Diesel als symbool van nieuwe armoede
Zijn de ‘gele hesjes’ het embleem van een nieuwe klassenstrijd in Frankrijk? ‘De nieuwe breuklijn loopt dwars door de middenklasse.’
In het jaar 1358 kwamen boeren ten noorden van Parijs in opstand. Ze gingen met stokken en messen de ambtenaren te lijf die belastingen kwamen innen. De boeren hadden er genoeg van dat ‘de hoge heren’ geld eisten, maar er niks voor teruggaven. De opstand wordt vaak als het begin gezien van de Franse weerzin tegen het centrale gezag en de afkeer van belastingen. Al bijna zeven eeuwen is er intussen fiscaal verzet in het land.
In de jaren 50 van de vorige eeuw was er nog het poujadisme, vernoemd naar politicus en vakbondsman Pierre Poujade. Hij leidde het verzet van kleine middenstanders tegen de elite – de politici in Parijs, maar ook de fiscus. En nu heeft Frankrijk zijn ‘gele hesjes’, demonstranten die sinds zaterdag snelwegen blokkeren uit protest tegen de accijnzen op diesel en benzine. Het protest is niet nieuw, de vorm is niet nieuw, maar de beweging is wel verrassend modern. De acties
kwamen voort uit het brein van doodgewone Fransen van diverse snit, die gelijkgezinden vonden op sociale media.
Politici en deskundigen zitten daarmee in hun maag. Ze kunnen maar moeilijk duiden wie er nu boos is en waarom precies. Er is geen aanspreekpunt of woordvoerder, er is geen organisatie met een manifest. De fors gestegen be lastingen op diesel zijn de aanleiding voor het protest, maar bij blokkades worden allerlei soorten leuzen gehoord – met het duidelijke maar ideologieloze ‘Macron moet opstappen’ als terugkerende oneliner.
Rode draad
Toch valt er een rode draad te ontdekken. Het dieselprotest is
geografisch te lokaliseren. In florerende stedelijke gebieden, zoals in en rond Parijs, Toulouse en Bordeaux, rijden weinig mensen op diesel. In kleinere gemeenten en op het platteland waar het economisch tegenzit, rijden veel mensen op diesel. ‘Diesel is het uiterlijke kenmerk van de armoede geworden’, was afgelopen week de conclusie van onderzoek door de autosite L’Argus.
Wetenschappers trekken die lijn door. ‘Het verzet komt uit dorpen en kleine en middelgrote steden, waar de middenklasse én arbeiders wonen, waar gepensioneerden en kleine zelfstandigen verblijven’, constateerde geograaf Christophe Guilluy. ‘Die groepen zijn er de afgelopen 20 à 30 jaar op achteruitgegaan. In hun omgeving zagen ze fabrieken sluiten, winkels en ziekenhuizen verdwijnen. Ze voelen zich economisch en politiek buitengesloten.’
Dat verklaart dat de leuzen van betogers verder gaan dan de dieselprijs. De wrok zit diep. Een grote groep mensen ziet haar levenspeil dalen en president Emmanuel Macron – en de politici in het algemeen in het elitaire Parijs – doen er niets aan, is het idee.
Dat sentiment leeft al lang niet meer alleen bij de laagste inkomensgroepen, benadrukt socioloog Louis Chauvel. De oude klassenstrijd is voorbij. ‘De nieuwe breuklijn in Frankrijk loopt dwars door de middenklasse. Het onderste deel van de middenklasse draaide vroeger prima mee in de samenleving. Maar de laatste twintig jaar zijn de frustraties bij die groep toegenomen. Hun koopkracht stagneert in het algemeen. Aan het eind van elke maand vragen ze zich af of ze eigenlijk nog wel bij de middenklasse horen.’
Kort en kortaf
Macron zegt de boodschap begrepen te hebben. Mensen voelen zich niet gehoord, zei hij in een tvinterview vlak voor de ‘gele hesjes’ de straat op gingen. Macron zei de ‘kloof te willen dichten’. Maar zijn antwoord is vooralsnog kort en kortaf. De dieselaccijnzen worden per 1 januari gewoon opnieuw verhoogd, ten behoeve van het klimaat. En de Fransen gaan er volgens hem wel in koopkracht op vooruit. De regering wil pas over vijf jaar op haar beleid worden afgerekend, zei premier Edouard Philippe zondagavond.
Zolang kunnen de ‘gele hesjes’ niet wachten. Voor zaterdag is de achterban opgeroepen massaal naar Parijs te komen voor een landelijke demonstratie.
Dieselrijders vind je niet zozeer in de florerende steden, maar in kleinere gemeenten en op het platteland waar het economisch tegenzit