningen lopen ver achter op die van Europese landen. Betaalbare gezondheidszorg is een teken van beschaving. Zo ver is Amerika nog lang niet. Hetzelfde geldt voor behoorlijke openbare scholen. Dat een groot aantal minderbedeelde Amerikanen nog wijs kan worden gemaakt dat maatregelen om zulke voorzieningen te bevorderen ‘socialistisch’, en dus onAmerikaans en verwerpelijk zijn, is grotesk maar waar.
Streven naar meer gelijkheid zal appelleren aan linkse Amerikanen, maar wellicht ook aan sommige gematigde conservatieven die vroeger Republikeins zouden hebben gestemd. Een eerlijkere verdeling van de rijkdom is goed voor de economie, en voor het zakenleven. Het kan zelfs zijn dat arme sloebers in afgetakelde industriesteden en afgelegen dorpen inzien dat het populisme van Trump niet dient om hen te helpen, maar uitsluitend om een handjevol steenrijke mensen nog rijker te maken. ‘Het streven naar meer sociale en economische gelijkheid is ook in Amerika voor velen altijd een ideaal geweest.’