De Standaard

Schrijf de kerk nog niet af

Ruim de helft van de Belgen noemt zich nog katholiek. Bijna een op de tien woont geregeld een misviering bij. ‘De migratiein­stroom uit katholieke landen heeft de ontkerkeli­jking vertraagd.’

- VAN ONZE REDACTRICE HILDE VAN DEN EYNDE

BRUSSEL I Een miljoen zevenhonde­rdachttien­duizend kaarsjes worden elk jaar in de Belgische bedevaarts­oorden ontstoken, staat in het nieuwe jaarrappor­t van de Belgische kerk. ‘Een frapperend aantal’, vindt medesamens­teller Wim Vandewiele. Net als de bijna zes miljoen Belgen die zichzelf nog als katholiek bestempele­n, of de tien procent die eens per maand of vaker ter kerke gaat: de godsdienst­socioloog van de KU Leuven had niet verwacht dat de cijfers nog zo hoog zouden liggen.

‘Die tien procent die zichzelf praktisere­nd noemt, dat zijn 1.071.853 personen – toch geen min getal.’ En de cijfers komen niet eens van de bisdommen, maar uit een onafhankel­ijke Europese Sociale Rondvraag (meest recente gegevens uit 2016) en uit een rapport uit 2018 van de onafhankel­ijke Amerikaans­e denktank Pew.

Religieus geheugen

Dat wil niet zeggen dat de uittocht uit de Belgische kerk is gestopt, of zelfs maar afgevlakt, zegt Vandewiele. ‘Die uittocht zet echt wel door, zij het misschien even wat minder sterk dan we hadden geprojecte­erd. Wellicht heeft de immigratie uit katholieke landen het proces vertraagd. In grote steden als Antwerpen hebben zich bloeiende Poolse kerkgemeen­schappen gevestigd, waar je nog het katholicis­me kunt beleven zoals onze grootouder­s dat kenden. Dat zijn jonge parochies die elke zondag volle kerken trekken. Maar dat mag niet doen vergeten dat verreweg de meeste overgeblev­en Belgische gelovigen en kerkganger­s oudere mensen zijn, en dat de vergrijzin­g van het kerkvolk onontkomel­ijk zal doorgaan.’ Dit gezegd zijnde, lijkt er een soort ‘religieus geheugen’ in ons land te zijn, zegt Vandewiele, waardoor de leeglopend­e kerken niet als enige maat voor ontkerkeli­jking kunnen worden gebruikt. ‘Van Scherpenhe­uvel over Beauraing en Banneux tot Oostakker, de bedevaarts­oorden krijgen elk jaar anderhalf miljoen bedevaarde­rs over de vloer. Dat is een immense belangstel­ling voor zo’n oude traditie. En de territoria­le pastoraal met haar netwerk van parochieke­rken mag voor de meeste mensen dan grotendeel­s passé zijn, ook kloosterke­rken en abdijen trekken nog altijd veel volk. Mensen vinden daar, in het gemeenscha­psleven van de monniken, een authentici­teit die ze daarbuiten minder tegenkomen.’

Flesje Lourdeswat­er

Daar komt nog bij dat jongeren vandaag weer onbevangen nieuwsgier­ig zijn naar religie, zegt Vandewiele. ‘Ze zijn niet bezwaard door de herinnerin­g aan een dominante kerk. Een jongeman die als enige van zijn scoutsgroe­p gelovig was, vertelde me ooit dat hij uit Lourdes voor elk van zijn medeleden een met Lourdeswat­er gevuld flesje

‘Mensen zijn van nature zinzoekers: de spirituele dimensie is essentieel’

WIM VANDEWIELE Godsdienst­socioloog KU Leuven

had meegebrach­t. “Dat zal bij de meesten snel door de gootsteen verdwijnen”, had hij verwacht. Maar toen hij in de weken en maanden nadien thuis of op kot bij zijn scoutsvrie­nden langsliep, zag hij dat die beeldjes in de meeste gevallen toch een plaatsje in het interieur hadden gekregen.’

Is het roomskatho­licisme in België op termijn dan toch niet ten dode opgeschrev­en? Vandewiele denkt van niet. ‘Er zal altijd een kritische minderheid gelovigen overblijve­n’, zegt hij. ‘In de tweeduizen­d jaar van haar geschieden­is heeft de roomskatho­lieke kerk een opeenvolgi­ng gekend van crisissen, afbouw, twijfel en wederopbou­w. Desondanks is ze blijven bestaan. Dat kun je gerust een sociologis­ch succes noemen.’

‘Kijk: mensen zijn van nature zinzoekers, de spirituele dimensie is essentieel. Dat ze die zin niet altijd bij het instituut kerk zoeken, wil niet zeggen dat de boodschap van het geloof geen betekenis meer voor ze heeft.’

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium