Laat kunst gulzig van het leven
David Hockneys ‘Portrait of an artist’, dat vorige week voor 79,1 miljoen euro werd geveild, herinnert ons volgens JONATHAN JONES aan de essentie van grote kunst.
Bitterzoet. Je weet niet echt wat het woord betekent tot je hebt stilgestaan bij David Hockneys schilderij Portrait of an artist (Pool with two figures). Dat werk uit 1972 is een bedaarde distillatie van liefde en treurnis, een triest lied over een gebroken hart — Hockneys hart. Vorige week werd het bij Christie’s geveild voor het ontzagwekkende bedrag van 90,3 miljoen dollar (79,1 miljoen euro), een nieuw wereldrecord voor een nog levende kunstenaar, wat zijn bitterzoete smaak extra in de verf zet (DS 15 november). Voor Hockney (81) is het een erkenning van zijn positie als een van de meest opmerkelijke artiesten van de voorbije 60 jaar. Maar er zitten weerhaakjes aan vast.
Veel mensen, mezelf inbegrepen, konden Portrait of an artist (Pool with two figures) pas voor het eerst fysiek ontdekken tijdens de Hockneyretrospectieve in Tate Britain in 2017. Voordien maakte het schilderij deel uit van een privécollectie, wat nu ook weer het geval lijkt te zijn. Het was een wonderlijke ervaring om dit legendarische werk eindelijk onder ogen te krijgen. Je wordt al meteen verrast door zijn omvang (2,1 bij 3 meter). Als je al zo vaak een reproductie van een beeld hebt gezien, is het bijna onwerkelijk om voor het levensgrote schilderij te staan.
Niveau van Van Eyck
Het werk is de culminatie van Hockneys obsessie om lichamen te schilderen die in een zwembad zwemmen, eruit opduiken of erin springen. Zijn weergave van het bleke vlees van de zwemmer onder water, zichtbaar door doorschijnende bleekblauwe sluiers, is een mirakel. De pure subtiliteit van de oplichtende glazuren waarmee Hockney het stille zwembad, de verlamde toeschouwer en het landschap van psychedelische tin Wat? JONATHAN JONES
Wie? ten creëert, tilt popart naar het niveau van de vijftiendeeeuwse meester Jan van Eyck.
Hoewel ik het nooit eerder in het echt had gezien, kende ik het schilderij goed omdat het centraal staat in A bigger splash, Jack Hazans ongemakkelijk intieme film over Hockney uit 1974. De poëtische documentaire toont niet alleen hoe Portrait of an artist tot stand kwam, maar ook waarom. In een reeks scènes die de koele onverstoorbaarheid en de onderliggende passie van Hockneys schilderijen weerspiegelen, openbaart Hazan de pijnlijke breuk tussen de artiest en diens minnaar Peter Schlesinger. Die komt uit de film naar voren als de liefde van Hockneys leven, wat alle getuigenissen bevestigen. De kunstenaar put uit die persoonlijke crisis de inspiratie om zijn ambitieuze en moedige werk te schilderen. Schlesinger stond model voor de man met het roze jasje die in het zwembad staart. De zwemmer naar wie hij kijkt, is niet Hockney.
Hockney kijkt naar hoe Schlesinger kijkt en legt diens begeerte vast, de begeerte die hem van de schilder wegduwt. Toch geeft het ‘Zijn weergave van het bleke vlees van de zwemmer onder water, zichtbaar door doorschijnende bleekblauwe sluiers, is een mirakel.’